Bloedige donderdag
Tijdens de ochtendspits komt bij de Londense politie een melding binnen van een incident in de ondergrondse, op de Circle Line tussen de stations Liverpool Street en Aldgate East....
De vrees voor een aanslag wordt getemperd als de politie meldt dat het mogelijk gaat om een treinbotsing, een stroomstoring of het springen van een elektriciteitskabel. Reizigers krijgen rond half elf te horen dat alle metrotreinen worden stilgezet. Inmiddels zijn bij de politie ook incidenten gemeld op de Picadilly Line tussen King’s Cross en Russell Square en op de Circle Line bij Edgware Road. Als de eerste ooggetuigen hun verhaal doen, dringt de ernst van de gebeurtenissen zich op. Dan wordt duidelijk dat de metro niet is getroffen door een stroomstoring, maar dat zich ondergronds krachtige explosies hebben voorgedaan. De Zweedse Cornelia Berg, die op weg was naar Edgware Road, vertelt over de chaos in het treinstel: ‘Alles werd zwart, mensen wierpen zich op de grond. De wagon kwam vol rook te staan en sommig mensen probeerden met paraplu's de ramen kapot te slaan om lucht te krijgen. Naast me zat een moeder met twee kinderen wanhopig te huilen.’ Toen zij door hulpverleners uit de ondergrondse werd gehaald, zag ze her en der lichaamsdelen liggen. De 32-jarige Gary Lewis wordt uit een metrotrein gehaald bij King’s Cross, waar artsen en verplegers slachtoffers behandelen in de stationshal. Lewis tegen het persbureau AP: ‘De mensen renden schreeuwend door elkaar. Het was een chaos. Ik word achtervolgd door het beeld van iemand wiens gezicht zwart was van de rook en rood van het bloed.’ Nadat een ooggetuige aan een Brits persbureau heeft gemeld dat in het centrum van de stad ook een bus is opgeblazen, bevestigt Scotland Yard rond 11.30 uur dat de stad is getroffen door een reeks ontploffingen. Politiechef Ian Blair zegt van ‘een stuk of zes explosies’ te weten’. Het schrikbeeld van een gecoördineerde terreuraanslag zoals die in Madrid doemt op, maar premier Blair zegt in Gleneagles tegen de BBC dat het nog onzeker is of de explosies het werk zijn van terroristen. Blairs mededeling valt vrijwel samen met het bericht dat een tweede bus door een explosie is vernield, ditmaal op Russell Square. Getuige Belinda Seabrook: ‘Toen ik een knal hoorde en mij omdraaide, zag ik dat de dubbeldekker de lucht in vloog.’ Kort daarop wordt een ontploffing in een derde bus gemeld. Door het staken van metro- en busdiensten komt het hart van de stad tot stilstand. Minister Charles Clarke van Binnenlandse Zaken doet een beroep op de Londenaren niet onnodig te reizen. Op de wegen is nauwelijks verkeer. Gestrande reizigers gaan lopend naar hun werk of naar huis. Bij tv-toestellen verzamelen zich zwijgende toeschouwers, voetgangers lenen mobieltjes van elkaar. De vreugde over het binnenhalen van de Olympische Spelen heeft plaatsgemaakt voor een bedrukte sfeer, maar vrijwel nergens is sprake van zichtbare paniek. Dat er doden zijn gevallen lijkt inmiddels vast te staan, maar rond het middaguur leest minister Clarke in Downing Street een verklaring voor waarin hij nog spreekt over ‘verschrikkelijke verwondingen’. De politie geeft tegen 12.30 uur het ‘onbevestigde' bericht door dat er twee doden zijn. Blair verklaart om 13.05 uur in Gleneagles dat de hoofdstad is getroffen door ‘terroristische aanslagen’. Blairs woorden worden snel gevolgd door de ontdekking van een verklaring op een website, waarin Al Qa’ida de aanslagen opeist. Vervolgens stijgt het dodental gestaag en wordt steeds duidelijker wat zich op deze bloedige donderdag heeft afgespeeld: geen zes metro-explosies maar vier, geen drie bussen opgeblazen, maar één. Zeven mensen vinden de dood als om 9.51 uur een bom afgaat in de metrotunnel tussen Liverpool Street en Aldgate East. Honderd gewonden uit de verwoeste treinstellen worden naar een ziekenhuis in Whitechapel gebracht. Vijf minuten later ontploft een bom tussen King’s Cross en Russell Square. Hier vallen de meeste doden: 21. Het duurt bijna een half uur voordat hulpverleners de passagiers langs het spoor naar buiten geleiden. Overlevende Jo Herbert: ‘Ik zat een half uur vast in een pikdonkere, met rook gevulde metro. Veel mensen waren hysterisch. Ik dacht echt dat ik zou sterven en ik hoopte maar dat het door verstikking zou zijn en niet door verbranding.’ De beproeving van Londen is daarmee nog niet voorbij: om 10.17 uur explodeert een trein vlak voor aankomst bij Edgware Road. De ontploffing is zo sterk dat twee andere treinen ook schade oplopen. Hier vallen zeven doden. Weer een half uur later, om 10.47 uur, blaast een zware bom de bovenkant weg van een dubbeldekker op Tavistock Place, in de buurt van Russell Square. Van het bovenste dek blijft slechts een verwrongen hoop staal over. Een getuige zegt dat hij twee doden op het wegdek zag liggen en dat verscheidene inzittenden ledematen hebben verloren. ’s Avonds worden alle theatervoorstellingen in West End afgelast. Afgezien van staatsbegrafenissen is dat nooit eerder gebeurd sinds de Tweede Wereldoorlog.