Catalaanse meesters van de eeuwigdurende werveling
Barcelona is in de ogen van velen de beste voetbalploeg aller tijden. Het elftal is de concurrentie een decennium te snel af. Vanavond wint Barcelona dus normaliter de Champions League, in de finale tegen Manchester United in Londen.
Soms gaat het voetbal van Barcelona bijna te snel voor het woud van camera's rond het veld. Af en toe is de virtuele werkelijkheid van de Playstation een suffe bedoening, voor wie die naast de werkelijkheid van Barcelona legt.
Barcelona is een paar jaar geleden in de tijdmachine van het voetbal gestapt. Toen het deurtje weer openging, bleek de ploeg neergestreken in 2021, als uitdrager van schier perfect combinatievoetbal, uitgevoerd in een duizelingwekkend tempo. En de opponenten leven nog in 2011.
Met staccato uitgesproken zinnetjes beoordeelt toptrainer Guus Hiddink het spel van Barcelona. 'Technisch briljant. Ik kan gebiologeerd kijken naar hun manier van verdedigen. De ploeg geeft letterlijk wendingen aan het spelverloop. Iedereen is aanspeelbaar, ook in de dekking. En ze worden helemaal gek als ze de bal kwijt zijn. Dan willen ze hem meteen terug.'
Het is dit seizoen al tientallen keren gesteld, door trainers, spelers, analytici en fans. Barcelona is het beste clubteam aller tijden. Hoe dat te meten is? Dat is officieel niet te meten, omdat elk tijdvak zijn uitblinkers heeft. Maar toch spreken kenners de lof uit als een mantra. Zelfs de bedachtzame Bert van Marwijk, bondscoach van het Nederlands elftal, geeft het volgende antwoord op de vraag of Barcelona het beste elftal aller tijden is: 'Ik denk het wel.'
Van Marwijk is het meest onder de indruk van het vermogen de bal te heroveren. Dat is nog nooit vertoond. 'Die kleine, creatieve mannetjes gaan meteen op jacht als ze de bal hebben verloren, ook op de helft van de tegenstander.'
Het is als het totaalvoetbal van Oranje in de jaren zeventig, maar dan in extreme vorm, in een veel hoger tempo, dieper op de speelhelft van de tegenstander. Totaalvoetbal anno 2011. Het spel draagt ook het stempel van de maestro van de originele kunstvorm, van Johan Cruijff dus, de voormalige trainer van Barcelona en de inspiratiebron voor zijn toenmalige spelmaker, Josep Guardiola.
Het is eenvoudig om een aantal criteria van Barcelona's tovenarij te formuleren.
De exceptionele techniek is de basis van alles. Met name Xavi, Iniesta en Messi beheersen vrijwel alles; kort spel en de lange pass, met links of rechts gegeven, de dribbel of het één keer raken. Wegdraaien. Ze zijn bijna perfecte voetballers. Het is alsof ze door wijlen Wiel Coerver, goeroe van de techniektraining, zijn opgesloten in een voetbalkooi en pas naar buiten mochten toen ze alle technieken beheersten.
De doelman (Valdes) kan meevoetballen, de centrale verdedigers (Piqué, Puyol) koppelen onverzettelijkheid (Puyol) aan overzicht en het vermogen het middenveld te versterken (Piqué), de backs (Dani Alves op rechts, Adriano, Abidal of Maxwell links) doen voortdurend mee aan het offensief. Iedereen is voortdurend aanspeelbaar, het elftal is constant in beweging. Barcelona is het perpetuum mobile van het voetbal.
Een andere krachtbron is de gewenning aan elkaar. Het elftal is, in een tijd van voortdurend verhuizende voetballers, door de bank genomen al jaren samen. Velen zijn opgeleid op La Masia, het jeugdcomplex van de club. Ze kunnen elkaar dromen, ze kunnen hun speelwijze blind uittekenen.
Een publiek geheim is het driehoekje. Voetbal zweert bij driehoekjes. A speelt naar B, B naar C, B terug naar A, of juist weer naar C. Barcelona maakt overal driehoekjes, vaak op een stukje veld en ogenschijnlijk ongevaarlijk. De bal verlaat dat driehoekje alleen om te verhuizen naar een ander driehoekje.
