analyse
Brengen westerse sancties en het haperen van de Russische oorlogsmachine een staakt-het-vuren dichterbij?
Lavrov heeft ‘enige hoop’ op een compromis en volgens Zelenski krijgen de onderhandelingen een ‘realistischer’ karakter. Maar de wens op succes loopt ver vooruit op de realiteit: de oorlog woedt onverminderd voort.
De financiële beurzen veerden woensdag direct op, maar dat zou weleens een miskenning kunnen zijn geweest van de weerbarstige realiteit. Een inschatting van de kansen op een staakt-het-vuren in Oekraïne – dat vooraf moet gaan aan een diplomatieke oplossing – vereist wat de Russische eenheden op het slagveld missen: goede coördinatie. Want de dynamiek aan de onderhandelingstafel staat in direct verband met de dynamiek op het slagveld. En de tijdelijke patstelling aldaar betekent allerminst dat het nu met het vechten gedaan is. Integendeel.
Militaire experts blijven zich verbazen over de vele factoren (gebrek aan coördinatie, motivatie en voorbereiding) die bijdragen aan het haperen van de Russische invasie – en die de generaals dwingen tot het aanvoeren van nieuwe troepen en materieel, uit alle uithoeken van het land en daarbuiten. De Britse oorlogsexpert Lawrence Freedman spreekt van ‘een patroon van Russische mislukkingen om militaire basisdoelen te bereiken’ gekoppeld aan de Oekraïense bereidheid dood en verwoesting te blijven zaaien in het Russische leger.
Het initiële falen van de Russische oorlogsmachine kan – gekoppeld aan de ongekende westerse economische druk op Moskou – een verklaring zijn voor de Russische beweging richting onderhandelen. De Oekraïners geloven in elk geval van wel. Nog zeer kort geleden ontkende Rusland de legitimiteit van de Oekraïense regering én het bestaansrecht van Oekraïne. Nu heeft de Russische minister van Buitenlandse Zaken Lavrov het weer over de taalrechten van de etnische Russen in Oekraïne, een bevolkingsgroep die in Charkiv, Marioepol, Mykolayiv en andere plaatsen door Rusland wordt bestookt. Hij zegt ‘enige hoop’ op een compromis te hebben.
Op zijn beurt zegt de Oekraïense president Zelenski dat de onderhandelingen nu een ‘realistischer’ karakter beginnen te krijgen. Dinsdag liet hij blijken genoeg te hebben van de wapperende deur van de Navo. Verrassend is dat niet. Al voor de oorlog sprak hij over de ‘Navo-droom’ en de bereidheid over neutraliteit te spreken. Rusland ging daar niet op in: het bleek achteraf zijn zinnen te hebben gezet op (veel) meer, en hoopte dat met een militaire invasie te bereiken.
Aanknopingspunten voor onderhandelingen
Nu biedt Zelenski’s bereidheid te praten over neutraliteit en een beperkte vorm van demilitarisering (die beide zijden overigens heel anders uitleggen) aanknopingspunten om enige vooruitgang te boeken. Er kan worden gesproken over een vorm van neutraliteit in combinatie met externe ‘veiligheidsgaranties’, en er zouden toezeggingen kunnen worden gedaan over het niet plaatsen van bepaalde militaire systemen in Oekraïne die er nu ook niet staan. Volgens de Financial Times is er een vijftienpuntenplan dat voorziet in Oekraïense neutraliteit en Russische terugtrekking.
Moskou zegt open te staan voor het Zweedse of Oostenrijkse type neutraliteit als compromis. Dat wil zeggen: geen ‘finlandisering’, waarbij Moskou een stevige vinger in de pap houdt. De Oekraïense onderhandelaar (en adviseur van Zelenski) Michailo Podoljak reageerde hier woensdag als volgt op: Oekraïne is nu in staat van oorlog met Rusland. Daarom kan het alleen om een ‘Oekraïens model’ gaan, met ‘absolute’, ‘juridisch vastgelegde’ en ‘effectieve’ veiligheidsgaranties van andere staten, en niet om het ‘Boedapest-model’ (de politieke verklaring die vier landen in 1994 afgaven in ruil voor het opgeven van kernwapens door Kyiv).
