Bosnische asielzoekers in Nederland tonen zich sceptisch over akkoord 'Zolang de presidenten er zitten, komt er geen vrede'
Zestien maanden verblijft de Bosnische deserteur Slobodan Dehic (30) nu in Nederland. Hij is niet enthousiast over het vredesakkoord dat Bosnië, Servië en Kroatië dinsdag hebben gesloten....
Van onze verslaggever
Henk Müller
PUTTEN
'Natuurlijk is het goed dat er vrede komt', zegt Dehic. 'Wie vindt dat niet? Maar de mannen die nu de vrede tekenen, zijn dezelfde die altijd gezegd hebben dat zij nooit zouden kunnen samenleven. Het is allemaal voor niets geweest. Al die doden, al die wezen, al die uiteengeslagen families en vrienden.'
In Nederland wonen op het ogenblik in de opvangcentra en asielzoekerscentra (AZC's) 3800 Bosniërs, 1600 Serven en 129 Kroaten. Volgens een woordvoerder van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) hebben de meeste asielzoekers niet veel zin om terug te keren. Niet alleen moeten de vredesvoorstellen nog concreet worden uitgewerkt, maar veel vluchtelingen weten niet wat hun te wachten staat.
De terugkeer van de vluchtelingen in de regio zelf moet eerst geregeld worden. Daarna komen de vluchtelingen uit Nederland en andere landen aan de orde, zegt het COA. De asielzoekers staan niet te popelen. Ook de Bosnische families in Putten niet.
Dehic verblijft sinds de zomer van vorig jaar in Nederland. Hij is een Servisch-orthodoxe christen; zijn vrouw is Moslim. Ze hebben een dochtertje van vier jaar. Veel hoop voor de toekomst brengt het akkoord Dehic niet.
Net als veel van zijn naar Nederland gevluchte vrienden deserteerde hij. 'Ik heb tweeëneenhalf jaar meegevochten in het Bosnische leger. In die tijd hebben we negen maanden omsingeld gezeten. Toen ik terugkwam, bleek dat niemand voor mijn familie had gezorgd. Ze hadden niet eens een kilo meel gekregen. Dus ik moest voor hen zorgen. Toen werd ik wéér opgeroepen, maar daar had ik geen behoefte meer aan. Toen ben ik gedeserteerd.'
De meeste families in het centrum in Putten zijn inmiddels overgeplaatst naar andere centra. Het centrum sluit, omdat de gemeente Putten de gebouwen in de bossen bestemd heeft tot vakantieoord voor 55-plussers.
Rosaja Zineta (44) woont samen met haar man in het centrum. Op de vraag wat zij van het akkoord vindt, antwoordt ze vlak dat ze blij is. 'Moge Allah willen dat er echt vrede komt.' Zelf moet ze het nog zien. Maandagavond heeft ze gebeld met kennissen in Novi Pazan, haar woonplaats, en de Servische politie blijkt haar zoon te hebben meegenomen.
Zineta: 'Mijn man was lid van een Moslim-organisatie. Toen de Serviërs kwamen, hebben ze hem gevangen genomen en gemarteld. We zijn gevlucht.' Maar daarna ondervroeg de politie haar ouders, haar broers en familieleden van haar man. Met als resultaat dat er nu vijftien familieleden naar Nederland zijn gevlucht. 'Ik denk niet zo na over de vrede. Ik ben bang voor het leven van mijn zoon', zegt ze. 'Politiek is niet mijn terrein. Maar mijn persoonlijke mening is dat er pas vrede zal komen als de regerende partijen tot het verleden behoren.'
Zineta: 'Ik zelf kan terug. Ik weet dat het huis er nog staat en dat onze bezittingen er nog zijn. Ik zou ook wel willen, maar mijn man is tot vijandig element verklaard. Als we teruggaan, wordt hij gedood. Daarom moeten we wel hier blijven.' Ook Dehic zegt graag terug te gaan. Zolang dat niet kan probeert hij, net als Zineta, zo goed mogelijk 'de waanzin van de oorlog' te verwerken, die 'deze heethoofden aan de leiding hebben veroorzaakt'.
Maar hij lijkt niet echt in een terugkeer te geloven. 'Izetbegovic zelf heeft verklaard dat verraders niet hoeven terug te keren. Ik ben gedeserteerd. Wat staat mij te wachten? Ik ken Moslim-vluchtelingen hier die ook zijn gedeserteerd. Zij zijn angstig. Wat moet ik dan verwachten, als Servisch-orthodox man?'
Volgens hem zijn de meeste vluchtelingen die hij kent alles kwijt. Er zijn geen voorzieningen en er is vooruitzicht op vrede, maar de naaste toekomst is onzeker. Dehic: 'Het is moeilijk te geloven in de presidenten die ons in deze oorlog hebben gestort. Ik ben met een Moslimse getrouwd, ik had Moslimvrienden. Nog steeds kan ik niet begrijpen hoe en waarom zoveel vrienden tegen elkaar zijn gaan vechten. Ik heb toch helemaal geen aanleiding om plotseling iemand te gaan haten en op hem te schieten? Geen president kan mijn gedachten laten veranderen. Maar zolang ze er zitten, komt er geen vrede.'