analyse
Burkina Faso valt machteloos ten prooi aan islamitisch terreur
Het aantal aanslagen in Burkina Faso loopt snel op – afgelopen weekend een aanslag op een kerk, vlak daarvoor de gijzeling van een groep toeristen. Terwijl Nederland deze maand zijn bijdrage aan de VN-missie in buurland Mali stopzette, doen de Fransen nog altijd hun best om de opmars van het terreur in de regio tegen te gaan. Maar lukt dat wel?
Tijdens de zondagsmis vielen twintig gewapende mannen een kerk in Dablo binnen. De priester en vijf kerkgangers werden doodgeschoten, de kerk in brand gestoken, een aantal winkels overvallen, de rest van het dorp bleef in shock achter. Het was afgelopen weekend de zoveelste dodelijke aanslag in Burkina Faso, dat in sneltreinvaart ontwricht raakt door geweld. Honderdduizend burgers zijn al op de vlucht geslagen, achthonderd scholen zijn gesloten en ook andere instituties en ondernemingen houden hun deuren dicht uit angst voor nieuwe terreurdaden.
Terwijl Nederland deze maand zijn bijdrage aan de VN-missie in Mali heeft stopgezet, neemt het geweld in de rest van de Sahel-regio alarmerend toe. Sinds november vorig jaar vonden er al meer dan twaalfhonderd aanslagen plaats in Mali, Burkina Faso en Niger. Daarbij vielen ruim vijfduizend doden. Veruit de grootste toename van geweld treft Burkina Faso.
Na het aftreden van oud-president Blaise Compaoré in 2014 viel het land langzaam ten prooi aan islamitische terreur. Het leeuwendeel van de recente aanslagen is niet opgeëist volgens de organisatie Armed Conflict Location & Event Data Project (ACLED) die de statistieken bijhoudt. De terreurdaden dragen echter de handtekening van de drie belangrijkste jihadistische spelers in dit deel van de Sahel: Islamitische Staat in de Grotere Sahara (ISGS), het aan Al Qaida gelieerde Jamaat Nusrat al-Islam wal Muslimeen (JNIM) en Ansarul Islam, de Burkinese vertakking van de Malinese militante Toeareg-beweging Ansar Dine.
Frankrijk
De aanval op het dorpje Dablo afgelopen weekend is mogelijk een wraakactie op de bevrijding van vier gijzelaars twee dagen eerder door Franse commando’s. Het viertal, waaronder twee Fransen, een Amerikaanse en een Zuid-Koreaanse toerist, was eerder ontvoerd in een natuurpark in buurland Benin en meegenomen naar Burkina Faso. Bij de bevrijding kwamen twee Franse militairen om het leven.
Frankrijk is met een vijfduizend-koppige troepenmacht gestationeerd in Mali, maar greep al een aantal keer in in Burkina Faso omdat de regering niet in staat blijkt de grensregio tegen terroristen te beveiligen. Met Franse steun werd een nieuwe troepenmacht opgericht door Burkina Faso, Niger, Mauritanië, Tsjaad en Mali om terreur in de regio te bestrijden. De denktank International Crisis Group concludeerde echter dat deze nog te zwak is om serieuze patrouilles aan de lastige woestijngrenzen te kunnen uitvoeren.
Noodtoestand
Inmiddels heeft de Burkinese staat niet alleen in het noorden de controle verloren, maar ook in delen van het oosten en in de buurt van de hoofdstad Ouagadougou, schrijft de Crisis Group in een analyse. ‘Rechtbanken zijn gesloten, politie en veiligheidsagenten komen niet meer uit hun posten omdat het te gevaarlijk is om te patrouilleren. Opstandelingen kunnen in dorpen openlijk hun boodschap verkondigen en hun invloed vergroten.’
Langs grote delen van de grens met Mali geldt zowel in Burkina Faso als in Niger sinds eind vorig jaar de noodtoestand. De onveilige situatie in het oosten van Burkina Faso dreigt bovendien over te slaan naar de buurlanden Togo en Benin, zo waarschuwen zowel de onderzoekers van ACLED als de International Crisis Group.
Wetteloosheid
De geweldtoename in de Sahel kent meerdere oorzaken. Vanwege de snelle bevolkingsgroei zijn er veel conflicten tussen etnische bevolkingsgroepen over vruchtbare grond en water. Na de ineenstorting van het regime in Libië in 2011 mengden islamitische strijders zich daarin en stookten de vuurtjes verder op om jongeren te rekruteren. Tegelijkertijd maakten bandieten gebruik van de wetteloosheid in de afgelegen woestijn van Libië en Mali om drugs, wapens en mensen over de grenzen te smokkelen.
‘Gewapende groeperingen hebben er belang bij om te stoken tussen de verschillende religies’, zo zei Rinaldo Depagne, directeur West Afrika van de Crisis Group tegen persbureau Reuters. ‘We zien deze strategie ook in andere landen in de regio en in de rest van de wereld.’
Chaos
Onderzoeksbureau ACLED spreekt van ‘jihadisering van bandieterij’. Criminelen en milities gebruiken elkaar voor hun eigen belangen, zo schrijven de onderzoekers. Milities versterken bandieten met geld en wapens om territorium te winnen, bandieten gebruiken de jihad op hun beurt om plundering en geweld ‘moreel’ te rechtvaardigen als ‘onderdeel van een groter doel’. Ondertussen maken ze van de chaos gebruik om hun criminele grensoverschrijdende activiteiten ongehinderd voort te zetten.
De militanten in Burkina Faso bespelen net als in buurland Mali het negatieve sentiment over de overheid onder de bevolking. Veel nomadische groeperingen in de Sahel voelen zich achtergesteld en niet vertegenwoordigd door de regeringen in de hoofdsteden. Het harde militaire optreden tegen burgers bij de jacht op milities versterkt deze gevoelens. Uit een onderzoek van Human Rights Watch (HRW) afgelopen maart blijkt dat het leger mogelijk meer dan 115 burgers heeft geëxecuteerd en hun lichamen verborgen. Het zou vooral om Fulani-herders gaan die ervan werden beschuldigd jihadisten te beschermen.
Als laatste veilige land in de regio is Niger het centrum van de internationale strijd tegen terreur in het westen van Afrika geworden. De Volkskrant ging in april kijken of de bevolking zich veilig voelt. ‘Waar zijn die Amerikaanse drones als gewapende jongens op motoren ons dorp aanvallen?’