Het driehoekje schuift steeds verder op naar het vijandelijke doel. Tik, tik, tak. Het is een symfonie in up-tempo; de Sabeldans van Katsjatoerian in voetbalvorm. Niemand anders komt aan de bal. De tegenstander wordt gek, die krijgt zin om een schop uit te delen.
Het driehoekje vertraagt het tempo of versnelt juist, en opeens is daar die eruptie. Dan ontsnapt Messi (of een ander) en volgen de anderen in zijn kielzog. Mocht hij de bal verliezen, dan zijn ze snel bij hem om die weer te heroveren. Dat gebeurt bijna zonder overtredingen. Het lukt door inzicht, techniek en de juiste opstelling.
Om onder die druk uit te komen, heeft de tegenstander nog meer techniek nodig dan Barcelona. Die tegenstander bestaat nog niet, want die heeft de vlucht in de tijdmachine gemist.
Barcelona's voetbal is het spel van de eeuwige combinatie, van het fijnzinnige spel tussen de linies. De NOS liet onlangs beelden zien uit het duel met Arsenal, waarin Barcelona de bal een keer of 50 naar elkaar speelde, zonder interventie, uitwaaierend over het hele veld. Niet alleen sommige tegenstanders worden daarvan gek, ook menig tv-kijker, vooral degenen die van het Engels getint spel van vroeger houden.
Maar ben je daarom al het beste team aller tijden, waarvoor een elftal alleen in aanmerking kan komen als het, naast het winnen van prijzen, ook voetbal nalaat dat het waard is om herinnerd te worden?
Het is niet zo moeilijk een lijst te maken van uitmuntende clubelftallen door de jaren heen. Die met elkaar vergelijken is officieel dus zinloos. Officieus niet. Het Real Madrid van Di Stefano is officieel bijna nooit meer in te halen, want het won de eerste vijf Europa Cups, van 1956 tot 1960. Maar in die tijd waren landen als Nederland pas net begonnen met profvoetbal.
Dan is daar het Ajax van de vroege jaren zeventig, het Liverpool van even daarna, het Milan van de jaren tachtig, het Barcelona van de jaren negentig: het Dream Team van trainer Cruijff dus. Volgens Guardiola, destijds speler, is het huidige Barcelona niet zo ver als het elftal met Koeman dat in 1992 de eerste Europa Cup I (nu Champions League) voor Barcelona won.
Misschien meent Guardiola wat hij zegt. Misschien zegt hij het vooral om het vuur brandend te houden, om meerdere jaren te beleven als 2009, toen Barcelona alle prijzen won: titel, beker, nationale Supercup, Europese Supercup, Champions League, Wereldbeker.
Vooralsnog blijft de honger van Barcelona, drie keer op rij kampioen, opvallend. Je kunt stellen dat Real Madrid dit seizoen dichterbij is gekomen en ook voor de stelling van Real-middenvelder Özil, dat het groeiende Real het op zijn top verblijvende Barcelona komend seizoen zal passeren, valt iets te zeggen. Barcelona is geen Sagrada Familia, de kathedraal van Gaudi die nooit wordt afgebouwd. Barcelona is niet van steen, maar van vlees en bloed, en dus feilbaar. Eens zal de neergang inzetten. Als Barcelona vanavond wint, heeft het de Champions League in de laatste zes jaar drie keer gewonnen. Gezien het huidige niveau van de concurrentie is dat bijzonder knap.
Toch durven veel volgers al de stelling aan dat Barcelona het beste elftal aller tijden is, juist en ook omdat het spel zo overweldigend is om te zien. Van Marwijk: 'De ploeg is ongelooflijk veelzijdig en beheerst alle facetten van het voetbal. Barcelona heeft soms 70 tot 80 procent balbezit, en vaak op de helft van de tegenstander. Het is de enige ploeg die tegen andere topteams kan voetballen en de tegenstander daarbij onder de grootst mogelijke druk zet.
