Bruggenbouwer die emotie en ratio kan scheiden als geen ander

De boel bij elkaar houden, scherpe kantjes eraf vijlen. Critici noemden Job Cohen een slappeling. Maar na de moord op Theo van Gogh hield hij de oorlog buiten de stad....

Jaap Stam

amsterdam Hij leende het motto van Joop den Uyl, de boel bij elkaar houden, maar in het tijdperk waarin de grote bekken lijken te regeren, is de hartekreet onlosmakelijk verbonden met Job Cohen. Toen Johan Ferrier, de eerste president van Suriname en een aimabele bruggenbouwer, vorig jaar mei overleed, werd hij herdacht als de Surinaamse Cohen.

Bij zijn aantreden in Amsterdam, een dikke negen jaar geleden, zal Cohen niet hebben vermoed hoe visionair het motto was. Dat de stad niet uit elkaar is gevallen na de moord op Theo van Gogh in 2004 door een Marokkaanse Amsterdammer, is te danken aan Cohen. Het Amerikaanse weekblad Time riep hem uit tot held, omdat dankzij hem geen rassenrellen waren uitgebroken.

Voor zijn critici was Cohen een slappeling die thee dronk met imams in plaats radicale moslims en criminele Marokkanen aan te pakken. Gijs van de Westelaken, de filmproducent van Van Gogh: ‘Ik vond hem niet sterk rond de moord op Theo. Toen bleek duidelijk dat hij de hardheid en botheid mist om op te treden.’

Later dronken de vrienden van Theo een glas witte wijn met Cohen op de Herengracht. Van de Westelaken: ‘Hans Teeuwen zei toen: houd daar nou eens mee op, man, met de boel bij elkaar houden. Cohen zei: nee, daar ga ik mee door. Ik heb de indruk dat hij de laatste jaren krachtdadiger is geworden, al zal hij dat nooit zeggen.’

Ook Van de Westelaken kan niet ontkennen dat Cohen er uiteindelijk succes mee heeft gehad. ‘Hij is erin geslaagd het populisme buiten de deur te houden. De Leefbaarbeweging is in Amsterdam amper van de grond gekomen.’

Depolitiseren, de scherpe kantjes eraf vijlen – Cohen lijkt het spelenderwijs te doen. Tijdens vergaderingen leunt hij achterover, hij kijkt omhoog, lijkt ergens anders te vertoeven en ineens komt hij met een voorstel, dat recht doet aan alle aanwezigen, zeggen mensen die geregeld met hem overleggen.

Cohen is een meester in het scheiden van emotie en ratio. Zoals zijn vader, die in de oorlog ondergedoken had gezeten, en als medewerker van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie de verschrikkingen wetenschappelijk kon beschouwen.

De keerzijde is dat hij niet erg uitgesproken is. Interviews met Cohen zijn een crime. Vragen ontwijkt hij door ze te herformuleren en vervolgens die vraag te beantwoorden. De interviewer komt thuis met mooie volzinnen, maar wat heeft Cohen eigenlijk gezegd? Zelf typeerde hij zich ooit als een grijze muis.

Zelden schiet Cohen in het openbaar uit zijn slof. Hij deed het toen hij hoorde van de moord op Van Gogh. ‘Godverdomme, dat dit gebeurt in mijn stad.’ En hij deed het in september 2008 toen ambulancepersoneel was belaagd. Hij spoedde zich naar de Eerste Hulp, waar hij voor de camera brieste dat je met je poten afblijft van het overheidspersoneel. Daarbij had hij het met name over Marokkaanse jongeren. ‘Soms is praten onmogelijk’, zei hij later. Hij moet het hebben ervaren als een nederlaag.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden