Bioboer loopt vast in mestwetgeving
Bioboeren dragen niet bij aan het Nederlandse mestoverschot, maar moeten wel fosfaatrechten betalen als ze 'grondgebonden' hun veestapel willen uitbreiden. Tientallen verkeren hierdoor in grote problemen. Wie helpt ze?
Met pijn in de buik ligt boerin Carla Engwerda soms naast haar man Gerben in bed. Dan denkt ze hoe na 35 jaar biologisch boeren er straks geen bedreigde Fries Rood- en Zwartbont koeien meer lopen op hun ruim 80 hectare bij Tytsjerk. Terwijl een nieuwe stal er juist voor moest zorgen dat ze over een paar jaar een volwaardige boerderij konden overdragen aan een andere biologische liefhebber.
De investering in die stal nekt de Engwerdas nu. Vanwege het Nederlandse mestoverschot moeten boeren namelijk sinds dit jaar bij het uitbreiden van hun veestapel fosfaatrechten kopen van collega’s die stoppen, en ze moeten met terugwerkende kracht een boete betalen over 2017. Als peildatum voor de omvang van boerderijen geldt het aantal dieren dat ze hadden in juli 2015, toen de nieuwe stal in het Friese Tytsjerk nog leeg stond.
Om toch van de 45 dieren die ze toen hadden te kunnen doorgroeien naar een toekomstbestendige veestapel van 80, moesten de Engwerdas ineens duizenden euro’s betalen - die ze niet hebben. En omdat er al een aantal dieren bij was gekomen, kwam er een boete van 28 duizend euro over 2017. De melkfabriek begon de helft van het melkgeld in te houden, maar de 64-jarige Gerben Engwerda bleef zonder rechten te kopen doorgroeien. ‘De investering in de stal moet er toch uit’, zegt de boer. Op tafel liggen zijn vierkante handen, met vingers als gemberwortels, naast een groot bord pap.
Van de 450 biologische melkveehouders in Nederland, verkeren tientallen in vergelijkbare problemen. Woensdag overhandigden Engwerda en collega's, voorafgaand aan een Kamerdebat over fosfaat, een brandbrief aan landbouwminister Carola Schouten. Niet alleen met het verzoek de schrijnende gevallen te helpen, maar ook met de vraag de gehele biologische sector alsnog buiten de fosfaatregeling te houden.
Lange tijd was dit de verwachting onder biologische boeren, omdat het fosfaatplafond er kwam vanwege het Nederlandse mestoverschot. Biologische boeren leveren geen bijdrage aan dit overschot - een van de biologische criteria is niet meer mest produceren dan goed is voor de eigen grond. Dus waarom zouden ze dan fosfaatrechten moeten kopen als ze 'grondgebonden', zoals dat heet, hun veestapel uitbreiden? Een naïeve gedachte, zo bleek.
‘De biologische veehouderij heeft nooit een goede vertegenwoordiging gehad’, zegt Diana Saaman, die nu als woordvoerder optreedt voor de biologische boeren. ‘Deze reactie op het beleid is hierdoor erg laat. Ten onrechte werd verwacht dat boerenvertegenwoordiger LTO wel voor ze op zou komen, maar die nemen het woord biologisch niet eens in de mond.’
Engwerda ziet in LTO, maar ook in veevoerbedrijven, Rabobank en FrieslandCampina juist de drijvende krachten achter het fosfaatsysteem. ‘Die wisten precies dat ze in 2015 veel dieren moesten hebben om bij een toekomstig fosfaatplafond veel rechten op te strijken.’
Ze maken een karikatuur van de situatie, vindt een woordvoerder van boerenorganisatie LTO, die tegen een vrijstelling is voor bioboeren. ‘Zij zijn ook hard gegroeid in aanloop naar afschaffen melkquota, echt niet alleen de intensieve boeren. Jammer dat er nu onenigheid ontstaat.’ Engwerda noemt de oproep tot solidariteit van LTO juist hypocriet, want waarom zorgen zij niet dat de 18 duizend Nederlandse melkveehouders wat geld bijeen leggen om in ieder geval dat handjevol knelgevallen bij te staan? Ook binnen het landbouwministerie van Schouten bespeuren ze maar weinig onderlinge solidariteit bij de boeren.
