Calabrië, het achterstgebleven stukje Italië, is een haast onaards lustoord, zegt Martin Simek. En hij kan het weten als prominente inwoner van Isca sullo Ionio. Aflevering 9 in de onregelmatig verschijnende reeks zoektochten naar aardse paradijzen.
Nergens is het leven beter dan in Calabrië. Hier ben je in de teen van de Italiaanse laars, ver weg van toeristen en buitenhuisbezitters, in het land van de 'Ndrangheta. Tegenwoordig valt die naam nogal eens in verband met cocaïnetransporten, maar in de jaren zeventig van de vorige eeuw genoot de Calabrische maffia vooral bekendheid vanwege ontvoeringen. Politici of bankiers uit het rijke Italiaanse noorden werden meegevoerd naar het zuidelijkste puntje en verstopt in de schitterendste berglandschappen, omgord door een magnifieke azuurblauwe zee.
Het was in een voortreffelijk restaurant in een van die tegen de rotsen klevende Calabrische dorpen dat Martin Simek - Tsjechisch-Nederlandse tenniscoach, cartoonist, interviewer, columnist, aforist, theatermaker, paradijszoeker én paradijsvinder - met afgezwaaide 'Ndrangheta-mannen kwam te babbelen over de kidnappraktijken van weleer. Simek lanceerde toen een idee waar die gepensioneerde maffiosi even flink van opkeken: ontvoeringen op verzoek.
'Moeder Natuur omarmt je elke dag'
Waarom niet? In het rijke, druilerige noorden van Europa wemelt het van de mensen die gevangen zitten in vreugdeloze levens. Zo veel geld en stress als die hebben, zo weinig proeven ze van het Goede Leven. Diep in hun binnenste zouden ze willen ontsnappen, maar ze weten niet hoe, vastgeketend als ze zitten aan kantoorgebouwen, huwelijken, pensioenfondsen, digitaal speelgoed en leasebakken. Al die bazen, chefs, echtgenoten en iPads die de weg naar het paradijs blokkeren - die ben je in één keer te slim af door je te laten ontvoeren naar een paradijs waar ze expertise hebben op het vlak van kidnappen.
Wie na een onderdompeling in Calabrische warmte, Calabrische hartelijkheid, Calabrische watervallen, Calabrische wijnen en Calabrische stilte weer notie heeft gekregen van het begrip levensvreugde, betaalt de 'Ndrangheta losgeld voor een mooie ontvoering-all-inclusive.
In de woorden van Simek: 'Onze Vader mag dan in de hemel zijn, onze Moeder Natuur omarmt je hier elke dag.'
Martin Simek (1948, Praag) vluchtte in 1968 naar Nederland, of meer, zoals hij het zelf formuleerde, 'naar de vrijheid'. In het toenmalige Tsjecho-Slowakije was hij een talentvol tennisser, hier begon hij aan een studie economie, die hij niet voltooide. Daarna werkte hij als tenniscoach, van onder anderen Michiel Schapers. Voor onder meer De Groene Amsterdammer en NRC Handelsblad maakte hij cartoons en schreef hij columns. Van 2001 tot en met 2008 maakte hij voor de educatieve omroep RVU het radioprogramma Simek 's Nachts. Mede voor dat programma kreeg hij in 2009 de radioprijs De Zilveren Reissmicrofoon.
'Het goede leven'
De waterval tussen de mediterraan begroeide rotsen fungeert als douche. De sinaasappels zijn overrijp, de takken van de moerbei zwaar van de bessen. Olijven pluk je van de bomen, rozemarijn van de struiken, venkel van de grond. De ochtendzon weerspiegelt in een wilde roos. Terwijl de geur van op vijgentakken bereide koffie zijn reukorgaan beroert, stelt de bewoner van dit paradijs: 'In je eentje urenlang tegen een orgasme aanzitten terwijl er zelfs geen gedachte aan seks in je opkomt, dat bestaat: ik ben getuige.'
Een plek die een dergelijke extase opwekt, die bestaat bij gratie van de afwezigheid van wifi en designbadkamers. Een paar jaar terug trainde Simek in Paradijs Calabrië een jonge tennisser, die via via liet weten 'de luxe toch wel te missen' in het voormalige varkenshok op de rotsen waar zijn coach hem had ondergebracht. Toen ze in de late herfst in de nog heerlijk warme Ionische Zee zwommen, leerde Simek hem op Simekiaanse wijze een levensles: 'Weet je wat ik nu toch wel mis? Luxe.'
