CDA, VVD en PvdA blazen de terugtocht, maar is het ook veilig?
Vier nieuwsfeiten uit de afgelopen twee weken voeren met elkaar tot de conclusie dat de grote politieke partijen de toekomst liever niet recht in de ogen kijken....
Het begon met de PvdA, die bij monde van financieel woordvoerder Ferd Crone liet weten dat de sociaal-democraten goed hadden geluisterd naar de burgers en tot de conclusie waren gekomen dat fiscalisering van de AOW-premie zich niet kan verheugen in grote populariteit. Tegelijkertijd zei hij dat nog talloze varianten bestudeerd worden, maar algemeen wordt Crones opmerking beschouwd als een terugtrekkende beweging.
Vervolgens presenteerde het CDA, als eerste grote partij, zijn verkiezingsprogramma. Het schier onleesbare stuk (kijk zelf op www.cda.nl) is vooral interessant door wat er ontbreekt: maatregelen die de overheidsfinanciën vergrijzingsbestendig maken. Het CDA denkt weg te komen met een klein beetje begrotingsdiscipline (een overschot op de begroting van 1 procent in 2011), nauwelijks geoperationaliseerde wensen om de arbeidsparticipatie te bevorderen, en ten slotte de wens de reguliere werkweek op te voeren naar veertig uur.
Vervolgens lichtte de VVD een tipje van de sluier van het eigen verkiezingsprogramma: het stapsgewijs opschroeven van de AOW-gerechtigde leeftijd, de voorkeursvariant van VVD-minister Zalm van Financiën, krijgt geen plek in het programma. In plaats daarvan kiest ook de VVD voor het bevorderen van de arbeidsparticipatie.
Ten slotte meldde zich het ABP-bestuur, voorgezeten door Eelco Brinkman – zelf ooit als CDA-leider politiek gestruikeld over de AOW – met een ‘position paper’ waarin wordt gesteld dat het Nederlandse pensioenstelsel hartstikke vergrijzingsbestendig is.
Gaat u rustig slapen.
We weten nog niet wat de (volledige) partijprogramma’s van PvdA en VVD ons zullen brengen, maar het lijkt er voorlopig op dat de grote partijen de burger niet lastig wensen te vallen met keuzen voor de toekomst. Van het CDA weten we dat intussen zeker.
Lans Bovenberg, een van ’s lands beste economen, directeur van het instituut Netspar dat niets anders doet dan studeren op vergrijzing en pensioenen, ook nog adviseur van het CDA, heeft scherpe kritiek op de keuze van zijn partij. Hij noemt het (ik citeer uit NRC Handelsblad) ‘politiek begrijpelijk’ maar ‘slecht voor het land’. Het CDA maakt volgens hem de inschatting dat burgers ‘veranderingsmoe’ zijn na de ingrepen door de kabinetten-Balkenende. Toch zal ook zijn partij niet ontkomen aan ‘ingrijpender maatregelen’.
Bovenberg doet in het genoemde interview een voorstel dat het overdenken waard is. Hij stelt vast dat er twee vraagstukken zijn die met elkaar gemeen hebben dat ze even ingrijpend als politiek gevoelig zijn, terwijl tegelijkertijd een lange overgangstijd nodig zal zijn als het beleid wordt veranderd. De ene is de AOW (of breder: de vergrijzing), de andere is de hypotheekrenteaftrek (of breder: de huizenmarkt). Bovenberg vindt dat het komende kabinet op beide onderwerpen een ‘nationale consensus’ moet organiseren – brede steun dus van alle (grote) politieke partijen. Het geëigende middel: twee staatscommissies. Onder leiding van oud-premier Wim Kok (PvdA) zou de AOW gefileerd moeten worden; oud-premier Ruud Lubbers (CDA) zou de huizenmarkt voor zijn rekening moeten nemen.
Tegen een dergelijke aanpak bestaat een belangrijk bezwaar: tijdverlies. In feite worden beide problemen bij deze aanpak al over de kabinetsperiode heen getild nog voordat die begonnen is. Dit klemt vooral omdat voor beide vraagstukken – de vergrijzing meer dan de huizenmarkt – de oplossingsrichting eigenlijk wel bekend is.
Toch is het geen slecht plan. Op de korte termijn (verkiezingen, formatie) kunnen zo de maatregelen genomen worden waar ‘de politiek aan toe is’. Over het bevorderen van de arbeidsparticipatie onder 65-minners bijvoorbeeld kunnen, met inbegrip van het normale politieke geharrewar, wel zaken worden gedaan, net als over het creëren van een stevig begrotingsoverschot. Beide staatscommissies – beide met VVD-vicevoorzitters natuurlijk – kunnen zich dan over het grotere verhaal buigen. Beleidsvoorbereiding: komende kabinet. Uitvoeren: het daaropvolgende kabinet.
In de ‘first best’ wereld is zo’n omweg natuurlijk niet nodig. Maar de grote politieke partijen hebben de afgelopen weken weer eens duidelijk gemaakt dat we – bestens – in een ‘second best’ wereld leven. Een staatscommissie waarin vooraf veel politiek kapitaal wordt geïnvesteerd, kan in die wereld van grote waarde zijn.
Frank Kalshoven