ReportageKamerdebat luchtaanval
Bijleveld overleeft opnieuw motie van wantrouwen inzake fatale aanval op Hawija
Minister van Defensie Ank Bijleveld heeft in het vierde debat over de luchtaanval op Hawija, waarbij in 2015 tientallen burgerdoden vielen, opnieuw ternauwernood een motie van wantrouwen overleefd. Voor het eerst richtte een deel van de Kamer – inclusief twee coalitiepartijen – zijn pijlen ook op de rechtmatigheid van de actie.
Als een zonnestraal die eindelijk het lang verduisterde parlement bereikt, zo valt de openingszin van Kamervooritter Arib in de vergaderzaal: ‘Het is ontzettend fijn om jullie weer te zien.’ Daarna schieten Kamerleden als in eerdere debatten met hun retorische kanonnen op een minister die het parlement, ook volgens Salima Belhaj van coalitiepartij D66, ‘keer op keer verkeerd heeft ingelicht’.
En voor de tweede keer mag de minister, ondanks deze politieke doodzonde, blijven zitten. Bijleveld doet tijdens het debat haar best om nog verontwaardigder te zijn over wat er allemaal fout ging dan de Kamer zelf, en krijgt weer het voordeel van de twijfel van de vier coalitiepartijen, de SGP, en ex-VVD-Kamerlid Wybren van Haga. Ook Thierry Baudet voegt zich bij het loyale kamp van de ‘kartelpartijen’. Waar de leider van Forum voor Democratie eerder nog sprak van ‘misschien wel de meest grove militaire vergissing, blunder die wij de afgelopen decennia hebben gemaakt’, steunt hij dit keer de motie van wantrouwen niet.
Voornemens
De ontsnappingsroute die Bijleveld geboden wordt – ook al voelt de Kamer zich opnieuw onjuist door haar voorgelicht – is dezelfde als vorig jaar: een wolk van goede voornemens. Het is voortaan transparantie troef en de Kamer zal ‘onverwijld’ ingelicht worden bij een volgend incident. Ook de cultuur van Defensie gaat op de schop en ze is al net zo boos als de Kamer zelf op de Amerikanen.
Die gaven onlangs relevante documenten wel vrij aan NRC en NOS, na een lange procedure onder de Freedom of Information Act. Maar Bijleveld kreeg bij haar verzoeken aan haar collega nul op rekest. Als Bijleveld zegt dat ‘we allemaal in hetzelfde schuitje zitten’, wordt het Bram van Ojik (GroenLinks) te veel. ‘Dat is een misverstand; de minister is verantwoordelijk, de Kamer moet de minister controleren: we zitten niet in hetzelfde schuitje!’
De opeenstapeling van klachten is inmiddels zo groot - over de informatievoorzieing, over de documenten die Bijleveld vrij had kunnen geven, over de manier waarop dit vreselijke voorval jaren uit de openbaarheid is gehouden - dat de strijdlust van de Kamer een ongericht karakter heeft gekregen. Het is schieten met hagel - dat kan politiek zeer doen, maar het is niet fataal.
Rechtmatigheid
Echt nieuw in dit debat is dat voor het eerst vraagtekens worden geplaatst bij de rechtmatigheid van de luchtaanval. Het is een ontwikkeling die – samen met de steeds hogere eisen van de Kamer aan informatievoorziening omtrent geheime documenten – het kabinet zorgen zal baren voor toekomstige deelname aan oorlogen in coalitieverband.
Uit de vrijgegeven geheime Amerikaanse documenten hebben Kamerleden details opgepikt als de waarschuwing van de CIA over mogelijke burgerslachtoffers. En over de informatiepositie van de Nederlandse ‘rodekaarthouder’, dat is de officier die beslist of Nederland een aanval kan en mag uitvoeren. Deze officier beoordeelt het resultaat van het hele planningsproces – waarin ook alle beschikbare inlichtingen, zoals de CIA-waarscuwing, zijn verwerkt – maar hij kent niet alle details van de planning.
Kan dat wel? Tot dusver ging het louter over de communicatie, nu steken Kamer en minister steeds verder de Rubicon over naar de beoordeling van de operationele aspecten. Waarbij ze er soms bij zeggen, zoals Joël Voordewind (ChristenUnie), ‘geen defensie-expert te zijn’.
Rechtmatig, zorgvuldig
Er worden grote woorden gesproken. Als André Bosman (VVD), op grond van de conclusies van het OM, zegt dat de aanval ‘rechtmatig’ was, krijgt hij het aan de stok met Belhaj: ‘Ik raak geïrriteerd als men zegt ‘ja maar het was toch rechtmatig’, terwijl er geen strafrechtelijk onderzoek naar is gedaan. Dat weten we niet.’
Ook Voordewind (ChristenUnie) heeft twijfels: de coalitie heeft immers na ‘Hawija’ de planningsprocedures aangepast. ‘We weten nu dat die procedure niet zorgvuldig is verlopen. Rechtmatig heeft u een punt, maar was het zorgvuldig? Daarom is de procedure toch aangepast?’ Bosman, en later ook Bijleveld, zeggen dat procedures voortdurend worden aangepast op basis van de oorlogservaringen. Ze betogen dat – terwijl je niet alles kunt weten – op grond van de best beschikbare informatie een weloverwogen besluit wordt genomen, met als uitgangspunt nul burgerslachtoffers. Bosman: ‘Achteraf kijk je een koe in de kont.’
Nooit meer zo
Later in het debat zegt Belhaj over de planners: ‘Ze hebben een buitengewoon groot risico genomen met hun aannamen, omdat je niet kunt inschatten wat de gevolgen zijn als je niet weet hoeveel explosieven er liggen (in de IS-bommenfabriek die werd aangevallen, red.). Dus de conclusie is dat we dat zo nooit meer moeten doen.’
Als Van Ojik Bijleveld vraagt of ‘met alles wat we nu weten’ het bombardement niet goedgekeurd had mogen worden, antwoordt de minister: ‘Dat is achteraf kijkend. Als je kijkt naar goedkeuren op dat moment, dat is juist verlopen. Nu is het antwoord ja.’
Hoogleraar Paul Ducheine: ‘Wat telt: was de aanval op Hawija rechtmatig?’
Het debat over het bombardement op het Iraakse Hawija gaat veel te weinig over de aanval zelf en de vraag of Nederland het oorlogsrecht heeft geschonden, constateert militair jurist Paul Ducheine.