Boven de vouw
Lodewijk Asscher
Op weg naar corpsballenland
Moest hij wachten voor de brug.
Hij dacht aan Bernlef die
Liever jazzmuzikant was geworden,
En aan iedereen die eigenlijk
Een andere iedereen wilde worden.
Of aan mensen die zeiden dat
Ze zouden blijven, en toch weg gingen.
De brug ging dicht, hij kon verder,
En sprak tegen de regen op het raam:
Als ie me een kutfeut noemt,
Gooi ik zijn fiets in de hofvijver.
Johnny Ceres jr
undefined