'De meeste topploegen spelen pas echt mooi als ze de tegenstander op de knieën hebben gedwongen, na een half uur of een uur. Vooral dan zie je de mooie acties. Maar als de wedstrijd begint en iedereen nog fit is, is dat moeilijk voor ze. Barcelona is in staat om vanaf de aftrap, in heel kleine ruimten, de mooiste dingen te laten zien. En dat in een tijd dat er bijna geen ruimte en tijd meer is voor creativiteit.'
Het is ook voetbal dat iedereen begrijpt. De ploeg hanteert geen raar systeem of voetbal dat is gebaseerd op eindeloze tactische vondsten, van een trainer met de kolder in de kop. Het is in feite eenvoudig voetbal, zeker voor Nederlanders: 4-3-3, met aanvallende backs, een doelman die meedoet, vleugelspelers en creatieve, balvaste middenvelders. Alleen de spits is atypisch, want dat is Lionel Messi. Het onbegrijpelijke ligt vooral in het niveau van de uitvoering.
De superaanvallende tactiek levert nauwelijks schade op. Dat zegt iets over techniek en uithoudingsvermogen. In het huidige voetbal is de zogenoemde omschakeling heilig, het moment waarop de ene ploeg de aanval van de andere overneemt; de geboorte van vele doelpunten.
Barcelona zou een legendarisch slachtoffer van de omschakeling moeten zijn, maar dat is dus niet zo. Het gaat weleens fout: tegen Inter, vorig seizoen, en twee jaar geleden tegen Chelsea bijna. In de achtste finale van dit seizoen tegen Arsenal bleef het tot het eind oppassen, omdat Barcelona veel kansen onbenut liet en de tegenstander bleef loeren. Zo'n moment van omschakeling kan vanavond ook fataal zijn tegen Manchester United, met snelle, goede aanvallers als Rooney en Nani.
Barcelona heeft het bovendien traditioneel moeilijk tegen fysiek sterke ploegen met veel lengte, omdat de eigen spelers gemiddeld klein zijn.
Het beste is dit seizoen ook een beetje van het spel af. De superieure duels vonden rond november plaats, met de vernietiging van Real Madrid (5-0) als hoogtepunt. Sindsdien is het voetbal van iets minder niveau en kwam de kritiek. Piqué denkt te veel aan zijn vriendin, zangeres Shakira. Alves en Busquets zijn aanstellers. Xavi en Iniesta protesteren altijd bij de scheidsrechter. Pedro en Villa zijn al maanden matig in vorm.
Niet-liefhebbers van de ploeg stellen dat Barcelona zonder Messi helemaal niet het beste elftal aller tijden zou zijn. Dat is waar. Messi is nu eenmaal de beste voetballer aller tijden (ook deze kwalificatie is niet officieel). Hij verheft het elftal. Maar Messi hoort nu eenmaal bij Barcelona. Het spel is op zijn genialiteit gebaseerd. Iniesta en Xavi zijn onmisbaar, maar zonder Messi ontbreekt de cruciale punt van de gouden driehoek.
De kritiek is ook niet zo relevant. Zonder Cruijff had Ajax nooit drie Europese bekers op rij gewonnen, zonder Maradona was Argentinië nooit wereldkampioen geworden en zonder Mona Lisa was Leonardo da Vinci een stuk minder bekend geweest.
Messi is bovendien het vriendelijke kereltje dat iedereen voor zich inneemt. Guus Hiddink: 'Messi wordt bijna nooit smerig aangepakt. Iedereen ziet in deze jongen de ultieme voetballer. Hij is er nooit op uit om iemand te beschadigen, en er zijn ook bijna geen half waanzinnige houthakkers die zeggen; en nu is het afgelopen, nu geef ik hem een schop.' Velen gunnen de Argentijn het succes. Ze zijn ook bang voor de toorn van de internationale voetbalgemeenschap, als ze hem pijn doen.
Hiddink: 'Barcelona is het pure voetbal, zonder flauwekul, gespeeld door voetballers zonder ringen door oren, neuzen en navels. Maar nu word ik misschien ouderwets.'
En ouderwets zijn past niet bij een ploeg die door de tijdmachine een decennium de toekomst is ingeschoten.
Xavier 'Xavi' Creus
(31, 1,70 m, 68 kg)
Middenvelder, debuut: 18 augustus 1998
Lionel
Messi
(23, 1,69 m, 67 kg)
undefined