Uitgelicht
Bootje aan de Waal
In het diepste geheim hebben amateurarcheologen afgelopen zomer een eeuwenoud scheepswrak in de Waal onderzocht. Dat was bloot komen te liggen door graafwerkzaamheden. De komende maanden verdwijnt de historische schat weer onder water.
Eind juli zien wandelaars, ergens aan de Waal in de buurt van het Gelderse dorp Dreumel, een rij houten planken vanuit de oever de vaargeul in steken. De stevige balken ogen oud en verweerd. Wat zou het zijn, een middeleeuws schip?
De wandelaars tippen Sigrid van den Heuvel en Jos van Koolwijk van de Stichting Tremele, een club die de historie en het erfgoed van Dreumel levend houdt. Liefdevol dopen de twee amateurarcheologen de bijzondere vondst 'bootje aan de Waal'. Dag in, dag uit is het duo in de weer, gesteund door een klein clubje dat elkaar tot nader order geheimhouding belooft.
De eerste zorg is de Dreumelse platbodem in goede conditie te houden. De boot heeft waarschijnlijk eeuwenlang veilig afgedekt in de rivierbedding gelegen. Door baggerwerkzaamheden in het stroomgebied van de Waal is het vrij komen te liggen. Blootstelling aan de buitenlucht doet het kwetsbare hout geen goed; de in het water liggende delen zijn gevoelig voor stroming en golfslag. Van den Heuvel en Van Koolwijk houden dagelijks het hout nat en dekken het provisorisch af.
Ambtenaren van de gemeente West Maas en Waal komen een kijkje nemen, net als de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en het consortium dat verderop aan het baggeren is. De burgemeester van de gemeente West Maas en Waal laat zich bijpraten. Natuurlijk branden ze allemaal van nieuwsgierigheid. De eerste gedachte is een rivierpraam of aak van vijftien tot twintig meter, daterend uit de elfde tot zeventiende eeuw. Stiekem denken ze aan het duizend jaar oude schip dat in 1930 in Utrecht werd gevonden en sindsdien een van de pronkstukken is van het Centraal Museum. Zou dit ook zo'n uniek exemplaar zijn?
Dendrochronologisch onderzoek van vijf houtmonsters eind augustus lijkt een eind aan die droom te maken. Bestudering van de jaarringen toont aan dat de bomen waaruit de planken zijn gezaagd waarschijnlijk pas na het jaar 1786 omgekapt. In eerste instantie is er teleurstelling: het is een relatief jong schip. Maar een maritiem specialist van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed blijkt wel degelijk enthousiast: van dit scheepstype is geen tweede in Nederland.
De herfst is begonnen, het water van de Waal is weer aan het stijgen en het 'bootje aan de Waal' verdwijnt de komende maanden weer uit het zicht. Van den Heuvel en Van Koolwijk hopen uiteindelijk het bijzondere scheepswrak te documenteren, bergen en conserveren. Dat kost veel geld en tijd, maar ze geven niet op. Wordt vervolgd.