Achtergrond‘Pedojagers’
Bij de jacht op pedofielen lijkt alles geoorloofd
De afgelopen maanden neemt het aantal incidenten toe waarbij een vermeende pedofiel met grof geweld wordt ‘geconfronteerd’. Waarom gaan zelfbenoemde ‘pedojagers’ juist nu vaker op pad?
In het donker, ergens op straat in Zwijndrecht eind oktober, wordt hij overmeesterd. Telefoons filmen alles. Zijn armen worden achter zijn rug gehouden door een man met een masker op. ‘Jij bent fucking ziek in je hoofd, vriend’, zegt een andere gemaskerde man. ‘Je moet hulp gaan zoeken.’ Een verbaasde vrouw vraagt van een afstandje wat er aan de hand is. ‘We doen een burgeraanhouding. Een pedofiel. Want dat ben jij.’
Nadat het filmpje op Instagram is gezet, volgen screenshots van chatgesprekken die deze man van 30 uit Zwijndrecht heeft gevoerd met een meisje van 15. Althans, dat dacht hij. In werkelijkheid bleek er een groep jongemannen achter het chatprofiel te zitten, die zich Pedohunter0172 noemen. Nadat de afspraak is gemaakt, schrijven ze: ‘Is ook de eerste keer dat ik bij een ouder iemand ga slapen.’ De man antwoordt: ‘Aan mij om te bewijzen dat ouder beter is.’
In de afgelopen maanden zijn er 250 incidenten geweest met zogenaamde pedojagers. Politie en justitie roepen met klem op deze vorm van eigenrichting te staken. Levens van onschuldige mensen kunnen verwoest worden. In Arnhem overleed een man van 73 nadat hij door een groep tienerjongens op eenzelfde manier werd gelokt, geconfronteerd en mishandeld. ‘Het idee om op pedo’s te gaan jagen, gebeurde uit verveling in coronatijd’, zegt de advocaat van een van de verdachten. ‘Mijn cliënt heeft zich laten meeslepen.’
Gevraagd naar hun beweegredenen vertellen deze groepjes mannen – want dat zijn het vaak – telkens hetzelfde verhaal: kindermisbruik is een groot probleem, waar de politie te weinig aan doet. De straffen zijn te laag, waardoor veroordeelde pedofielen en kindermisbruikers snel vrijkomen. De mannen hebben geen vertrouwen in politie en justitie, en nemen daarom het heft in eigen hand. Velen zeggen daarbij (zwaar) geweld te schuwen, maar toch gaat het vaak mis. Het is nevenschade die ze voor lief nemen; alles om de kinderen te beschermen.
Hoe kan het dat deze burgers denken dat het geoorloofd is om voor eigen rechter te spelen? En dat er duizenden mensen zijn die hun acties op sociale media bekijken, bejubelen en goedkeuren? En waarom steekt dit fenomeen juist nu zo sterk de kop op?
Helemaal nieuw is het niet dat groepen mannen vermeende pedofielen uitlokken, opjagen en intimideren, of erger. Deze zelfbenoemde jagers maken deel uit van een wereldwijde beweging, het zijn groeperingen waartussen soms contact is en die vermoedelijk door elkaar zijn geïnspireerd. In het Verenigd Koninkrijk zijn er ongeveer honderd dergelijke incidenten per week, schreef The Guardian vorig jaar. Er zouden zo’n 190 groepen actief zijn. In de Verenigde Staten zou het volgens NBC gaan om zo’n dertig actieve groepen. In Nederland zijn er tientallen accounts en groepen.
Hoewel er in de jaren zestig en zeventig enigszins begrip bestond voor pedofielen, die ook maar met een geaardheid waren geboren, groeide de ‘pedo’ in de decennia die volgden uit tot een zondebok. ‘We zijn het in morele zin over weinig eens in onze loszandsamenleving’, zegt Hans Boutellier, bijzonder hoogleraar polarisatie en veerkracht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, ‘maar over pedofilie wel. Dat is in de ogen van velen het laagste van het laagste. We leven bovendien in een maatschappij waarin het slachtoffer de morele norm bepaalt. En een kind is het ultieme slachtoffer; onschuldig, puur, weerloos.’
