POSTUUMGeorge Blake (1922-2020)
Beroemde dubbelspion George Blake was volgens Poetin een ‘briljante professional’
George Blake, een beroemde ‘mol’ binnen de Britse buitenlandse inlichtingendienst MI6 die in de jaren vijftig voor de geheime dienst KGB van de Sovjet-Unie spioneerde, is op 98-jarige leeftijd in Moskou overleden. Poetin prees Blake als een ‘briljante professional.’
George Blake, de beroemde Britse dubbelspion, was een jongen uit Rotterdam, die in het verzet zat, gerekruteerd werd door de Britse geheime dienst, gevangen werd genomen in de Koreaanse oorlog en overliep naar de Russen. In 1961 werd hij ontmaskerd, maar in 1966 ontsnapte hij uit de gevangenis, waarna hij naar de Sovjet-Unie werd gesmokkeld. Sindsdien leidde hij een rustig leven als kolonel van de KGB, met een Russische vrouw, een appartement in Moskou en een datsja op het platteland. In zijn condoleanceboodschap noemde de Russische president Poetin hem een ‘briljante professional’.
Blake was een van de beroemde spionnen uit de Koude Oorlog, toen de inlichtingendiensten van het Westen en het Oostblok elkaar op leven en dood bevochten. Naar wordt aangenomen heeft hij zeker veertig westerse agenten verraden. Minstens twee van hen zouden zijn geëxecuteerd. Spijt heeft hij nooit getoond. Tot op het laatst van zijn leven hield hij vol te hebben gehandeld uit idealisme, omdat het communisme naar zijn idee de beste kansen bood op een rechtvaardige en vreedzame wereld.
Nederlandse moeder
George Blake werd in 1922 als George Behar geboren in Rotterdam, zoon van een Nederlandse moeder en een Spaans-Joodse vader die de Britse nationaliteit had verkregen omdat hij in de Eerste Wereldoorlog voor Groot-Brittannië had gevochten. Na de Duitse inval voegde Blake zich bij het verzet. ‘Hoewel ik 18 was, zag ik er veel jonger uit en daarom was ik geschikt als koerier’, zei hij later. In 1943 bereikte hij Londen, via Spanje en Gibraltar. Daar werd hij gerekruteerd door de Britse geheime dienst.
In 1948 werd hij naar Zuid-Korea gestuurd. Toen de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul in 1950 werd veroverd door de Noord-Koreanen, werd Blake gearresteerd. Naar eigen zeggen bekeerde hij zich in de gevangenis definitief tot het communisme. Hij was verontwaardigd over de Amerikaanse bombardementen op Koreaanse dorpen en geloofde dat het Westen de vrede in gevaar bracht. Een inspiratiebron was ook Het Kapitaal van Karl Marx, dat door de Russische ambassade aan alle westerse gevangen in Seoul werd gestuurd. ‘Het leek me beter voor de mensheid als het communistische systeem zou winnen, dat het een einde zou maken aan de oorlog’, zei hij naderhand. Hij schreef een briefje aan de Sovjet-ambassade en werd aangenomen door een KGB-officier.
In 1953 keerde Blake als een held terug in Groot-Brittannië. Twee jaar later werd hij naar Berlijn gestuurd om Sovjet-officieren als dubbelspion te rekruteren. Volgens de BBC speelde hij een soortgelijke rol als Bill Haydon in de roman Tinker, Tailor, Soldier, Spy van John le Carré: de spion die excellente informatie uit zijn contacten in het Oosten lijkt te halen, maar in werkelijkheid de inlichtingen de andere kant op stuurt. Zo vertelde hij de Russen dat de Britten en Amerikanen een tunnel hadden gegraven om de Sovjet-communicatie af te luisteren. De Russen lieten de onderaardse gang een tijdje ongemoeid, omdat snelle sluiting Blake zou verraden. Zelfs het Rode Leger werd niet ingelicht, zodat de conversaties waarschijnlijk authentiek waren. Veel wijzer werd het Westen er niet van. ‘Ze praatten over seks’, zei een Britse functionaris in een documentaire van BBC. Toch was het afluisteren nuttig, meende historicus David Stafford: de banaliteit van de gesprekken overtuigde de Britten en Amerikanen ervan dat de Sovjet-Unie niet op het punt stond het Westen aan te vallen.
Ontsnapt uit de gevangenis
Blake werd ontmaskerd toen een Poolse geheim agent overliep naar het Westen. In 1961 werd hij veroordeeld tot 42 jaar gevangenisstraf. Omdat veel mensen deze straf buitensporig en onmenselijk vonden, kreeg Blake in 1966 hulp bij zijn ontsnapping uit de gevangenis van Wormwood Scrubs. Buiten werd hij opgewacht door twee anti-kernwapenactivisten die hem naar Oost-Berlijn smokkelden in een geheime ruimte in hun busje. De operatie werd gefinancierd door regisseur Tony Richardson, destijds de echtgenote van actrice Vanessa Redgrave.
Vanuit Berlijn reisde Blake door naar Moskou. Daar ontmoette hij Guy Burgess, Donald McLean en Kim Philby, die eerder naar de Sovjet-Unie waren gevlucht omdat zij als Russische agenten dreigden te worden ontmaskerd. Ze behoorden tot de Britse elite en hadden in Cambridge gestudeerd. Hun verraad veroorzaakte een enorme schok: de voortreffelijkste zonen hadden zich tegen het vaderland gekeerd. Geen van deze Britten kon aarden in het communistische Moskou. Burgess miste zijn Londense clubs en dronk zich dood. Ook Philby raakte aan de drank.
Blake, met zijn Nederlandse, Spaanse en Joodse wortels, was anders. ‘Om te verraden moet je ergens bij horen. Ik hoorde nergens bij’, schreef hij in zijn autobiografie No Other Choice. ‘Ik heb me altijd heel snel thuis gevoeld, in welk land ik ook was voorbestemd te leven.’ In een interview naar aanleiding van zijn 90ste verjaardag zei hij: ‘Ik heb de gelukkigste periode van mijn leven in Rusland gehad. Toen ik in het Westen woonde, hing altijd de dreiging van ontmaskering over mijn leven. Hier voel ik me vrij.’
Hereniging met zoon
In Engeland had Blake een gezin met drie kinderen gehad, in Rusland trouwde hij met een Russische vrouw met wie hij een zoon kreeg. Na de val van het communisme werd het contact met zijn Engelse kinderen hersteld. ‘Ik ging naar hem toe in de hoop dat ik hem niet zou mogen’, zei zoon James, een brandweerman en ex-militair. In plaats daarvan raakte hij zeer op zijn vader gesteld. Regelmatig kwam het samengestelde gezin Blake, Engels en Russisch, bij elkaar in de datsja van de paterfamilias.
In 2012 zocht Simon Kuper, columnist van de Financial Times, hem op. Hij was bijna blind en sprak nog altijd Engels met een Nederlands accent. Als een ‘vrome verrader’, te vergelijken met een hedendaagse jihadi, geloofde hij nog altijd in het communisme. Het lot van de mannen die hij verraden had leek hem niet te deren. ‘Hierover leek Blake, een vriendelijke man, in ontkenning te leven’, schreef Kuper. ‘Ik verliet zijn datsja met het gevoel dat hij gelukkig zal sterven.’