Bordeel is goede etalage voor mode
In Amsterdam krijgen modeontwerpers werkruimte in voormalige sekspanden opde Wallen...
Amsterdam De rode luifel zit er nog en aan beide zijden van de voordeur hangen rode lantaarntjes. Maar in de etalage hebben uitdagende dames op een barkruk plaatsgemaakt voor een paspop in een roomwitte coltrui. Om het kledingstuk is een wit stoffen veulen gedrapeerd. Deze showroom van modelabel ...and beyond was een testpand voor woningbouwbedrijf NV Stadsgoed. Om te kijken hoe het eruit zou zien, mode in een voormalig bordeel. In navolging van dit experiment aan de Geldersekade in Amsterdam openen morgen veertien jonge ontwerpers hun ateliers in voormalige hoerenpanden op de Wallen, die NV Stadsgoed met steun van de gemeente kocht van kamerverhuurder Charles Geerts.
De deelnemers van Red Light Fashion Amsterdam hebben een antikraakovereenkomst: tegen een kleine vergoeding voor gas, water en licht mogen ze zich er een jaar lang presenteren. Er wordt een modewandeling uitgezet en in het voorjaar opent in de buurt een winkel voor de ontwerpen.
Even verderop aan de Oudezijds Achterburgwal, in het hart van de Wallen, zijn verschillende ramen afgeplakt met wit papier. Noor Wentholt (31) is een van de ontwerpers die in deze straat een atelier zal openen met haar label Ignoor. Achterin, in de voormalige peeskamers, richt Wentholt een werkruimte in. Voor het raam kan ze straks haar tassen laten zien. ‘Het is natuurlijk geweldig dat je de ontwerpen die je hier maakt, direct in de etalage kunt tonen. Op de locatie bij Sloterdijk die ik eerst had, kon ik me nauwelijks aan het publiek presenteren.’
Dat voordeel noemt ook Sebastiaan Kramer (22), die met compagnon Sjaak Hullekes hard aan de weg timmert met hun bedrijf Arnheim Fashion. ‘We hebben een hoofdkantoor in Arnhem en dat houden we ook, maar dit pand is ontzettend goed voor de exposure. Er komen hier veel meer toeristen.’ Dat zijn zaak midden in de hoerenbuurt ligt, vindt Kramer geen probleem. ‘Dit is een uniek stukje Amsterdam. Bovendien zijn we nog geen Gucci die zich de chicste locaties kan veroorloven.’
Geen Gucci misschien, maar het zijn ook niet de minste ontwerpers die Mariëtte Hoitink van modebemiddelingsbureau HTNK selecteerde om deel te nemen aan Red Light Fashion. Want ook ontwerpers als Bas Kosters en Daryl van Wouw, die al een internationale carrière hebben, kunnen dit steuntje in de rug volgens Hoitink goed gebruiken. ‘Succes in de mode betekent niet automatisch dat je er ook veel geld mee verdient. Betaalbare woon- en werkruimte vinden, is in Amsterdam bijna ondoenlijk, óók voor iemand als Bas Kosters. Het feit dat zoveel ontwerpers van naam meewerken aan deze tijdelijke ateliers, zegt wat dat betreft genoeg. Ik had ook twintig schoolverlaters kunnen selecteren. Maar ik denk dat we juist de meer ervaren ontwerpers hiermee het laatste duwtje in de rug moeten geven.’
Red Light Fashion is een idee van Hoitink, die haar kantoor op de Wallen houdt en afgelopen voorjaar bezoek kreeg van het Van Traa-team, dat de georganiseerde misdaad in het Wallengebied onderzoekt. ‘Toen riep ik dat ze eens wat moesten doen voor modeontwerpers hier op de Wallen. Ik dacht, daar horen we nooit meer wat van. Maar in het najaar kwam de gemeente bij me terug met de vraag of ik wel genoeg ontwerpers zou kunnen vinden om achttien panden te vullen.’
Ook schoenenontwerper Roswitha van Rijn (34) is een van de gelukkigen. In haar atelier gaat ze haar op de natuur geïnspireerde schoenen tonen. ‘Ik verwerk bijvoorbeeld kleine insectjes in schoenen of laat me inspireren door het stampertje van een bloem. Ik wil met mijn ontwerpen laten zien dat je ook kleine dingen uit de natuur zou moeten waarderen.’ Later zou een atelier in een meer natuurlijke omgeving goed bij haar werk passen. ‘Dat kan pas als mensen bereid zijn voor jou naar het platteland te komen. En ter inspiratie is dit ook een bijzondere plek. Je wordt elke dag geconfronteerd met de zelfkant van de samenleving.’
Ook Wentholt ziet in de Wallen wel een inspiratiebron. ‘Uitgangspunt van mijn ontwerpen zijn de vormen van het vrouwelijk lichaam. De vorm van mijn tassen pas ik aan aan de rondingen. In die zin sluit mijn werk inhoudelijk aan op deze buurt. Ik kan me voorstellen dat daar later een vorm van interactie uit voorkomt, maar ik heb nog geen tijd gehad daar goed over na te denken.’
Het grootste voordeel van Red Light Fashion is volgens de ontwerpers dat ze nu bij elkaar zitten. Kramer: ‘Je kunt elkaar makkelijk opzoeken. Als midden in de nacht je spelden op zijn, klop je even bij de buren aan.’