Luxepaarden hebben over luxe nog veel te leren. Jaren geleden was er een Zwitserse prof die een beroep deed op de diensten van Simek, die toen nog hoger in de Italiaanse laars vertoefde. Die Zwitser maakte in zijn Maserati rechtsomkeert toen bleek dat hij was beland tussen boeren en schapen die nog nooit van cola light hadden gehoord. Luxe: is dat een warme zee in november of een designbadkamer? Worden we gelukkig van een gouden kraan of een bron met helder bergwater dat ook helpt tegen hoge bloeddruk? Wat is dat, een echt goed leven?
'Het goede leven' is een van de populairste termen van deze tijd, terug te vinden in vele boeken uit het genre filosofie-light. 'Levenskunst' is een onofficieel synoniem. Dat 'goede leven' of die 'kunst te leven' laat zich niet eenvoudig definiëren. Maar degenen die het nastreven, weten doorgaans dat je er in Europa voor moet afzakken - naar plekken waar de tomaat nog naar tomaat smaakt, waar het middagmaal twee uur duurt, waar elk déjeuner of pranzo wordt gevolgd door een slaapje, waar mensen 's avonds niet achter beeldschermen wegduiken, maar naar buiten gaan en kwebbelend en gesticulerend alle wereldproblemen oplossen. Levenskunstenaars, die wonen dicht bij de zon en ver van de ratrace.
Vele welgestelde Noord-Europeanen bekwamen zich tegenwoordig in levenskunst met hulp van buitenhuizen in Frankrijk, Italië, Spanje en Portugal. Wie wil, kan in al die buitenhuisbezitters de navolgers herkennen van al die kunstenaars die vanaf de 16de eeuw zuidwaarts trokken op zoek naar zon, goede spijzen en wonderschone panorama's. In musea wereldwijd wemelt het van de Italiaanse landschappen in olieverf. Goethe gaf zijn Italiaanse reisdagboek een motto mee dat aan duidelijkheid niets te wensen overlaat: Et in Arcadia ego. 'Ook ik in Arcadië.'
Volgens de Britse tv-persoonlijkheid Robin Leach, bezitter van een buitenhuis in Italië, begint het goede leven op plekken 'waar ze werk aan voedsel en wijn toevoegen, en niet andersom'.
Levensvreugde
Zelf ben ik van de generatie Nix, een generatie die geen eigen buitenhuisbudget heeft. We mochten een keer een week verblijven in het buitenhuis van babyboomers in een Frans dorp. Wat opviel, was dat daar helemaal geen lokale levenskunstenaars meer woonden. Hier zag je Britse, Deense en Nederlandse zestigers. De meeste huizen zaten goed in hun dubbelglas en hun IKEA. Wifi was geen probleem, Noord-Europese senioren gebruikten de iPad ook in de tuin. De kerkklokken hadden lang geleden voor het laatst geluid, het dorpsrestaurant was jaren eerder gesloten. Speciaal voor noorderlingen op zoek naar het goede leven was er een nieuw eettentje geopend. De meeste buitenhuisbezitters vonden het eten daar niet 'authentiek' en reden tientallen kilometers naar het eerste 'ouderwetse' restaurant.
Zó is het paradijs niet in de voorstelling van Martin Simek. Of deze Praagse Nederlander nu tennissers bijstaat, gasten bevraagt of aan het tekenen slaat - specialità della casa is steevast die voorliefde voor het niet-gebaande pad en ingevingen die buiten conventionele denkkaders vallen. Zowel zijn grootste fans als de minder door hem gecharmeerden weten dat Simek kan doorgaan waar anderen stoppen.
Als zo iemand genoeg krijgt van grijze luchten, dan eindigt hij niet in de Dordogne. Dat Italië het meest aan levensvreugde te bieden heeft, wist Simek nadat hij de film La Terrazza (1980) van Ettore Scola vijfmaal had bekeken. Aangenamere figuranten dan in die film bestaan niet. Maar in cosmetisch opgekalefaterde, door toeristen platgelopen streken als Toscane is de kans dat je zulke Italianen vindt kleiner dan dat je er een collega treft.