Al dik tien jaar geleden verschenen er in Nederlandse media verhalen over mensen die kinderlokkers lokten, pedofielen aanvielen of een databank van veroordeelde kindermisbruikers aanlegden. Filemon Wesselink bezocht in 2012 voor het BNN-programma De week van Filemon een man uit Groningen die vermeende pedofielen confronteerde. Danny Ghosen en Daan Nieber gingen in 2014 met een lokpuber op zoek naar pedo’s voor het Powned-programma Powlitie.
Nog veel eerder confronteerden Peter R. de Vries en Alberto Stegeman zedendelinquenten die met minderjarigen probeerden af te spreken. Eenzelfde methode wordt nu gehanteerd door de nieuwe lichting groepen die pedofielen confronteren, met dit verschil dat ze vaker op pad gaan en gewelddadiger en minder grondig voorbereid zijn.
Zijn deze groepen geïnspireerd door De Vries en Stegeman? ‘Dat weet ik wel zeker’, zei Bouke van de Vrugt, die een Facebookpagina beheert waarop pedofielen worden ontmaskerd in oktober tegen de Volkskrant. ‘Zo wil ik het ook doen. Veel bewijs verzamelen. Dan confronteren en overhandigen aan de politie.’
Uit een Amerikaans onderzoek uit 2012 bleek dat veel leden in zo’n groep zitten vanwege ouderlijke bezorgdheid of een gevoel van onrecht. Maar meer dan de helft van de ondervraagden noemde tevens To Catch a Predator. Dit Amerikaanse tv-programma, waarin presentator Chris Hansen pedofielen confronteert, liet zien hoe makkelijk het is om op internet oudere mannen te lokken. Daarnaast liet het programma zien dat ze zelf ook in actie kunnen komen tegen onrecht.
‘Dat past in een bredere tendens van de romantisering van vigilanten’, zegt Marc Schuilenburg, criminoloog aan de VU. Vigilante is ander woord voor burgerwacht. ‘Naast programma’s van journalisten als De Vries, die overigens veel goed werk heeft geleverd, zijn er tal van speelfilms over strijders voor de goede zaak: Batman, The Punisher, Daredevil. Er wordt gesuggereerd dat ingrijpen geoorloofd is bij een duidelijk onderscheid tussen goed en kwaad. Ik denk zelfs dat de pedojagers er een deel van hun identiteit aan ontlenen.’
Zelf de held worden die een monster opspoort en kaltstellt: alle mogelijkheden zijn daarvoor in 2020 online voorhanden. Met de opkomst van het internet is, tegelijkertijd met de gestage ontmanteling van autoriteit, een doe-het-zelfcultuur ontstaan, de Cult of the Amateur gedoopt door internetcriticus Andrew Keen. Zelf journalist, tv-zender, detective, wetenschapper, uitgever en reclamemaker spelen is al jaren de norm. Geen wonder dat de kreet van complotdenkers in coronatijd is: doe je eigen onderzoek.
De methode van chatten, confronteren, intimideren en aan de schandpaal nagelen is bovendien geknipt voor dit socialemediatijdperk. Public shaming en de bijbehorende hevige emoties van woede, leedvermaak, angst, schaamte en verontwaardiging zijn brandstof voor platforms als Facebook, Twitter, YouTube en Instagram.
Weinig gaat zo hard viral als de combinatie publieke vernedering en pedofielen. Het meest gelezen Engelstalige nieuwsbericht op Facebook in 2019 was een stukje van 119 woorden over iemand die in Texas werd verdacht van mensenhandel en kindermisbruik. Dat komt onder meer doordat lokaal nieuws meer tractie krijgt in het Facebookalgoritme, omdat gebruikers er heviger op reageren; vooral lokale angst werkt goed.
‘Mensen houden van actie’, zei de man achter Pedo Hunterz NL over zijn methode in een radio-interview op FunX. ‘En van actie krijg je reactie.’ Als de jagers maar genoeg rumoer teweegbrachten, was zijn redenering, moest de politiek wel ingrijpen, bijvoorbeeld door straffen te verhogen. Het idee is daarnaast dat de filmpjes afschrikwekkend werken. Max Wijnen van @HunterEU (inmiddels offline gehaald) in Het Parool: ‘We maken alle pedo’s mentaal helemaal stuk.’
