nieuws
Benoemingsprocedure baas OM ‘niet meer van deze tijd’, vakbond wil meer invloed personeel
De benoemingsprocedure voor de baas van het Openbaar Ministerie is ‘niet meer van deze tijd’. Dat vindt de NVVR, de vakbond waarin medewerkers van het OM zijn verenigd. Over een week begint Rinus Otte aan zijn baan als voorzitter van het college van procureurs-generaal, zoals de topfunctie officieel heet.
‘Nu is dit in essentie een politieke benoeming’, zegt voorzitter Marc Fierstra. ‘Voor ons voelt dat ongemakkelijk. Wij willen met minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid in gesprek over een andere procedure, waarin personeelsleden van het OM ook een rol krijgen.’
Het Openbaar Ministerie is onder meer verantwoordelijk voor het opsporen en vervolgen van criminelen, en krijgt er af en toe van langs in kritische rapporten. Begin maart oordeelde de Onderzoeksraad voor de Veiligheid dat het OM cruciale fouten heeft gemaakt voorafgaand aan de moorden op advocaat Derk Wiersum, Peter R. de Vries en een broer van de kroongetuige in het Marengo-proces.
Fierstra’s pleidooi is een reactie op vragen van de Volkskrant, waarin zaterdag een groot profiel over Otte verschijnt. In dat artikel spreken meerdere medewerkers van het OM hun verbazing uit over de benoeming van de nieuwe voorzitter van het dagelijks bestuur van het Openbaar Ministerie. Otte is een man over wie de meningen sterk uiteenlopen: sommigen omschrijven hem als een ‘verademing’ en een ‘ongelooflijk slimme en efficiënte jurist’, anderen noemen de nieuwe topman conservatief, rechtlijnig en dominant.
‘Wij horen ook in onze achterban dat mensen verbaasd zijn’, stelt NVVR-voorzitter Fierstra, die met de beroepsvereniging niet alleen aanklagers maar ook rechters vertegenwoordigt. ‘Het OM staat voor flinke uitdagingen, van het verlagen van de werkdruk tot het aanpakken van grote ict-problemen. In zo’n situatie is het van belang dat er een leider wordt benoemd die mensen verbindt. In die zin was de keuze voor Otte voor ons een verrassing. Hij heeft zich tot dusver namelijk niet leren kennen als een verbinder. Maar hij kan zich nog gaan bewijzen.’
De oproep om de procedure aan te passen staat los van de persoon Otte, beklemtoont de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak: ‘Waar het om gaat is dat het OM weliswaar onder het ministerie valt, maar een onafhankelijke organisatie is. Je zou verwachten dat er in zo’n organisatie meer inspraak is van het personeel. In de procedure zoals die nu is, wordt alleen het college van procureurs-generaal geraadpleegd over zo’n benoeming. Medewerkers zijn er niet bij betrokken. Dat moet veranderen en dus moet de minister meer op afstand worden gezet.’ Volgens hem is dat bij de rechtspraak al beter.
Een woordvoerder van het ministerie van Justitie en Veiligheid merkt op dat het ministerie politiek verantwoordelijk is voor het OM. ‘Het is dan ook logisch dat de minister betrokken is bij de benoeming van een nieuwe voorzitter van het college.’ Daar voegt ze aan toe dat het in eerste instantie aan het OM is om een standpunt in te nemen over de vraag of het personeel te weinig inspraak heeft in de benoemingsprocedure.
Het college van procureurs-generaal laat weten dat het nog in gesprek gaat met de NVVR en het daarom te vroeg is om een standpunt over deze kwestie in te nemen. Wel wijst het OM erop dat het wettelijk geregeld is dat uit het midden van het college de nieuwe voorzitter wordt gekozen en dat de Centrale Ondernemingsraad van het OM bij de benoemingsprocedure betrokken is.