Daartoe riep de minister woensdagavond in de Tweede Kamer wel op. Banken en bedrijven in de zuivelsector zouden volgens haar de probleemgevallen moeten steunen. ‘Het is hun taak om ondernemers door deze moeilijke periode te helpen.' De Rabobank, Engwerdas schuldeiser, heeft geen generieke regeling voor gedupeerden en zegt op individueel niveau te zoeken naar oplossingen. 'Maar sommigen zitten zo diep in de knel, dat we ze niet kunnen helpen.'
De minister - die sinds haar aantreden zegt te streven naar het verduurzamen van de landbouw - ziet zelf geen ruimte te helpen, omdat ze met een vrijstelling vreest de Europese fosfaatnorm weer te overschrijden (zie kader). En voor het afsnoepen van rechten bij intensieve boeren en die overhevelen naar de probleemboeren, is volgens haar geen draagvlak. Ook is het volgens haar ondoenlijk vast te stellen wie precies doorgaat voor knelgeval.
Frits van der Schans van het onafhankelijke Centrum voor Landbouw en Milieu begrijpt het standpunt van de minister. ‘Dit systeem is er, en dan kun je niets anders doen dan iedereen eronder laten vallen.’ Maar je kunt je volgens hem wel afvragen of dit systeem wel zo slim is. ‘In 2013 adviseerden wij al een systeem in te voeren waarbij het aantal dieren op basis van de hoeveelheid grond van de boer wordt bepaald’, zegt Van der Schans. ‘Dan was deze groep biologische boeren nu niet zo in de problemen gekomen.’ Ook bij het ministerie zouden ze het nu anders hebben gedaan, maar wordt een overstap naar een ander systeem niet als realistisch gezien.
De minister beloofde de Tweede Kamer nog wel één keer naar Brussel te zullen gaan om te zoeken naar een oplossing, ondanks dat ze daar zelf weinig van verwacht. Maar Engwerda klampt zich vast aan die belofte. 'Want zonder hoop kruipen we in het graf', zegt hij. 'En anders is het naar de rechter.'
Bij de nieuwe stal in Tytsjerk speelt kleindochter Elle (2) ondertussen met honden Juno en Collin in het hooi. ‘Moet je nagaan, zij moet nog door tot het jaar 2100’, zegt Gerben Engwerda. ‘Voor haar generatie werken we zo duurzaam mogelijk. Maar als er echt niets verandert aan de onrechtvaardige regels, dan is het met de nieuwe fosfaatrekening van eind dit jaar gewoon afgelopen.’
Fosfaatwetgeving
In aanloop naar het afschaffen van de Europese melkquota in 2015 gingen veel boeren stallen bijbouwen om meer melk te kunnen produceren. Twee jaar lang werd door de toegenomen hoeveelheid mest te veel fosfaat geproduceerd, wat voor verzuring van de grond en vervuiling van het oppervlaktewater zorgt. De derogatie, een uitzonderingspositie die Nederlandse boeren het recht geeft meer mest uit te rijden over hun land dan Europese collega’s, dreigde in gevaar te komen. Met een saneringsregeling die gepaard ging met de invoering van de fosfaatrechten, dook de melkveehouderij vorig jaar weer onder het fosfaatplafond.
Een groep van 800 reguliere boeren, die door de fosfaatregels ook in de knel zegt te zijn gekomen, greep het halen van de fosfaatnorm vorige maand aan om te pleiten voor het houden van weer meer dieren - zodat ze hun stallen vol kunnen krijgen en hun leningen weer kunnen afbetalen. Zij menen hier recht op te hebben, omdat ze destijds een vergunning kregen voor het bouwen van extra stallen. Frits van der Schans van het onafhankelijke Centrum voor Landbouw en Milieu vindt hun zaak minder sterk dan die van de biologische boeren. ‘Zij produceren bijna allemaal meer mest dan dat ze grond hebben, maken daarmee gebruik van de derogatie en zijn dus mede verantwoordelijk voor het overschot.’ Boerenorganisatie LTO gaat op basis van een eigen inventarisatie uit van 200 knelgevallen, maar vindt net als de minister dat ook zij geen uitzonderingspositie moeten krijgen.
Door mestwetgeving in problemen geraakte bioboeren krijgen geen hulp van Landbouwminister Schouten
Biologische melkveehouders die door de mestwetgeving in grote problemen zijn gekomen, kunnen niet rekenen op steun van de overheid. Protesterende bioboeren op het Plein voor de Tweede Kamer konden Landbouwminister Carola Schouten woensdagavond niet op andere gedachten brengen.