Bewijs vinden is moeilijk, zo leerde Lockerbie
Bijna een week na de vliegramp in de Sinaï wijzen steeds meer vingers naar IS. Maar dat de daders nog lang niet gevonden hoeven te zijn, bewijst het onderzoek naar de Lockerbie-aanslag van 1988.
De vliegramp met de Russische Airbus boven de Sinaï doet in veel opzichten denken aan de aanslag op het PanAm-toestel op 21 december 1988 boven het Schotse Lockerbie. Voor de onderzoekers moet dat een veeg teken zijn: nooit opgehelderd is hoe de semtexbom destijds aan boord van het Amerikaanse toestel kwam.
Ook zijn altijd twijfels blijven bestaan over de vraag welk land of welke organisatie achter de aanslag zat. De aanklagers gingen ervan uit dat het een Libische wraakneming was voor militaire acties van de VS tegen dictator Moammar Kadhafi. Daarbij werden tussen 1981 en 1986 twee Libische jachtvliegtuigen uit de lucht geschoten en vier schepen tot zinken gebracht. Nooit is echter een 'smoking gun' gevonden die rechtstreeks in de richting van Kadhafi wees.
Met zekerheid is alleen vastgesteld dat de explosieven in een Toshiba-cassetterecorder zaten, die was verstopt in een koffer van het merk Samsonite. Duidelijk is ook dat de bom afging door een tijdmechanisme van het type MST-13, gemaakt door de Zwitserse firma MeBo. Daar houden de zekerheden zo ongeveer op.
Atypisch voor IS
Als IS inderdaad de Russische Airbus heeft laten ontploffen, is er sprake van een terreurdaad die afwijkt van het bestaande profiel van de extremistische organisatie. Wat dat betreft opereert IS anders dan Al Qaida. Het netwerk van Osama bin Laden trok de aandacht met spectaculaire acties in niet-islamitische landen, meestal tegen westerse doelen. De bekendste aanslag is die van 11 september 2001 op het WTC in New York. De aanslagen van IS zijn kleiner in omvang en vinden vrijwel altijd plaats in moslimlanden, meestal met moslims als slachtoffers. De twee aanslagen dit jaar in Tunesië op (in totaal 56) buitenlandse toeristen vormen de voornaamste uitzondering. Ook die vond echter plaats in een islamitisch land.
Mogelijkheid van een vergissing
De Schotse rechtbank ging ervan uit dat de koffer op Malta op een toestel van Air Malta was gezet, richting Frankfurt. Daar zou de koffer door logistiek personeel op een Boeing 727 van PanAm naar Londen zijn overgezet. In Londen volgde een transfer naar een Boeing 747, het vliegtuig met bestemming New York dat 37 minuten na vertrek explodeerde. Alle 259 inzittenden kwamen om het leven, evenals elf burgers op de grond.
Er is echter nooit direct bewijs geleverd dat de koffer zich aan boord van het Air Malta-toestel heeft bevonden. Ook voor het traject Frankfurt-Londen is dat niet zeker. 'De mogelijkheid van een vergissing bestaat', stelden de rechters later in hun vonnis. Al helemaal onduidelijk is hoe het explosief op welke plek dan ook door de controles is gekomen en wie het aan boord heeft gebracht.
Er is wel iemand veroordeeld. De Libiër Abdel Basset al-Megrahi werd in januari 2001 door de in Zeist gevestigde Schotse rechtbank schuldig verklaard. Hij kreeg levenslang. In 2009 werd de ernstig zieke Megrahi, die altijd heeft gezegd onschuldig te zijn, op humanitaire gronden vrijgelaten. Drie jaar later overleed hij.
In hun vonnis erkenden de rechters dat er geen onomstotelijk bewijs is geleverd voor Megrahi's betrokkenheid. Er waren 'onzekerheden en voorbehouden'. Uit deelbewijzen kon echter een 'overtuigend patroon' worden gedestilleerd. De man, een functionaris van de Libische geheime dienst, zou ervoor gezorgd hebben dat de koffer in Malta aan boord zijn ingewikkelde luchtreis begon.
Iraanse wraak
De Schotse en Amerikaanse onderzoekers verzamelden 4 miljoen stukjes van het vliegtuigwrak, verspreid over 2.000 vierkante kilometer. Zo'n 15 duizend getuigenverklaringen werden vastgelegd. Drie jaar na de aanslag werden twee Libiërs aangeklaagd de tweede werd wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken.
Indertijd deed een alternatief scenario de ronde, dat ook door de verdediging werd ingezet. Volgens deze theorie werd de aanslag op instigatie van Iran en met Syrische tussenkomst gepleegd door de terreurgroep Volksfront voor de Bevrijding van Palestina algemeen commando (PFLP-GC). Het zou de Iraanse wraak zijn geweest voor het neerschieten door de Amerikaanse marine van een Iraans civiel vliegtuig met 290 mensen aan boord, een half jaar voor de Lockerbieramp.
In oktober 1988 arresteerde de Duitse politie in Frankfurt een groep leden van de PFLP-GC, in het bezit van enkele Toshiba-recorders met semtexbommen. In de woning van Mohamed Talb, de bommenmaker van de groep, vond de Zweedse politie naderhand een kalender waarop de datum 21 december 1988 was omcirkeld.
Heropening van de zaak
De aanslag boven Lockerbie werd destijds uit naam van diverse islamitische organisaties opgeëist.
Nog in 2009 deden nabestaanden van Britse slachtoffers een verzoek tot heropening van de zaak. Volgens hen was nooit serieus aandacht geschonken aan belangrijk alternatief bewijs, zoals de verklaring van een bewaker op vliegveld Heathrow dat kort voor de aanslag het slot van een bagageruimte was opengebroken. Daardoor zou het geen enkel probleem zijn geweest in Londen een bom aan boord te smokkelen.
Drie weken geleden werd bekend dat Schotse en Amerikaanse onderzoekers twee nieuwe verdachten hebben aangewezen voor de Lockerbie-aanslag. De twee Libiërs zouden Megrahi hebben geholpen. Een van hen is Abdullah al-Senussi, de vroegere spionagechef van Kadhafi. Hij zit gevangen in Libië.