Simek zakte af in de laars en beleefde enkele jaren van puur geluk in Carbognano ten oosten van Rome, met vrienden met bijnamen als de Rooie en het Hakje, met maaltijden in ondergrondse cantina's waarvoor het varken net was geslacht en de grappa net was gestookt. En toen begonnen lui uit Rome daar óók tweede huizen te kopen, met alle gevolgen van dien: de kippen moesten weg uit het dorp, de klok op het stadhuis mocht 's nachts niet meer slaan, de grappa mocht niet meer thuis worden gestookt. Met lede ogen zag Simek, Martino voor de intimi, hoe de Rooie en het Hakje hun wijn en grappa voortaan uit de winkel betrokken; hoe, nu ja, het allerbeste uit Carbognano verdween.
Er was een vluchtroute die paradijszoekers nog nauwelijks hadden uitgeprobeerd. Er bestaat immers een stuk Italië waar het met het toerisme nooit wat is geworden.
In 2016 staat de teen van de laars in de toptien van mooiste streken van reisgidsenserie The Rough Guide. Echter: toen Simek aankondigde met zijn grote liefde Iris van Hornsveld te gaan afdalen naar Calabrië, vielen de reacties samen te vatten met de zin: 'Zijn jullie gek geworden!' Christus kwam niet verder dan Eboli, heet de beroemde roman van Carlo Levi. Calabrië begint honderden kilometers ónder Eboli en dan krijg je de 'Ndrangheta er nog bij.
Hof van Eden
Op een vroege ontdekkingstocht door dit ruige paradijs dachten Martino en Iris enkele minuten dat ze beter naar die waarschuwingen hadden kunnen luisteren. Op een van die schitterende, nauwelijks meer berijdbare Calabrische bergweggetjes kwamen ze oog in oog te staan met twee kerels 'met zúlke gezichten dat zelfs de meest tegendraadse en experimentele filmmaker ze voor niets anders zou kunnen casten dan voor moordenaar'.
Simek sprak zijn laatste woorden tegen Iris: 'Ik hou van je.' Toen volgde de opluchting: de ergste killer bleek een dichter die graag voorlas uit eigen werk.
Calabrië. Nergens zijn de witte stranden zo leeg, stijgen de bergen zo fraai op uit de zee en zijn middeleeuwse dorpjes zo magnifiek tegen imposante rotspartijen aangesmeten.
De ontdekking van de mooiste plek in de mooiste streek begon, Simek is daar open over, met een sanitaire stop. Helemaal boven in het picturale Isca sullo Ionio bewandelden Martino en Iris een smal pad langs een steile olijfgaard op zoek naar struikgewas geschikt voor plasjes. Toen hoorden ze in de verte een waterval neerslaan. Een paar honderd avontuurlijke meters verder, langs sinaasappels, citroenen en vijgen, stonden ze ín de Hof van Eden, onder die waterval.
In het heerlijk koude water doet hij nu een bekentenis: zonder dit Calabrië was hij nooit op zijn 56ste aan het vaderschap begonnen. Zó veel kan een plek met een mens doen. Iris was aanvankelijk verrast toen Martino, die vroeg in hun relatie duidelijk had gemaakt het huisvaderschap niet te ambiëren, uitriep dat het fantastisch moest zijn om in Calabrië op te groeien. 12 en 10 zijn hun zoons nu, ze spreken vloeiend Italiaans met een Calabrische tongval. Ze zitten een flink eind naar beneden op school, want boven de 150 meter vind je in Calabrië weinig mensen onder de 60.
Wie op een écht paradijs stuit, gaat er niet een paar keer per jaar met de iPad in de tuin zitten. Echte paradijsvinders gaan voluit. Gauguin verliet 125 jaar geleden de geperverteerde beschaving om op Tahiti tussen nobele wilden opnieuw te beginnen. Gabriel Garcia Márquez was zo dol op het revolutionaire Cuba dat hij bijna bij Castro introk. Op een verlaten strand in Brazilië's 'sensuele paradijs' Bahia trof ik een verwilderde arts uit Manhattan die met één klap de deur naar zijn vorige leven had dichtgetrokken - en die sindsdien zijn bovenlijf nooit meer had bedekt.
