Bij het UWV stapelen de dossiers zich op nu werkgevers coronasteun moeilijk kunnen terugbetalen
Terwijl de coronacrisis voor veel huishoudens inmiddels ver weg lijkt, worstelen sommige werkgevers nog altijd met de schuldenberg die ze aan de lockdowns overhielden. Een speciaal UWV-team probeert de ‘probleemsituaties’ met maatwerk op te lossen.
Ze zijn een beetje in de coronacrisis blijven hangen, de twintig UWV-medewerkers die deze donderdagochtend samenkomen in een krap vergaderzaaltje van de uitkeringsinstantie. Terwijl buiten de energiecrisis het gesprek van de dag is, gaat het onder het systeemplafond nog altijd over die vermaledijde lockdowns – toen het UWV 23 miljard euro loonsubsidie (NOW) uitkeerde aan 162 duizend werkgevers. Geld waarvoor zij nu de rekening moeten opmaken.
‘Het feest is geweest’, vat projectleider Mark Elings samen. ‘Nu moeten we de bekertjes opruimen.’
Die schoonmaak komt voor veel werkgevers ongelegen. De coronasteun werd aan het begin van de pandemie in allerijl opgetuigd om te voorkomen dat bedrijven personeel zouden ontslaan. Werkgevers kregen een voorschot op basis van verwacht omzetverlies, later zou aan de hand van hun daadwerkelijke omzetderving worden berekend waarop ze recht hadden.
De hoop was toen dat de lockdown drie maanden zou duren en werkgevers het te veel uitgekeerde geld fluitend zouden terugbetalen. Maar nu het ‘later’ is, gaan velen niet fluitend door het leven, maar gebukt onder een hoge energierekening.
Uitstel van betaling
Brancheverenigingen hingen afgelopen maanden alweer aan de noodklokken om uitstel van betaling te eisen voor de circa 55 procent van de werkgevers die naar verwachting een terugvordering zal ontvangen. Hoewel het merendeel nog altijd in staat is die direct te betalen, merken ze bij het UWV wel dat de problemen toenemen. Vorig jaar vroeg minder dan de helft van de werkgevers die een betalingsregeling wilden treffen er een van meer dan drie jaar aan, maar nu is dat 65 procent. Bij de afdeling schuldhulp groeide de stapel dossiers in januari met 37, waar dat er een maand eerder nog 25 waren.
Veel problemen kunnen worden opgelost met bijvoorbeeld een betaalpauze of ruimere betaaltermijn. Wie daarmee niet is geholpen of anderszins tussen wal en schip is gevallen, komt als powerpointslide voorbij op het diascherm tijdens het ‘signaleringsoverleg’ in het UWV-vergaderzaaltje. Daar loodst projectleider Elings zijn team met kadaverdiscipline (‘ik ken maar één tijd en dat is op tijd’) door de casussen. Van het Argentijnse steakhouse tot de Brabantse sieradenwinkel, en van het Spaanse tapasrestaurant tot de bloemkwekerij die de deurwaarder al op bezoek heeft gehad.
Het zijn zaken waarvan business-analist Sonja ‘slapeloze nachten heeft gehad’ en projectmanager Randy ‘buikpijn krijgt’. ‘Want we hebben het steeds over werkgevers, maar dit zijn ook ménsen.’ Dat merkt ook Bert, die bij het UWV het team schulddienstverlening leidt. Bij zijn loket meldden zich onder meer een bakker die tien maanden keurig zijn terugvorderingen betaalde, maar nu vanwege de hoge schulden en gestegen energiekosten zijn faillissement kan aanvragen. En een echtpaar met een geklapte vennootschap onder firma, dat nu moet zien te leven van een tientje per dag.
‘Menselijke maat’
De vraag waar de UWV’ers zich het hoofd over breken: hoever kun je gaan om iemand te helpen? Die vraag is extra prangend na het parlementaire onderzoek dat de Tweede Kamer onlangs deed naar het verlies van de ‘menselijke maat’ bij uitvoeringsorganisaties als het UWV. Volgens de onderzoekers zouden persoonlijke omstandigheden zwaarder moeten wegen bij de uitvoeringsinstantie.
Dit signaleringsoverleg is een vrucht van die gedachte. ‘Maar makkelijk is het niet’, vindt Elings. ‘Je moet oppassen voor willekeur. Je wil bijvoorbeeld niet marchanderen tussen grote ondernemers, of die met een grote mond en de kleintjes.’
Dus strijken ze hier over het hart als een werkgever zijn schuld niet binnen de maximale betaaltermijn van 60 maanden kan voldoen, maar wel over 62. Of als de eigenaar van het Chinees-Indisch specialiteitenrestaurant belooft, ondanks alle gemiste deadlines, over twee weken écht een leesbare administratie aan te leveren waaruit zijn omzetverlies blijkt. Maar ze moeten ook oppassen: zijn ze te soepel en te goed van vertrouwen, dan kan de belastingbetaler straks zomaar verhaal komen halen. Het waren immers zijn miljarden die zijn uitgegeven.
Dat Nederlandse huishoudens flink in de buidel hebben getast om het bedrijfsleven overeind te houden, blijkt wel uit de laatste berekening van de verantwoordelijke ministeries. Opgeteld kostte alle coronasteun, inclusief die voor de vaste lasten, een duizelingwekkende 42,4 miljard euro, ofwel: 5.000 euro per huishouden. Het staat buiten kijf dat daarmee het beoogde doel is bereikt: dankzij de subsidies zijn, naast Zweden, in geen land zo weinig banen verloren gegaan als in Nederland.
Krapte arbeidsmarkt
Al worden ook de neveneffecten van de miljardenoperatie steeds zichtbaarder: dankzij de steun werd de economische dynamiek twee jaar lang verstoord. Het leidde tot een historisch laag aantal faillissementen en was zo mede debet aan de huidige krapte op de arbeidsmarkt. Bovendien schiep het onbedoeld een precedent: dat vadertje staat bij elke crisis de portemonnee wel zou trekken. Zo moest het kabinet dit najaar ook de portemonnee trekken voor een tegemoetkoming voor energie-intensieve bedrijven.
Bij het UWV merken ze ook dat het sentiment van ondernemers over de organisatie misschien niet meer altijd zo rooskleurig is als aan het begin van de crisis. Waren ze toen de ‘brandweermannen’, ‘de redders in nood’, nu herkennen sommigen in hen de pyromaan.
Het blijkt wel uit de 12 duizend bezwaar- en beroepszaken die tegen de uitkeringsinstantie zijn aangespannen door ondernemers die het niet eens zijn met de hoogte van een terugvordering. Elings maakt zich dan ook geen illusies: ‘De komende zeven jaar zijn wij nog wel bekertjes aan het rapen.’
NOW verrekend
Ondernemers met meer dan 20 procent omzetverlies konden tijdens de coronacrisis een tegemoetkoming krijgen voor de loonkosten (NOW). Het betrof een voorschot op basis van verwacht omzetverlies. Het UWV berekent nu of werkgevers te veel of te weinig subsidie hebben ontvangen. Daarvoor moeten zij hun daadwerkelijke omzetverlies doorgeven aan de uitkeringsinstantie. Voor de vier NOW-periodes tussen oktober 2020 tot en met september 2021 hebben ze daarvoor tot uiterlijk 22 februari de tijd.