Chaos in hoofstad Haïti
In de Haïtiaanse hoofdstad Port-au-Prince wordt vrijdag op grote schaal geplunderd. Op verscheidene plaatsen in de stad liggen lijken. Bendes die president Aristide steunen, maken zich op voor een slag met de rebellen...
In grote delen van de stad maken bendes die trouw zijn aan president Aristide zich op voor een verwachte slag met oprukkende rebellen die van de president afwillen. Pro-Aristide-knokploegen houden willekeurig wagens aan en fouilleren bestuurders. Ze hebben meer barricades opgeworpen. Honderden mensen in de hoofdstad zijn aan het plunderen geslagen. Pakhuizen in de haven worden leeggeroofd. Bijna alle banken en winkels zijn gesloten en er is bijna geen verkeer in het centrum. Door de stad rijden alleen voertuigen met gewapende aanhangers van Aristide. Zij bedreigen de bewoners van de stad en stoppen de zeldzame auto's die nog rondrijden. Eerder vrijdag namen de rebellen de stad Mirebalais (140.000 inwoners) op ongeveer zestig kilometer van Port-au-Prince. Net als in andere door rebellen ingenomen plaatsen werd de celdeuren plaatselijke gevangenis van Mirebalais open gezet. Bijna zeventig gedetineerden kwamen op vrije voeten. De rebellen heersen inmiddels over half Haïti . De Verenigde Staten overwegen drie oorlogsschepen met mariniers naar Haïti te sturen. Dat hebben anonieme defensiefunctionarissen vrijdag gezegd. De VS hebben de Haïtiaanse president Aristide opgeroepen zich op zijn positie te bezinnen. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Powell drong er donderdagavond bij Aristide op aan zorgvuldig te overwegen of hij zijn ambt kan blijven bekleden. Powell zei dat er een oordeel moet komen over wat het beste is voor het Haiïtiaanse volk in deze moeilijke tijd. Hij erkende dat Aristide democratisch is gekozen, maar wees er tegelijkertijd op dat de president bij het uitoefenen van zijn ambt moeilijkheden ondervindt. Maar Aristide zei vrijdag op de Amerikaanse nieuwszender CNN dat hij zijn ambtstermijn gewoon tot februari 2006 wil uitzitten. De politieke oppositie en gewapende opstandelingen eisen zijn aftreden.