Achtergebleven
Langs Calabrië's Ionische kust wemelt het van de karkassen van onvoltooide betonnen bouwsels. Hogerop staan wat windmolens die nooit draaien, maar die zodoende wel gedachten opwekken aan de slechte cijfers van deze regio op de rapporten van de corruptiebestrijding, en aan geklooi met Europese subsidies.
De alomtegenwoordige automobiel in de teen van de laars is de Fiat Panda van dertig jaar terug. Je ziet hier ook nog elders uitgestorven modellen als de Fiat 127, de Fiat 850 en natuurlijk de originele versie van de Fiat 500. Alleen dorre zielen raken niet vertederd door winkeltjes met caissières die Maria-prentjes tussen de toetsen van hun kassa's hebben staan. Let hier ook op die verkeersborden waarop trompetten zijn doorgestreept en die, gok ik, fanfares moeten ontmoedigen tijdens begrafenissen treurmarsen ten gehore te brengen. Ook nog waargenomen in Calabrië: telefooncellen en internetcafés.
Calabrië: dat geldt al heel lang als het armste en meest achtergebleven stuk van Italië. Dat levert de leegste stranden van de laars op en de beste salmone al limone voor het minste geld. Wie een restaurant binnenloopt, kan allerhartelijkst worden gevraagd wat hij hier komt doen. Daarna komen verhalen over familieleden die in het buitenland werken of lang geleden zijn geëmigreerd. Achterblijvers in dit paradijs hebben zelfspot. Je hebt weinig beroemde mensen in Calabrië, zeggen zij, maar véél beroemde mensen van Calabrische origine: de Amerikaanse politicus Leon Panetta, zanger Eros Ramazzotti, popmuzikant en acteur Steven Van Zandt, schrijver Gay Talese, modekoning Gianni Versace en, laten we haar niet vergeten, de moeder van zangeres Alicia Keys.
'Ndrangheta
Hogerop raken Calabrische wegen bezaaid met kraters en denneappels, kun je uren op de weg stilstaan of meerijden in het ritme van lome runderen. In de dorpjes tegen de rotsen zijn de straten nauw, de gevels hoog en de balkons van gietijzer. Als de middaghitte afneemt, vertonen zich daar mensen die meestal op leeftijd zijn. 's Avonds vind je die onder prieeltjes of op trappen van kerken waarvan de klokken nog altijd luiden. Overal verkeren schitterende 18de-eeuwse paleisjes in gevorderde staat van verval. Honden luieren midden op de weg, straatkatten zitten op ieder muurtje.
Waar is de 'Ndrangheta? Over de 'Ndrangheta zegt iedereen hetzelfde: daar heb je niks mee te maken als je er niks mee te maken hebt. Ik reed over een adembenemend slechte weg met adembenemend mooie vergezichten naar het bergdorp San Luca, bekend als maffiabolwerk. Op straat liepen jongens met precies dezelfde opgeschoren kapsels, allemaal vriendelijk, althans tegen mij: een vreemdeling zeker die verdwaald is zeker. Een paradoxaal gevolg van de aanwezigheid van de 'Ndrangheta en de afwezigheid van toeristen schijnt de lage kleine criminaliteit te zijn. In dit stuk Italië sluiten mensen huis en auto vaak niet af. Ik deed mijn auto wel op slot, echter: in Siderno aan zee liet ik per ongeluk het raam openstaan en mijn portefeuille op de bestuurderszetel liggen. Drie uur later lag-ie er nog.
De 'Ndrangheta doet natuurlijk wel aan grote criminaliteit. Dat Martin Simek vaak in pyjamabroeken van C&A acte de présence geeft in restaurants, heeft ook met de 'Ndrangheta te maken, vertelt hij. De broeken hebben een dubbele functie: ze houden de benen heerlijk koel in de hitte én zorgen ervoor dat de verkeerde mensen niet worden verleid contact met je te zoeken. Zelfs kleine maffiosi zoeken in een restaurant geen toenadering tot een dinerende vogelverschrikker.
