Campagnestatistiek Wie regeert, moet lijden

Als statistieken voorspellende waarde hebben, gaat of de VVD of de PvdA verliezen op 19 maart. Of allebei. Sinds de raadsverkiezingen van 1982 raakte minstens één van de partijen die op dat moment in het kabinet zaten, honderden raadszetels kwijt. Meestal verloren alle coalitiepartijen flink.

De Karavaan vergeleek de uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen vanaf 1978, verzameld door de Kiesraad, met de partijpolitieke samenstelling van het kabinet op verkiezingsdag.

Vooral de lokale verkiezingen van 2002 - die van Pim Fortuyn - veroorzaakten een 'bloedbad'. Alledrie de partijen van dat paarse kabinet - PvdA, VVD en D66 - verloren fors. Samen ruim 950 raadszetels.

In 2006 verging het Balkenende II al niet veel beter. Wederom verloren alle coalitiepartijen, CDA, VVD en D66. Grote winnaar was de partij die buiten het kabinet was gehouden: de PvdA ging van 16 naar 23,5 procent van de stemmen. Die partij kon die winst vier jaar weer volledig inleveren. Logisch, want de PvdA had er bijna evenzoveel jaren regeringsverantwoordelijkheid opzitten.

Vooral D66 heeft lokaal last van regeringsdeelname. Van 1994 tot en met 2006 werd de partij steeds praktisch gehalveerd. De opleving kwam in 2010 toen D66 niet meer in het kabinet zat.

De VVD was de laatste die wel profiteerde. In 1982 ging de partij van bijna 1.550 raadszetels naar zo'n 2.150 zetels. Wel halveerde vier jaar later die winst weer - want de VVD bleef maar in de regering zitten.

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden