Profiel
CDA’er Derk Boswijk vult activistisch gat dat Pieter Omtzigt heeft achtergelaten
Na het vertrek van Pieter Omtzigt blijkt het CDA toch nog een activist in de Kamerbanken te hebben. Derk Boswijk schudde het landbouwbeleid van zijn partij op en maakt zich woedend over de evacuatie uit Kabul.
‘Vandaag spreek ik ook namens de SGP. Wat een ongelofelijke clusterfuck.’ Zo begon CDA-Kamerlid Derk Boswijk (32) vorige week zijn bijdrage aan het Afghanistan-debat. Om drie redenen een opmerkelijke opening. Vanwege het woord clusterfuck, dat zelden door CDA’ers wordt gebezigd. Vanwege het feit dat hij de christenbroeders van de SGP daaraan medeplichtig maakte. En vanwege degenen die hij met zijn clusterfuck op het oog had: het door het CDA gesteunde kabinet-Rutte III en zeker ook minister van Defensie Ank Bijleveld, een partijgenoot.
Boswijk was erg geëmotioneerd toen hij dat zei. Hij had veel contact met veteranen en Afghanen, vertelde hij. Er kwamen tranen. Woensdag was die emotie er opnieuw. Boswijk kwam met een reactie op de relschoppers die met bier, vuurwerk, brandjes en leuzen protesteerden tegen de komst van Afghaanse vluchtelingen naar de kazerne in Hartkamp. ‘Ik kots van mijn eigen generatiegenoten’, liet hij weten via Twitter. ‘Schaam je!’
Politicus met ballen
Het zal voor velen de eerste kennismaking zijn geweest met het in maart aangetreden Kamerlid. Maar zeker in de landbouwsector kent men hem al wat langer. Boswijk is ook de man van het nieuwe landbouwbeleid van het CDA, de woordvoerder die uitdraagt dat het niet langer taboe is om als CDA’er te zeggen dat de veestapel moet krimpen. Natuur én boer, dat moet de nieuwe lijn worden – niet tegenover, maar naast elkaar.
Hij publiceerde zijn landbouwvisie een dag voor het grote boerenprotest op het Haagse Malieveld. De boer met wie hij daarheen mocht meerijden was er zo boos over, dat Boswijk met de trein naar Den Haag moest. Als spreker op dat protest kon hij zich door het gejoel soms amper verstaanbaar maken. Je moet als politicus ballen hebben, zei hij daar. Daarom had hij zijn visie daags voor het protest naar buiten gebracht.
Zijn opvattingen liggen extra gevoelig omdat Boswijk niet van agrarische komaf is, zoals CDA-landbouwwoordvoerders doorgaans zijn. Om dat te compenseren, staat hij elke vrijdagochtend voor dag en dauw op om vanuit zijn woonplaats Kockengen naar een boer ergens in het land te rijden om te helpen bij het melken, voeren, maaien of wat maar nodig is. Om te horen wat er echt speelt.
Want van wat er echt speelt, is de Kamer wat hem betreft onvoldoende op de hoogte. Dat komt doordat er weinig praktijkgerichte Kamerleden zijn. Mensen zoals hij, een stapelaar die vmbo, mbo en hbo doorliep, een ingenieursbureau begon en uiteindelijk een master haalde. ‘Mensen moeten denken: die lijkt op mij, die komt op voor mijn belangen.’
Populisme als rode draad
Boswijk komt uit een strenggelovig milieu. Hij ging naar school op het Driestar College in Gouda, kweekvijver voor SGP-kaderleden. De eerste keer dat hij mocht stemmen, koos hij voor de PVV, iets wat hij vaak uit eigen beweging vertelt. Hij kon geen stage of baan vinden, zag dat voor allochtone leerlingen hetzelfde gold en dacht dat Geert Wilders zijn vinger op de zere plek legde. Een jeugdzonde, zo noemt hij het nu. Hij ziet er nu ook de voordelen van, omdat hij zich als CDA’er daardoor goed kan verplaatsen in populisten.
Eenmaal lid van het CDA klimt hij snel op in de partijgelederen. In 2015 wordt hij Statenlid in Utrecht, in 2019 provinciaal fractievoorzitter. Een jaar later wordt hij gescout voor de Tweede Kamer. Daar wordt veel van hem verwacht. Boswijk krijgt twee voor het CDA cruciale portefeuilles: landbouw én defensie. Voor dat tweede aandachtsgebied kan hij terugvallen op zijn functie van reserveofficier bij de Landmacht. Daaraan dankt hij ook de contacten met Afghanistan-veteranen op wie hij zijn inbreng in de debatten rond de evacuatie deels baseert.
Populisme loopt als een rode draad door zijn loopbaan. Boswijk schreef drie boeken, in eigen beheer uitgegeven. Twee ervan gaan over zijn familiegeschiedenis, en dan in het bijzonder over het turbulente leven van zijn grootvader. Het derde heeft de Amerikaanse president Theodore Roosevelt als onderwerp, door Boswijk als progressieve populist betiteld. Door conservatieve populisten als Wilders en Baudet heeft het populisme een negatieve klank gekregen, schrijft hij. ‘Wat we zoeken, is een progressieve populist. Of beter gezegd: een Theodore Roosevelt van onze tijd!’
Het CDA had iemand in zijn gelederen die aan die omschrijving had kunnen beantwoorden; Boswijk treedt in zekere zin in de voetsporen van Pieter Omtzigt. Hij mijdt als activistisch Kamerlid de confrontatie niet en gaat, zoals nu bij de evacuatie uit Kabul, zelf aan de slag om met zijn status als parlementslid vluchtelingen een vliegtuig in te krijgen.
Maar Omtzigt heeft de partij verlaten. Boswijk gaf in het verleden zijn voorkeurstem aan hem en vindt het ‘waardeloos dat het zo gelopen is’. Dat wil vooralsnog niet zeggen dat hij oversteekt, mocht Omtzigt een eigen fractie beginnen in de Kamer. Al steekt hij zijn kritiek niet onder stoelen of banken: ‘Het CDA moet terug naar de wortels van de christendemocratie.’ Zijn publieke statement: ‘Mijn visie is dezelfde als die van Omtzigt. Alleen ik doe het vanuit het CDA.’
Drie keer Derk Boswijk
Over zijn stem op de PVV:
‘Ergens is het denk ik goed dat ik destijds op Wilders heb gestemd. De PVV-kiezer kan ik nu, als Kamerlid, laten zien: jongens, ooit was ik jullie, maar ik ben veranderd. Kom over en help.’
(in het Reformatorisch Dagblad)
Over de toekomst van de landbouw:
‘Het is volgens mij waarschijnlijk dat we straks minder vee in Nederland hebben. Maar dat is geen doel. Het gaat mij erom dat boeren straks een goede boterham kunnen verdienen.’
(in Nieuwe Oogst)
Over de Tweede Kamer:
‘Ik heb een can do-mentaliteit. De Haagse politiek is eerder reactief dan proactief. Dat moet anders.’