Dat betekent volgens hem dat de partijen die zulke garanties ondertekenen ‘niet, zoals nu, langs de kant zullen staan’ als Oekraïne wordt aangevallen, maar actief het land zullen verdedigen. Ook wil Oekraïne waterdichte garanties dat bij een nieuwe externe aanval het luchtruim wordt gesloten (een no-flyzone, die westerse landen nu niet willen afdwingen).
In de berichtgeving over de onderhandelingen lijkt de wens dat deze succesvol zullen zijn soms vooruit te lopen op de realiteit. Zo zei president Poetin dinsdagavond in een gesprek met Charles Michel van de EU dat ‘Kyiv geen serieuze betrokkenheid toont bij het vinden van wederzijds acceptabele oplossingen’. Op de Russische tv sprak Poetin woensdag opnieuw van ‘nazi's’ in Kyiv en ‘genocide’ tegen etnische Russen.
‘Veel vertrouwen’ in spoedig staakt-het-vuren
De Oekraïense onderhandelaar Podoljak zei woensdag bij het Amerikaanse tv-programma PBS NewsHour ‘veel vertrouwen’ te hebben in een spoedig staakt-het-vuren, uiteindelijk gevolgd door een gesprek tussen Zelenski en Poetin, omdat de Russen op het slagveld ‘vastzitten in hun posities en absoluut geen kans hebben verder Oekraïne in te trekken’. Maar een dag eerder sprak hij nog van een ‘erg moeilijk en kwaadaardig onderhandelingsproces’ getypeerd door ‘fundamentele tegenstellingen’.
En dan is neutraliteit nog een onderwerp waarop de partijen elkaar althans in theorie enigszins genaderd zijn. Bob Deen, Clingendael-expert inzake deze regio, wijst erop dat dat bij andere onderwerpen – de status van de separatistische republieken in Oost-Oekraïne en van de Krim – nog veel ingewikkelder ligt. ‘De politieke ruimte voor Zelenski om daarover concessies te doen was al klein, zelfs als hij dat zou willen. En in het algemeen geldt dat nu de Oekraïners zich goed blijken te kunnen verdedigen op het slagveld, zij minder geneigd zullen zijn door de knieën te gaan.’
De Russische aanvallen op burgerdoelen maken die compromisbereidheid nog geringer. Maar dat komt vooral doordat Oekraïne, geholpen door substantiële westerse, vooral Amerikaanse, wapensteun (afgelopen week nog ter waarde van 1 miljard dollar), tot dusver de Russische aanvallen kan weerstaan. Oekraïne lijkt op dit moment verenigd in de wil als land te overleven. Dat kan veranderen, afhankelijk van hoever president Poetin bereid is te gaan om alle tegenstand praktisch uit te roeien, bijvoorbeeld door verder te escaleren in het type wapens dat hij gebruikt.
Dezelfde wisselwerking tussen slagveld en onderhandelingstafel bestaat in Rusland. Rusland lijkt zijn oorlogsdoelen te temperen. Maar hoezeer verschuift Poetins agenda werkelijk onder druk van tegenvallende eerste resultaten en westerse economische druk? En als Rusland zich, op dit moment, flexibel toont inzake het vraagstuk ‘neutraliteit’, hoe ligt dat dan bij de separatistische ‘volksrepublieken’ in Oost-Oekraïne die Rusland net erkend heeft? En bij de Krim, de annexatie waarvan in 2014 Poetins populariteit tot grote hoogte opstuwde?
Tijdelijk internationaal bestuur of toezicht
In theorie zijn voor al deze problemen oplossingen te vinden, zo leert onder andere de afwikkeling van de Eerste Wereldoorlog in de Vrede van Versailles. Daarbij valt te denken aan een vorm van (tijdelijk) internationaal bestuur, of lokaal zelfbestuur onder internationaal toezicht. Maar al deze oplossingen liggen waarschijnlijk ver buiten de politieke marges voor beëindiging van de oorlog die voor Poetin acceptabel zijn. Net zomin als acceptatie van een Russische Krim buiten de politieke marges ligt van om het even welke Oekraïense president.
