Nieuws
Burgemeester Utrecht had 17-jarige jongen geen ‘online gebiedsverbod’ mogen opleggen, oordeelt rechter
De Utrechtse burgemeester Sharon Dijksma (PvdA) had in 2021 geen ‘online gebiedsverbod’ mogen opleggen aan een jongen uit Zeist. Burgemeesters hebben niet de bevoegdheid om het doen van opruiende uitspraken op sociale media te verbieden, oordeelde de bestuursrechter vrijdag.
Het opleggen van het ‘online gebiedsverboden’ ligt al langer onder een vergrootglas. Ook de burgemeesters van Amsterdam, Haarlem en Almelo gebruikten de afgelopen twee jaar het middel in een poging de orde te bewaren en opruiers de mond te snoeren. Dijksma legde het online gebiedsverbod op nadat de 17-jarige jongen uit Zeist op Telegram deze oproep had geplaatst: ‘Kanaalstraat, Be there!!! Neem je matties & vuurwerk mee.’ Nederland zat op dat moment in een gedeeltelijke lockdown en de jongen overtrad volgens Dijksma de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), waarin de regels voor openbare orde en veiligheid in Utrecht zijn vastgelegd.
De jongen kreeg daarom een forse berisping: als hij nog een keer eenzelfde bericht zou plaatsen, kon hij rekenen op een dwangsom van 2.500 euro. De jongen tekende bezwaar aan tegen de sanctie van Dijksma.
De bestuursrechter ging daar vrijdag in mee, want bij voorbaat een uitspraak verbieden is in strijd met de Grondwet. ‘Uitlatingen die aanleiding geven tot wanordelijkheden zijn misschien ongewenst, maar ook een ‘ongewenste mening’ blijft een mening’, aldus de rechter.
Online wereld geen openbare ruimte
Daarnaast had de rechter een ander bezwaar: Dijksma’s redenering dat de APV ook betrekking heeft op de online wereld, klopt niet. ‘Een voor iedereen toegankelijke groeps-chat is weliswaar openbaar, maar daarmee is het geen openbare plaats die binnen de bevoegdheden van de burgemeester valt’, zei de rechter.
‘Ik ben het op al die punten hartgrondig met de rechtbank eens’, zegt Rian de Jong, universitair hoofddocent staatsrecht aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. ‘Wat wel en niet mag worden gezegd, is landelijk in het Wetboek van Strafrecht geregeld. Burgemeesters en gemeenteraden mogen daar niets over zeggen, en terecht. Anders krijg je in iedere gemeente andere grenzen. Wat opruiers online zeggen, valt bovendien binnen de privésfeer en niet binnen de openbare ruimte.’
Dilemma's
De Jong vermoedt dat de burgemeesters van Utrecht, Amsterdam, Haarlem en Almelo weten dat hun bevoegdheid niet zo ver reikt, maar dat ze met het opleggen van online gebiedsverboden aandacht wilden vragen voor de dilemma’s die online opruiing met zich meebrengt. ‘Burgemeesters zijn natuurlijk de eersten die bij demonstraties de effecten van online opruiing merken. Maar op de lange termijn ligt de oplossing voor dat probleem wat mij betreft niet bij meer bevoegdheden voor burgemeesters, maar bij meer kennis en mankracht bij justitie en rechtbanken op dit vlak om sneller te kunnen ingrijpen.’
De Utrechtse burgemeester Dijksma schreef vrijdag in een brief aan de gemeenteraad dat ze de uitspraak van de rechter betreurt. Ze overweegt nog of ze in hoger beroep gaat.