BRINKMAN als het ware

DIE avond bezoekt de man die nog steeds lijsttrekker is van de christen-democraten de Buitensociëteit in Zwolle. Dë is de plek waar de heer Wiegel tijdens een turbulente vergadering van de VVD die gedenkwaardige woorden sprak over zijn partijgenootjes: 'Het zijn allemaal klootzakken.'..

JAN TROMP

Hoe kort is het nog maar geleden dat de VVD in de nesten zat? Nu is het de beurt aan de heer Brinkman om te zuchten in Zwolle.

Het is geen kouwe kak die zich deze avond in de Buitensociëteit heeft verzameld. Dit is ander volk, dit is volk waaraan de ongelovige zich vergaapt. 'Een christen heeft de plicht het zoutend zout te zijn, het lichtend licht', bast een boze stem vanaf het podium. En vanaf het balkon antwoordt een zachte, zangerige vrouwenstem: 'Ik zal u vertellen wat de zorg is die Christus had over mensen met een handicap.' Maar dat is Nijhoff! De slotregels van De moeder de vrouw komen tot leven: 'O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer. Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.' En inderdaad is de avond ingezet met psalmlezing, psalm 99 deze keer: 'De Heere regeert, dat de volken beven.' Zegt u dat wel: nog maar dertig zetels voor het CDA, een verlies van 24, het CDA de vierde partij van het land. Waarachtig, de volken beven.

Klein-rechts is bijeen in de Buitensociëteit, christelijk-rechts zeggen ze zelf, met de g van griesmeel, en ze hebben de lijsttrekker van de gristen-democraten als een verloren zoon in hun midden. Er is debat en er is muzikaal intermezzo. Een hupsig meisje bespeelt de panfluit. Nog nooit gezien: hoe een invalide midden in de zaal zijn stokken hoog boven het publiek verheft en deze tegen elkaar kletst. Applaus!

Mild zijn ze niet, de fijn-gristelijken. De heer Schutte van het Gereformeerd Politiek Verbond, die tot in de linksige bladen tot het vrome geweten van ons staatsrecht is verklaard, meent zonder blikken of blozen: 'Ik kan me niet voorstellen dat een gristen op het CDA stemt.' En de heer Van Dijke van de Reformatorisch Politieke Federatie, die er trouwens uitziet alsof hij vroeger op school de aangewezen jongen was voor het stiekeme werk, herinnert zich dat nergens op de wereld de gristendemocraten langer aan de macht zijn dan in Nederland. Om daar fijn aan toe te voegen: 'En nergens in de wereld is de zedelijksheidswetgeving zo liberaal als in Nederland.'

Waar de ongelovige zich nog het meest aan vergaapt is aan het feit dat het godvrezende volk niet bestaat uit louter glimmende zwarte pakken met daarboven boosaardige koppen, maar ook uit jong, eigentijds spul. Wat naast ons is gaan zitten draagt gymschoenen en een spijkerbroek, hij heeft een krullekop dank zij de gel en wangen als bellefleuren. Leren bandjes om zijn linkerpols. Hij deelt pepermuntjes uit. Hij stemt op het Gereformeerd Politiek Verbond. Hele trossen van deze jongeren bevolken de zaal.

Maar van het losse, luimige leven zijn ze niet, de fijn-gristelijken. Alles moet getoetst worden aan de wil van God en teruggebracht worden tot Zijn woord, zo veel is al snel duidelijk. De gristenen hebben iets van de schriftgeleerde die van een afstandje naar de zondaar staat te kijken en tot zichzelf zegt: 'O Heere God, ik dank U dat ik niet zo ben als die daar.' De heer Van Dijke wil het nù weten. 'Welke God dienen wij?' smijt hij de heer Brinkman voor de voeten.

Maar deze is lenig. Hij blijkt gekozen te hebben voor de opstelling van de verlichte dominee in zwaarmoedig domineesland. Eén van hen en toch anders.

Op elegante wijze wrijft hij klein-rechts de eigen scherpslijperij in. Zorgen heeft ie, zo moeten we begrijpen. 'Dat we als het ware zo zeer bezig zijn om elkaar de maat te nemen dat we vergeten zending te bedrijven, in christendemocratische termen: zending èn missie te bedrijven. Ik ben wel eens bang dat we iets te veel bezig zijn met onze eigen verschillen als het ware uit te vergroten.'

Bravo Elco, zie je wel: je kunt het wel!

Het zijn inktzwarte dagen voor de lijsttrekker. Met de beste bedoelingen wierp hij een balletje op om de segregatie tussen witte en zwarte scholen te stuiten. Bulderend hoongelach uit alle hoeken. De Telegraaf kopte over de volle breedte van de pagina de algemene mening van het geënquêteerde volk over de lijsttrekker: 'We willen liever geen tweedehands auto van Brinkman kopen.' De meerderheid van de eigen CDA'ers lust hem niet meer als premier. Onberekenbaar, ondankbaar volk, moet hij gedacht hebben. Op de televisie verscheen de Britse toespraakdeskundige Atkinson. Bolkestein kreeg een zesje, Brinkman een één. Volgens Atkinson lult de lijsttrekker maar wat voor z'n mallemoers kont weg.

En dan zijn er de peilingen als peilloze diepten.

Het eigenaardige is dat de heer Brinkman in de Buitensociëteit een weldadige rust aan de dag legt. Hij is bij tijd en wijle bijna ironisch. Van Dijke, de slang, mag tien keer beweren dat de teleurgestelde CDA'ers bij de Reformatorisch Politieke Federatie terecht kunnen voor 'christelijke gedrevenheid', onze lijsttrekker laat zich niet opnaaien. De gristelijke broeders en zusters leiden in hun verheven gelijk een luxe leventje; wat weten zij van de weerbarstigheid van het regeren?

Was de lijsttrekker tot voor kort verbeten in zijn zoektocht naar herstel, nu lijkt een aangename aanvaarding in hem te zijn gevaren. Hij grinnikt eens wat, haalt zijn schouders op, het lijkt alsof hij rust heeft gevonden in het requiem voor een kroonprins. Het is alsof de lijsttrekker zichzelf heeft voorgehouden: welnu, als je dan toch dood moet, is het nog het beste om dit lot lichtvoetig te dragen. Fatalisme heeft wortel geschoten.

Er komt iets bij: hij weet dat de ondergang van het CDA niet alleen zijn schuld kan zijn. Het is mogelijk dat hij een ongeschikte lijsttrekker is. (Dat is dan Lubbers' fout). Maar moeilijk is voor te stellen dat hij zó ongeschikt is voor het lijsttrekkerschap dat hij op eigen kracht 40 procent van het electoraat van het CDA weet weg te jagen.

Daarvoor is meer nodig. Hij wijst het gehoor in de Buitensociëteit op Kok - en ook op Lubbers. Het is hun beleid dat niet vertrouwd wordt. Het is waar dat onder het spektakel van Elco's ondergang de val van Kok als het ware zachter lijkt over te komen - maar ook Kok wordt vooralsnog weggevaagd.

Zo bezien is het de onmacht van het tijdperk-Lubbers, het gebrek aan perspectief dat zich nu gaat wreken. De wraak van het klootjesvolk heeft minister Van Thijn dat genoemd - de lucht is er al lang zwanger van. Dan geldt Elsschot: 'Waar zwangerschap bestaat, volgt het baren vanzelf, ten gepasten tijde.' Die tijd is kennelijk nu.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden