Berlijn vreest einde Europese idee
De harde opstelling bij de aanpak van de eurocrisis past in de nieuwe Europese koers van Duitsland...
BERLIJN Voor alle zekerheid zegt de Duitse minister De Maizière (Binnenlandse Zaken) het twee keer: ‘De tijd van de Duitse chequeboekpolitiek is voorbij. Als grootste nettobetaler van de Europese Unie gaan wij nu ook onze eigen belangen nastreven in Brussel. Zoals Frankrijk, Italië en andere lidstaten al jaren doen.’
‘Onze Europese vrienden moeten hier nog een beetje aan wennen’, voegt De Maizière er glimlachend aan toe, in een gesprek woensdag met een groep Brusselse journalisten. Maar de boodschap die hij en andere Duitse politici deze dagen uitdragen, is helder: Berlijn houdt van Europa, maar niet meer onvoorwaardelijk.
Het deze week eenzijdig door Berlijn afgekondigde verbod op het ongedekt speculeren op koersdalingen (naked short selling), het negenpuntenplan om de financiële discipline in de EU aan te scherpen; het past allemaal in de nieuwe strategie.
Eerder stond bondskanselier Merkel op de rem toen Griekenland gered moest worden met een pakket noodleningen van 110 miljard euro. Een week later, bij het opzetten van een algemeen vangnet voor zwakke eurolanden (750 miljard euro), was het wederom Duitsland dat de vergadering de nacht in trok. Het kwam Merkel op het verwijt te staan dat ze met de toekomst van Europa speelde.
Berlijn ontkent dat het afscheid aan het nemen is van het Europese project. Hoezo een Alleingang bij het verbod op naked short selling? Frankrijk kent deze maatregel al sinds de bankencrisis eind 2008. Hoezo traag bij de Griekse hulp? Athene bleef toch decennia in gebreke om financieel orde op zaken te stellen? En was het niet de Griekse premier Papandreou die maandenlang bezwoer geen hulp nodig te hebben?
In feite maakt Duitsland zich grote zorgen over de EU. Al weken waarschuwt Merkel dat niet alleen de euro op het spel staat. Met de munt dreigt de Europese idee verloren te gaan. En dat is zeker niet in het belang van Duitsland.
Vandaar het negenpuntenplan om het stabiliteitspact aan te scherpen, inclusief een gecontroleerd faillissement van eurolanden. Vandaar de strikte voorwaarden (zware bezuinigingen) aan de hulp voor Griekenland, waarvan Duitsland het grootste deel moet ophoesten.
Duitse politici voelen de hete adem van de kiezer in hun nek. Die zijn fel gekant tegen een ‘geldstroom-unie’ waarin zij betalen voor het wangedrag van anderen. Duitsers willen een keiharde euro. Dat het vangnet voor eurolanden (Duitse bijdrage: 125 miljard euro) vrijdag in de Bondsdag met slechts 319 stemmen werd aangenomen (de CDU-FDP-coalitie heeft 332 zetels), is een teken aan de wand.
Duitsland is als geen ander Europees land bevreesd voor de opkomst van euroscepsis. Dat in Nederland (PVV) en Oostenrijk (Vrijheidspartij) anti-Europese partijen in opmars zijn, is Berlijn niet ontgaan. De komst van een soortgelijke beweging in de Bondsdag, zou een schokgolf jagen door het Duitse establishment en de rest van Europa.
Vandaar dat Duitsland zich geroepen voelt het voortouw te nemen in de EU, ook als dat de rest even niet zint. Zoals de Duitse minister Westerwelle (Buitenlandse Zaken) het formuleert: ‘Het Europese idee is pas echt verankerd als de generatie die de oorlog niet heeft meegemaakt, het verdedigt. Daarom moeten we de euroscepsis tegenhouden.’