Bush: 'Ik heb het recht om burgers af te luisteren'
President Bush noemt zijn besluit om buiten de rechter om internationaal telefoonverkeer van Amerikanen in het geheim te laten afluisteren, 'grondwettig' en 'goedgekeurd door het Congres'....
De Amerikaanse president verdedigde gisteren fel zijn beleidin een kwestie die nu snel uitgroeit tot een politiek gevechtover de grenzen van presidentiële macht. Op de traditionelepersconferentie aan het eind van het jaar vroeg Bush zich af:'Heb ik de wettelijke bevoegdheid om dit te doen? Absoluut.'
Vanuit het Congres kwam met name van Democratische kantprompt de ontkenning. Zo zei senator Russell Feingold in eenverklaring: 'We zullen niet aanvaarden dat er een president isdie denkt dat hij het alleen voor het zeggen heeft.'
Bush zei gisteren dat hij in zijn recht stond toen hij in2002 de NSA, de Nationale Veiligheidsdienst, opdracht gaf totafluisteren van een onbekend aantal Amerikanen: 'Als presidenten als opperbevelhebber heb ik de grondwettelijkeverantwoordelijkheid en bevoegdheid ons land te verdedigen. Enna 11 september heeft het Congres mij extra bevoegdheden gegevenom militaire macht in te zetten tegen Al Qa'ida.'
President Bush noemde de gang naar de rechter een omwegwaarvoor dikwijls geen tijd is. 'We weten allemaal dat eentelefoongesprek van twee minuten tussen iemand die hier bandenonderhoudt met Al Qa'ida en een verbindingsman in het buitenlanddirect kan leiden tot het verlies van duizenden levens.' Hij zeidat leiders in het Congres, ook Democraten, vertrouwelijk op dehoogte waren gesteld.
Bush werd kwaad toen hem de vraag werd gesteld of deAmerikaanse samenleving 'een min of meer permanente uitbreidingvan de ongecontroleerde macht van de executieve tegemoet gaat'.Bush: 'We praten de hele tijd met het Congres. Van'ongecontroleerde macht' te spreken is het toeschrijven van eensoort dictatoriale positie aan de president. Dat verwerp ik.'
De president kondigde aan dat justitie een 'volledigonderzoek' gaat instellen naar het lekken van het geheimeprogramma. De onthulling, vrijdag in The New York Times, van 'ditzeer belangrijke programma in oorlogstijd' was volgens Bush 'eenschandelijke daad'.