Veel van de publieke vernederingen op sociale media komen van mensen die werkelijk geloven dat ze iets goed doen, zegt Jon Ronson, auteur van het boek So You’ve Been Publicly Shamed uit 2015. ‘Met sociale media hebben we een podium gecreëerd voor een constant kunstmatig melodrama’, schrijft hij. ‘Elke dag drijft er een nieuw persoon boven als een geweldige held of afschuwelijke schurk.’
Tegelijkertijd is er een voorgeschiedenis van steun voor eigenrichting en noodweer in Nederland. In 2002 mishandelden medewerkers van een Albert Heijn-filiaal een dief, waarna prins Bernhard de boete betaalde. ‘Geweldig dat mensen dit doen’, zei de burgemeester van Zaltbommel in 2010 toen een winkelier op een overvaller invloog met een karatetrap. Toen bewoners in 2012 een inbreker doodtrapten in Diessen, noemde Fred Teeven, destijds staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, dat een ‘inbrekersrisico’. Ruim een jaar geleden overleed een man in Assen nadat hij door een groep vaders belaagd was in een speeltuin. Er was sprake van een zedendelict, volgens het OM. De belagers werden niet vervolgd.
Ook zijn er recente voorbeelden van burgers die het heft in eigen handen nemen om wat zij zien als onrecht te bestrijden. Zo voerden burgerwachten van de Soldiers of Odin in Groningen in 2016 klopjachten uit op vermeend criminele asielzoekers. De blokkeerfriezen werden in 2017 door duizenden toegejuicht op sociale media en door rechts-populistische politici omarmd. Omdat er tienduizenden euro’s waren gedoneerd om de eventuele boetes te voldoen, besloten de rechters taakstraffen uit te delen.
Sinds de jaren tachtig heeft de overheid de burger steeds meer betrokken bij opsporing en veiligheid, zegt criminoloog Schuilenburg. ‘Logisch dus dat burgers daarbij soms buiten de kaders van de wet treden.’ Hij noemt het uitlokken van vermeende pedofielen de ‘schaduwkant van de participatiesamenleving’, een uitwas van diensten als Meld Misdaad Anoniem, Burgernet, Amber Alert, tv-programma’s als Opsporing verzocht en initiatieven als burgerwachten en buurtapps, waarvan er duizenden zijn in Nederland.
Het probleem is: de burger wordt te geïdealiseerd voorgesteld, zegt Schuilenburg. ‘We praten over de burger alsof hij een rationeel handelende, betrokken persoon is die strijdt voor de publieke zaak. Voor de negatieve kanten van de burger hebben we veel minder oog. Kijk bijvoorbeeld naar de buurtpreventieteams. Ondanks goede bedoelingen leveren die veel eigenrichting, discriminatie en etnisch profileren op.’
Die wat rooskleurige blik wordt volgens Schuilenburg mede veroorzaakt door het enthousiasme voor burgerparticipatie onder politici. ‘Links ziet vooral de nieuwe vormen van gemeenschapszin. Rechts ziet een welkome aanvulling op de taken van de politie, een leger van amateurcrimefighters. Het is oké om inbrekers of overvallers neer te slaan, werd jarenlang geroepen vanuit de politiek.’
Betrokkenheid van burgers werd uit nood geboren, omdat de criminaliteit vanaf midden jaren tachtig tot de eeuwwisseling flink toenam. Schuilenburg: ‘De politie kon het niet in haar eentje af. Inmiddels is er sinds 2000 al een dalende trend in de criminaliteit. De inzet van burgers is dus minder nodig. Terwijl er juist steeds meer burgers meehelpen om Nederland veiliger te maken.’
Door erosie van het vertrouwen in instituties, zoals justitie en politie, kunnen mensen de neiging krijgen zelf op pad te gaan om te handhaven, zegt Boutellier, die als psycholoog gespecialiseerd is in criminaliteit en veiligheid. ‘De overheid hamert al langer op burgermoed en eigen verantwoordelijkheid. Dat is in principe een goede zaak. Het gevolg is wel dat mensen dan ook op eigen houtje onrecht gaan aanpakken.’
