De vrijdag overleden letterontwerper Gerard Unger (Arnhem, 1942) is misschien niet bekend bij een groot publiek, maar hij is met afstand de best gelezen Nederlander ooit. De papieren Volkskrant van deze maandag alleen al bevat honderdduizenden zorgvuldig vormgegeven juweeltjes van Unger, in de vorm van de letters van het font Capitolium News.
De Capitolium, die de Volkskrant sinds 2006 gebruikt, is een van de vele succesvolle lettertypes die Unger in zijn leven ontwierp. Kranten en bladen als Het Parool, Trouw, VPRO Gids, Vrij Nederland en USA Today werken of werkten met letters van Unger. Zijn letterdesigns staan in de oude PTT-telefoonboeken en op de metrostations in Amsterdam. Unger ontwierp een chocoladeletter-alfabet maar ook de belettering van ANWB-borden: ‘Als ik ergens een afslag neem, spiek ik altijd ook even of de spatiëring op de borden wel klopt.’
Wilt u dit artikel liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.
Zo zichtbaar als Ungers oeuvre is, zo onzichtbaar is het vak van de letterontwerper. ‘Letters behoren perfecte butlers te zijn. Dienstig, en als het goed is altijd enigszins onzichtbaar’, stelde hij vast in een interview met de Volkskrant. Denkt iemand die de nieuwe Hilary Mantel leest weleens aan typograaf Claude Garamond (1480-1561), wiens naar hem genoemde lettertype nog altijd massaal de literatuurpagina’s vult? Of associeert iemand het appje op zijn telefoon met de Zwitser Max Miedinger (Helvetica Neue, 1957)?
‘Ontucht met mieren’
Niet dus. Unger – geschoold aan de voorloper van de Rietveld Academie in Amsterdam – mopperde nooit over het ontbreken van schijnwerpers op zijn vak. Noch zat het hem dwars dat letterontwerpen in essentie een gewroet is op de vierkante millimeter. ‘Ontucht met mieren’, zeiden collega-ontwerpers tegen Unger. Dat was niet kwaad bedoeld en het is bovendien waar. Want bij letters gaat het om piepklein spul als de aanhechting van de boog van r op de stok, om de vorm van de binnenruimte in de a, of het buikje van g. Of nog erger, het gaat over leegte: over de spatie.
Toch is het effect van al die details bij elkaar enorm. Dit artikel alleen al bestaat uit bijna vijfduizend kleine Ungertjes. Door de herhaling van al die subtiele details in de r of de a tezamen levert het ene lettertype een volstrekt ander paginabeeld – en leesbaarheid – op dan het andere. Kleine verschillen met grote gevolgen dus.
De Capitolium News waarin deze tekst is gezet, is een goed voorbeeld van wat het detail vermag. Het is een fascinerende letter voor een krant, omdat hij enerzijds best stevig is – daardoor leest hij prettig – maar tegelijk zeer open oogt. Dat levert een licht totaalbeeld op. De vormgevers van de Volkskrant die in 2006 de eerste proefpagina’s met Ungers nieuwe broodletter bekeken, dachten dat iemand het licht uitdeed toen ze er een oude pagina naast legden.
‘Ik vind dat de Capitolium bij de Volkskrant past. Jullie zijn toch ook enigszins bedachtzaam in de berichtgeving. Een sociale krant. Jullie ondersteunen de culturele sector. Behoorlijk serieus allemaal’, zei Unger in 2006 tegen de Volkskrant.
‘Zuinigste lettertype ter wereld’
De uitdaging voor USA Today was voor Unger anders dan voor de Volkskrant: deze grote Amerikaanse krant wilde in de jaren negentig een ‘economische’ letter. Om zo veel mogelijk nieuws kwijt te kunnen. De Gulliver die Unger voor hen maakte staat sinds die tijd te boek als ‘het zuinigste lettertype ter wereld’. Unger verstaat de kunst om letters open te houden met korte stokken en vlaggen en een uitgekiende witverdeling, zodat het zetsel nooit dichtloopt, maar er wel veel informatie op een pagina past.
Unger sprak graag en helder over letters – hij was zijn leven lang docent en hoogleraar – en schreef heel toegankelijk over zijn vak. Zijn boek Terwijl je leest (1997) is een speelse poging om te achterhalen hoe de overdracht van letter naar het brein verloopt. Zijn magnum opus Theory of type design – dat twee maanden voor zijn dood verscheen – is iets academischer, maar ook dit is een met prachtige voorbeelden doordrenkt betoog waarin hij probeert over te dragen waarom de relatie tussen letter en oog zo veel aandacht nodig heeft.
‘Het oog gaat niet gelijkmatig over een regel, maar maakt sprongen, vier per seconde’, weet Unger. ‘De fixatie ligt iets links van het midden van een woordgroep. Twee of drie letters zie je scherp, daarbuiten neemt het af. In die gebieden doen vooral stokken en staarten hun werk.’ Dat laatste is ook de reden waarom voor lange stukken tekst en in kranten relatief klassieke letters met zogeheten schreven worden gebruikt, in plaats van de schreefloze Helvetica. In schreefletters hebben de vlaggen en staarten - de naar boven en beneden uitstekende delen - meer identiteit.
Helder en functioneel
Leesbaarheid was het belangrijkste dat Unger nastreefde. Zijn letterbeelden zijn helder en functioneel, ook als hij zijn inspiratie zoekt bij monnik-handschriften of middeleeuwse kerkinscripties. Zoals de modern klassieke Alverata (2013), gebaseerd op Romaanse kapitalen, dat een van de laatste complete fonts vormt in Ungers bibliotheek.
Dat hele tijdrovende proces van nieuwe letters maken, letters die met elkaar een gezin vormen, zag Unger als een vorm van dressuur. Het dresseren van een alfabet: met zijn onderkasten, kapitalen, cijfers, cursieven, halfvetten en leestekens. ‘Al die tekens moeten samenwerken en gedrild worden tot ze zich als woorden en regels gedragen.’
Pootjes uit elkaar
Voor Vrij Nederland en de Volkskrant bouwde Unger de Capitolium in 2006 om tot een krantenletter die zuinig en toch helder was. Dat zit hem vooral in de opengewerkte binnenruimten van bijvoorbeeld de a en e. Ook de hoge aanhechting van de boog van de n en de h aan de verticaal geeft de letter lucht. Of de pootjes van de V die wat verder uiteen zijn geplaatst. Het levert lichte en leesbare pagina’s op.
Meer over Gerard Unger
Wat is de perfecte letter?
Een minicollege ‘letterkunde’ van grafisch ontwerper Gerard Unger.