Brandweercommandant kreeg rond achten de alarmerende ('maar onjuiste') informatie Gevaar El Al-lading bleef niet onder de pet
De informatie over het gevaar van de vracht van de neergestorte El Al-Boeing was niet alleen onjuist, maar is ook niet onder de pet gebleven....
Van onze verslaggevers
DEN HAAG
alarmerende informatie kreeg.
De rijkspolitie Schiphol gaf het door. Ernst schrok even, maar belde meteen vanaf het beleidscentrum onder het stadhuis met de Commissie van Overleg op Schiphol. Die had hem kort daarvoor verzekerd dat er juist géén gevaarlijke lading aan boord was.
Het antwoord nam alle twijfel bij de brandweerman weg. Schiphol meldde: 'We kennen het verhaal. Het is pertinent onjuist, een medewerker van El Al heeft in paniek de verkeerde lijst voorgelezen. Die lading is in Amsterdam van boord gehaald.'
Ernst legde de commissie uit: 'Er zit op zo'n hectische avond veel ruis op de lijn. Niet alles wat ik hoorde, meldde ik aan de anderen in het beleidscentrum. Alleen wat zeker is, komt in het logboek.'
De commissie had twijfels over deze verklaring. In het voorgesprek met de commissie, vorige maand, had hij met geen woord gerept over dit telefoontje. 'Waarom niet?', vroeg Van den Doel, lid van de enquêtecommissie. Zijn uitleg klonk begrijpelijk.
Volgens Ernst ging er een schok door Nederland, toen woensdag 3 februari uitkwam dat de informatie 'onder de pet' moest blijven. 'Direct nadat ik dat festijn op televisie had gezien, belde ik met collega's. En toen kon ik me dat ene telefoontje van de rijkspolitie weer helder voor de geest halen. Het was niet onder de pet gebleven.'
Van den Doel beschikte kennelijk niet over een brief die Ernst naar aanleiding van de commotie op vrijdag de 5de aan zijn personeel stuurde. Daarin is de commandant 'verbijsterd' over de informatie die
3 februari naar buiten kwam. Gisteren was die verbijstering verdwenen. Het was een vreselijk misverstand geworden.
Of Ernst de waarheid spreekt, kan niet worden gestaafd met banden. Er
zijn geen opnamen gemaakt van de telefoontjes vanuit het beleidscentrum. M. Sarucco, die de ambtelijke leiding had in het crisiscentrum, verklaarde tegen de commissie dat het logboek van de eerste avond op onnauwkeurige wijze tot stand is gekomen.
De aanwezigen moesten zelf in het logboek schrijven wat ze deden, maar in de drukte gebeurde dat niet of veel te laat. Pas onlangs is besloten dat in het vervolg de gesprekken worden vastgelegd op tape. 'Ik heb de offertes al gezien', zei Sarucco ter geruststelling aan de
verbaasde commissie.
Bovendien was het beleidscentrum pas in gebruik. Hoofdcommissaris Nordholt was er voor 4 oktober 1992 nog nooit geweest. 'Ik was die avond als eerste in het stadhuis. Een bereidwillige bode heeft me het
centrum gewezen. Ik heb zelf het lichtknopje omgedraaid. Ik zag het bordje hoofdcommissaris en daar ben ik gaan zitten.'
Door het ontbreken van tapes valt het gesprek van Ernst niet te controleren. De enquêtecommissie speelt met de gedachte om de brandweercommandant nog een keer op te roepen.