Brussel duidt Nobelprijs als waarschuwing
De Frans-Duitse verzoening stond maandag centraal bij de uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede.
AMSTERDAM - Eind deze week praten de Europese regeringsleiders weer over klinkende munten, papieren verdragen en falende banken. Maar in het rijkelijk met bloemen versierde stadhuis in Oslo stonden zij maandag even stil bij 'een Europees verhaal', een verhaal over oorlog en vrede en vijanden die vrienden werden.
Om die boodschap kracht bij te zetten zaten de Duitse bondskanselier Angela Merkel en de Franse president François Hollande gisteren in Oslo naast elkaar op de eerste rij, tijdens een ingetogen ceremonie waarbij de Europese Unie de Nobelprijs voor de Vrede kreeg uitgereikt.
Tweemaal eerder al reikte het Nobelcomité een prijs uit voor pogingen tot Frans-Duitse verzoening, zo bracht de voorzitter van het comité Torbjørn Jagland in herinnering. In 1926 en 1927 kregen de ministers van Buitenlandse Zaken van beide landen de prijs, maar die pogingen tot verzoening bleken al snel tevergeefs.
Met deze prijs beloont het Comité een poging tot verzoening die wél is geslaagd, zegt Jagland. Hij sprak van een van de meest 'dramatische voorbeelden' van hoe snel een conflict tussen staten kan worden omgezet in vrede en samenwerking.
Na die opmerking - die de aanwezigheid van Merkel en Hollande op deze dag extra symbolisch maakte - volgde een lang applaus voor Duitsland en Frankrijk. Merkel en Hollande, die de afgelopen tijd botsten over de vraag hoe de crisis in de Europese Unie moet worden opgelost, gingen beiden staan en zwaaiden met ineengeslagen handen door de lucht.
'De Europese Unie heeft de kunst van het compromis geperfectioneerd', zei EU-president Herman Van Rompuy even later met gevoel voor zelfspot. Want de hele choreografie van de Nobelprijsuitreiking was een levend voorbeeld van een EU-compromis: commissievoorzitter José Manuel Barroso en Van Rompuy namen samen de oorkonde van de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst en parlementsvoorzitter Martin Schulz kreeg de bijbehorende medaille, zodat niemand met lege handen stond.
Het had veel gesteggel gekost om te besluiten dat de Nobelprijs juist op deze manier in ontvangst genomen zou worden. De opmerking over het compromis leidde dan ook tot druk gefluister en gelach bij de Europese regeringsleiders. Toch is het compromis volgens Van Rompuy nu juist 'het geheime wapen van Europa'. 'Door steeds meer onderhandelingen over steeds meer onderwerpen met steeds meer landen te voeren wordt oorlog onmogelijk', analyseerde hij.
Scandinavische ministers die over de prijs van olijfolie praten en ministers van landen zonder kust die het gepassioneerd over visquota hebben: de Europese Unie is volgens Van Rompuy niet alleen voor buitenstaanders soms onnavolgbaar. 'Maar als saaie politiek de prijs is die we moeten betalen, is dat een kleine prijs.'
Zowel Barroso, Van Rompuy als de voorzitter van het Nobelcomité benadrukten dat het geen tijd is om achterover te leunen. Vrede hebben is één ding, de vrede behouden is de volgende uitdaging. Parlementsvoorzitter Schulz noemde de Nobelprijs van de Vrede 'een waarschuwing'. 'Wij moeten niet de generatie zijn die de erfenis verspeelt.'
Van de kritiek die de toekenning van de prijs aan de Europese Unie uitlokte was binnen de muren van het stadhuis weinig te merken. In de dankrede, die half door Van Rompuy werd gehouden en half door Barroso, kwam de huidige economische crisis slechts één keer om de hoek kijken. Die zou een test zijn voor de politieke banden van de Europese Unie.
'De aanwezigheid van zoveel Europese leiders hier laat zien dat we ervan overtuigd zijn hier samen sterker uit te komen. (...) Ons continent, verrezen uit de as na 1945 en verenigd in 1989, heeft een groot vermogen zichzelf opnieuw uit te vinden.'
Toch werden zijn woorden stil onderuitgehaald door de demonstratieve afwezigheid van enkele Europese leiders, zoals de Britse premier David Cameron en zijn Tsjechische collega Petr Necas. De woorden van Barroso, die in zijn speech het ontwapeningsbeleid van de Europese Unie roemde, stonden in schril contrast met de protestmars van honderden Noren een dag eerder. Die hadden juist kritiek op de rol van de EU bij bewapening en militarisering.
undefined