Vluchtelingen
De 'Ndrangheta zie je niet; langs de Calabrische kusten zie je wel veel, erg veel vluchtelingen - in de teen van de laars ben je ook aan de rand van Europa. Ik ontmoet langs zee onder anderen William uit Nigeria, Ariam uit Eritrea en Nader uit Afghanistan, allemaal met bootjes in Calabrië aan land gekomen. Ze brengen er hun dagen door met het sleutelen aan auto's, het verzamelen van karretjes voor supermarkten of gewoon met bedelen. Allemaal zouden ze hun geluk wel noordwaarts willen beproeven, maar hoe?
In een veelbesproken uitzending van het tv-programma De Wereld Draait Door vertelde Simek over zijn gevoelens van machteloosheid oog in oog met al die arme vluchtelingen aan de Calabrische kust. Hij geeft 'die zwartjes' vaak een lift in zijn pick-up die nog van de Amsterdamse plantsoenendienst is geweest. Die politiek-incorrecte term gebruikte hij met opzet, maar tafeldame Sylvana Simons begreep of waardeerde dat niet. Martino was blij toen hij terug was in Calabrië, waar er weleens maffiosi op je loeren, maar nooit Black Panthers. Grote liefde Iris is net als Sylvana Simons van Surinaamse origine.
De burgemeester wilde Martino en Iris het ereburgerschap van Isca sullo Ionio verlenen. Ze zijn de eersten in vele decennia die er stenen op elkaar hebben gelegd. Ze maakten ruïnes weer bewoonbaar en toverden varkenshokken om tot huisjes. Toen Martino de burgemeester toevertrouwde dat ze de Calabrische bureaucratie nooit bouwvergunningen hadden afgetroggeld, kneep hij een oogje dicht. Bij hun werkzaamheden kregen ze veel hulp van lieverds van dorpelingen. Vooral de oude Antonio verzette bergen werk voor hen, echtgenote Peppina betoonde zich veelvuldig een voortreffelijke kokkin.
'Romantisch wereldbeeld'
Natuurlijk vonden al die mensen hen een beetje raar. Wie gaat er nu zwoegen in de wildernis boven een oud dorp waarin wat armoedzaaiers op leeftijd zijn achtergebleven? De meeste van die mensen zijn blij dat de tijd van zwoegen voorbij is. Vroeger moesten ze zich afbeulen op het land, nu krijgen ze 400 euro pensioen. En zelfs van dat bedrag sturen ze nog een deel op naar kinderen in Noord-Italië of verder weg.
Simek legt de vinger op zijn lippen. Tien minuten luisteren we in stilte naar het ruisen van de bron waarvan het kristalheldere water helpt tegen hoge bloeddruk. Ik vertel Simek dat ik nu vier jaar met aardse paradijzen bezig ben, dat ik sympathiseer met paradijszoekers, maar dat ik bij elk van hen met de stethoscoop op de borstkas wel een diagnose kan stellen. Bij de ontdekker van Paradijs Calabrië meen ik een 'romantisch wereldbeeld' te herkennen. Dat is een veelvoorkomende aandoening onder welgestelden. Fransen kennen de term nostalgie de la boue,'heimwee naar de modder'. Al die gegoede Europeanen die in boerenhuizen in zonnige streken genieten van de authentieke kwaliteit van het leven, hebben gemeen dat ze nooit in zulke 'authentieke' omstandigheden zijn opgegroeid. Mensen die graag hun eigen voedsel verbouwen, hoefden als kind nooit op het land mee te helpen. Mensen die dol zijn op 'echte duisternis' waardoor de sterrenhemel beter uitkomt, hebben in jeugd nooit in het donker gezeten. Mensen die afkómstig zijn uit dorpen met onverharde wegen en echte duisternis, die willen doorgaans graag asfalt en straatverlichting.
Simek, paradijsvinder, verwerpt dat predicaat 'romanticus' ten enenmale. Hij is juist het tegenovergestelde. Een romanticus vult van alles in, die droomt er vanalles bij, die ziet dingen die er niet zijn. Deze paradijsvinder gaat het juist om wat er wél echt is, om het echte leven dat achter truttigheid, façades en schone schijn verscholen zit. Zulk leven vind je in Calabrië, daar doen ze niet aan schone schijn, daar lijden mensen zelden of nooit aan emotionele constipatie. Waar de tomaat nog naar tomaat smaakt en de sinaasappels van de bomen vallen, daar zijn lachsalvo's echte lachsalvo's en tranen echte tranen.
