Nieuws
Burgemeesters: onze middelen tegen online-opruiing tot rellen schieten tekort
Burgemeesters kunnen in de huidige wetgeving online-oproepen tot rellen of ander geweld onvoldoende voorkomen. Dat stellen 41 burgemeesters in een reactie op de uitspraak van een bestuursrechter, die een Utrechts preventief verbod op opruiing onwetmatig verklaarde.
De Utrechtse burgemeester Sharon Dijksma, die het zogeheten ‘onlinegebiedsverbod’ in 2021 had opgelegd, overweegt nog in beroep te gaan. Als de uitspraak blijft staan, slaat de rechter burgemeesters een van de weinige middelen uit handen die ze hebben om online-oproepen tot rellen en geweld te voorkomen, vinden de burgemeesters. Daarom pleiten ze voor nieuwe wetgeving. De huidige past niet bij het tijdsgewricht en de invloed die sociale media op de openbare orde hebben, betogen Dijksma en veertig ambtsgenoten in NRC.
Het handhaven van die orde, een taak van burgemeesters, ‘is wezenlijk anders geworden dan pakweg twintig jaar geleden, omdat een groot deel van ons leven en de manier waarop we met elkaar communiceren online plaatsvindt’, schrijven de burgemeesters. ‘Online-oproepen tot geweld hebben daarmee in potentie een enorm bereik, maar vallen in sommige gevallen blijkbaar buiten de wet.’
De burgemeesters vragen het kabinet de wetgeving aan te passen. Hoe dat moet gebeuren, maken ze niet duidelijk. Het opiniestuk is een directe reactie op de uitspraak van de bestuursrechter. De burgemeesters suggereren dat het in nieuwe wetgeving voor hen mogelijk moet worden om het onlinegebiedsverbod op te leggen. ‘Nu de rechter in dit geval een waardevol, preventief instrument uit handen heeft genomen, lijkt het noodzakelijk dat Den Haag met landelijke wetgeving komt.’
Het instrument waarbij de burgemeester een burger preventief en op straffe van een dwangsom verbiedt opnieuw een opruiende boodschap op sociale media te plaatsen, is ook door onder andere burgemeesters van Amsterdam, Almelo, Arnhem en Haarlem gebruikt. Die burgemeesters zijn mede-ondertekenaars van het opiniestuk, net als bijvoorbeeld Jan van Zanen, burgemeester van Den Haag, Ahmed Aboutaleb van Rotterdam, en door Hubert Bruls, burgemeester van Nijmegen en tevens de voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en voorzitter van het Veiligheidsberaad.
Coronarellen
Burgemeester Dijksma legde in november 2021 een onlinegebiedsverbod op tegen een 17-jarige jongen uit Zeist. Hij had anderen in een groepschat op berichtendienst Telegram opgeroepen met vuurwerk naar de Utrechtse Kanaalstraat te komen. Als hij nogmaals een opruiend bericht zou plaatsen, wachtte hem een dwangsom van 2.500 euro. Zijn oproep kwam een week na hevige rellen in Rotterdam, die uitbraken na vrijheidsbeperkende coronamaatregelen door het kabinet.
De 17-jarige jongen uit Zeist tekende bezwaar aan en kreeg afgelopen vrijdag gelijk van de bestuursrechter. Het bij voorbaat verbieden van het doen van een uitspraak is volgens de rechter in strijd met de vrijheid van meningsuiting. Pas achteraf kan worden getoetst of een oproep opruiing en dus strafbaar is. Bovendien is een groepschat, ook al is die voor iedereen toegankelijk, geen openbare plaats die binnen de bevoegdheden van een burgemeester valt, zo oordeelde de rechter.
In de coronaperiode waren gemeenten grotendeels verantwoordelijk voor de uitvoering en handhaving van de coronamaatregelen en eventueel verzet tegen die maatregelen. Burgemeesters gebruikten daarbij veel van hun bevoegdheden om de orde te handhaven. Gemeenteraden uitten hun zorgen over een gebrek aan democratische controle. Hoogleraar staatsrecht Wim Voermans zei destijds tegen de Volkskrant: ‘De raadsleden hebben een punt. Ze hebben niets meer te vertellen. Er is een gigantisch democratisch gat.’