En zelfs als de Krim buiten een akkoord wordt gehouden, waarop Podoljak woensdag zinspeelde, doet een bijna zo groot probleem zich voor met de afvallige gebieden Donetsk en Loehansk. Rusland erkende die voor de oorlog als onafhankelijk. Daarmee kunnen alle ‘federale’ oplossingen binnen Oekraïne die tot voor kort door Moskou zelf werden voorgesteld (en die Moskou via deze gebieden invloed zouden geven in Kyiv) in de prullenbak. En ook hier geldt: formele acceptatie van deze de facto situatie zal voor Kyiv onacceptabel zijn.
De oorlog is nu drie weken gaande. Hoopvolle berichten over onderhandelingen spelen in op de wens en behoefte van velen dat er snel een einde aan komt. Die is, begrijpelijkerwijs, zó groot dat dit alleen al voldoende is voor beide partijen om zichzelf voor het aangezicht van de wereldgemeenschap een ‘constructieve rol’ toe te dichten. Maar de communicatie over een vredesproces is wat anders dan de feitelijke voortgang ervan.
Aangezien de oorlog onverminderd voortwoedt, zou je daarom de bijna voortdurende onderhandelingen – net zo goed als de krijgshandelingen – misschien beter kunnen zien als een indicatie van waar de strijdende partijen nu staan in de verwezenlijking van hun politieke doelen – doelen die kunnen verschuiven met successen of tegenslagen op het slagveld.
Zoals gezegd, de oorlog is drie weken oud. Maar nu al worden mogelijke Russische oorlogsmisdaden onderzocht. Nu al zijn er meer dan drie miljoen vluchtelingen. Nu al is de materiële schade ver boven de 100 miljard euro.
De verwoesting van infrastructuur is enorm
De enorm brede en vergaande gevolgen van de oorlog op allerlei gebieden zullen de oplossing van al die netelige kwesties niet vergemakkelijken. Een voorbeeld: de verwoesting van de Oekraïense infrastructuur door de Russen, ook in gebieden die ze (wellicht) zouden willen inlijven of tot marionettenstaat maken, is ongelofelijk groot. En gezien de brute veroveringsmethode is een direct of indirect Russisch bestuur van deze gebieden geen sinecure.
‘Welke vrede kan Poetin zich veroorloven?’, vraagt Freedman zich af. Ruslands economie wordt op de knieën gedwongen door westerse sancties. Veroverde gebieden zullen, als ze niet door Rusland worden opgegeven, net zo verwoest blijven als delen van Syrië die door Rusland zijn platgebombardeerd. Economisch zullen ze weinig meer waard zijn, tenzij ze aan Oekraïne terugvallen, waarna ze met westerse hulp zullen worden heropgebouwd. Maar in hoeverre laat het huidige Russische bewind zich door dit soort overwegingen leiden?
Omdat met de beslechting van de oorlog zulke enorme belangen gemoeid zijn, die het slagveld ver overstijgen, zullen ook westerse landen zich uiteindelijk moeten beraden over hun posities tegenover beëindiging van het conflict en tegenover Rusland. Er zijn door Rusland rode lijnen overschreden die het bijkans onmogelijk zullen maken voor het Westen om nadien – met dezelfde Poetin die nu woonwijken laat bombarderen – een glaasje te drinken op de goede afloop.
Toch moet er vroeg of laat een einde aan de oorlog komen. Het kan bijna niet anders dat principes die nu op tafel liggen – oorlogsmisdaden, herstelbetalingen, territoriale integriteit van soevereine landen – als kaarten in een kwartetspel heen en weer zullen worden geschoven. Oorlogen zijn lelijk, de beslechting ervan is dat vaak ook.