Later maakt hij deze zienswijze inzichtelijker. We zitten dan 'als twee Adams in de lusthof' nabij Simeks waterval en komen te spreken over een belangrijk niet-sexy onderwerp: het Sovjet-communisme. Simek werd geboren in Praag in 1948, het jaar dat de vazallen van de Sovjet-Unie daar de macht overnamen. Hij groeide op in een wereld van apparatsjiks en nomenklatoera. Wat in die wereld officieel werd verkondigd, was altijd leugenachtig. Wie in die wereld een positie van betekenis bekleedde, was niet te vertrouwen. Hoe hoger in de hiërarchie hoe meer mensen te verbergen hadden. Mannen met stropdassen in grote zwarte auto's, dat waren válse mannen.
Welke mensen kon je daar wél vertrouwen? Wie durfde wél de waarheid te zeggen? Precies, de Tsjechische equivalenten van Antonio en Peppina, de mensen uit afgelegen bergdorpen, mensen die vaak niet eens konden lezen en schrijven. Dat waren de mensen bij wie je veilig was, die je een stuk van hun eigen varken serveerden, die je hun eigen alcoholische brouwsels inschonken, die nooit informateurs waren van de staatveiligheidsdienst, die gewoon zeiden: 'Dat regime, dat deugt niet.'
Deze ervaring was niet alleen Simek voorbehouden. Ook Václav Havel vond in decennia van repressie sporen van vertrouwen terug in een marge waarop het regime geen grip had gehad. Tsjechië's beroemdste filmregisseur Jiri Menzel maakte in die jaren zijn film In de rust van het bos. Laten we ook Tomas en Tereza niet vergeten, 's werelds beroemdste Tsjechische romanpersonages. Pas aan het eind van De ondraaglijke lichtheid van het bestaan worden ze gelukkig op het platteland.
'Levenskunstenaar'
Wie als kind het discours van apparatsjiks moest slikken als levertraan, weet voor de rest van zijn leven dat zwervers en landarbeiders de waarheid spreken. Sterker: dat zulke mannen eerlijker én moediger zijn dan mannen met status. Daarmee belanden we in het hart van het Simekiaanse gedachtegoed: dingen zijn vaak het omgekeerde van wat ze lijken. Grote leiders, apparatsjiks en managers: dat zijn vaak bange mensen, die verbergen van alles en nog wat.
De interviewer Simek was steevast bezig de pleisterlaag weg te krabben waarachter hooggeplaatsen zich schuil hielden. Weigerde een politicus of bestuursvoorzitter zich bloot te geven, dan riep hij uit: 'U bent misschien wel een machtig man, maar u bent ook een bang man!' Laten ze een voorbeeld nemen aan Antonio en Peppina uit Calabrië: die zeggen altijd wat ze op het hart hebben, die kunnen niet eens anders.
Gelukswetenschappers verkondigen dat de plaats waar we ons bevinden maar 10 procent van ons geluk bepaalt. Belangrijker achten zij onze aanleg voor geluk en de mate waarin we aan ons geluk 'werken'. Maar zouden zulke wetenschappers wel eens op een echt aards paradijs zijn gestuit?
Simek vertelt over een tennisser wiens huwelijk naar de knoppen ging en die bang was door de scheiding elk contact met zijn kinderen te verliezen. Simek zei: 'Kom naar Calabrië, kom naar mijn waterval, jij gaat daar een maand lang alleen en zonder wifi met je kinderen zitten, daarna kan de band tussen jullie nooit meer stuk.' Vader en kinderen zijn Calabrië nog steeds dankbaar voor de bewezen diensten - of geldt die dankbaarheid de levenskunstenaar die Calabrië ontsloot?
'Levenskunstenaar' - dat vindt Simek een modieus begrip. Terwijl de kerkklokken in de verte luiden, munt hij een alternatief: 'Misdienaar van het leven.' De hoogmis van het leven, die wordt nog opgedragen in de teen van de laars. Binnenkort kunt u uw eigen ontvoering hier in scène laten zetten.