Wat ook meespeelt is de groeiende aandacht voor kindermisbruik. De opkomst van zogenaamde online child abuse activist groups in het Verenigd Koninkrijk, zoals pedojagers daar met een wat neutrale term worden genoemd, loopt min of meer parallel aan de onthulling van een aantal omvangrijke misbruikzaken sinds 2010. Zoals rond BBC-ster Jimmy Savile, die in 2011 overleed en honderden kinderen zou hebben misbruikt. En het schandaal in het dorp Rotherham, waar sinds 1980 meer dan 1.500 kinderen slachtoffer zijn geworden van een netwerk van mensenhandelaars en misbruikers. Tussen 2014 en 2018 is het aantal meldingen van kindermisbruik in het Verenigd Koninkrijk met 700 procent gestegen, deels door het toegenomen bewustzijn erover.
Ook in Nederland zijn er in diezelfde periode veel spraakmakende misbruikzaken geweest: de schandalen in de katholieke kerk, onderzoek naar seksueel geweld in de jeugdzorg, en de zaken rond Robert M., die tientallen kinderen misbruikte in een kinderdagverblijf, en atletiekcoach Jerry M., die in maart werd veroordeeld voor seksuele handelingen met drie minderjarige pupillen. De Nationaal Rapporteur meldde in 2014 dat één op de drie kinderen in Nederland ooit een vorm van seksueel geweld heeft meegemaakt, deels door leeftijdgenoten en deels digitaal. Ook hier steeg het aantal meldingen van kindermisbruik explosief sinds 2013, terwijl het aantal onderzochte zaken daalde, onder meer door een gebrek aan mankracht.
Hierbij vindt een zichzelf versterkend proces plaats, zegt Boutellier. ‘Door de grote zaken komt er meer aandacht voor het onderwerp. En door de grotere aandacht komen er ook meer zaken aan het licht. Dit alles voedt mensen die pedo’s willen aanpakken dat ze op het goede spoor zitten. En door hun acties komt er wéér een grotere schijnwerper op kindermisbruik en pedofilie.’
Maar wat is er veranderd dat juist de afgelopen maanden filmpjes opduiken waarin vermeende pedofielen worden overmeesterd en geïntimideerd? De voedingsbodem voor die opleving wordt door velen gezocht in coronaverveling, zoals ook door de advocaat aangehaald in de zaak in Arnhem, en het toegenomen complotdenken. Onderzoekers zien dat in onrustige en ingrijpende tijden allesomvattende antwoorden worden gezocht en zondebokken aangewezen.
Een van de grote theorieën in opmars is QAnon. Een tamelijk bizar complot over een informant met de codenaam Q die hoog in de Amerikaanse regering zou zitten, telkens staatsgeheime informatie vrijgeeft en aan de hand daarvan de toekomst voorspelt. Zijn aanhangers geloven dat de wereld wordt geleid door een geheime elite van satanistische pedofielen en kinderhandelaars. Donald Trump zou achter de schermen deze pedokring bestrijden.
Op demonstraties tegen pedofilie en kindermisbruik, waarvan er de laatste tijd in Nederland meerdere hebben plaatsgevonden, zijn telkens de kreten en symbolen van QAnon te zien. Zoals #SaveTheChildren, een hashtag die een andere oorsprong heeft, maar is overgenomen door Q-aanhangers. En WWG1WGA, de afkorting van het motto: Where We Go One, We Go All. Dit soort termen zie je nu ook met enige regelmaat in Nederlandse groepen van pedojagers verschijnen.
Net als complotdenken steekt eigenrichting de kop op in onzekere tijden. ‘Als er een ineenstorting van de staat is – echt of vermeend – of van de internationale orde en stabiliteit, komen vigilanten bovendrijven’, zegt de Canadese criminoloog Steven Kohm in een artikel over pedojagen in het Amerikaanse blad Quartz. ‘Daarmee kunnen mensen een gevoel van controle en macht krijgen.’
Kun je het handhaven en opsporen nog van de burger afpakken? Nee, zegt criminoloog Schuilenburg. Ook eigenrichting zwaarder bestraffen ‘zou puur symbolisch zijn’, denkt hij.
Burgers bepalen zelf wel of ze gaan zoeken naar een vermiste, zoals massaal gebeurde bij Anne Faber, de student die was verkracht en vermoord door een tbs’er. Ze weten zelf donders goed wanneer een verdacht persoon moet worden gemeld in de buurtapp. En ze willen zelf oordelen wanneer er genoeg bewijs is om een man van 50 die met een tienermeisje wil afspreken te ontmaskeren als pedofiel.
‘De geest is uit de fles’, zegt Schuilenburg, ‘en hij gaat er niet terug in.’