Belofte Balkenende voor sport blijkt niets waard

Toch rekende NOCNSF-voorzitter Hans Blankert, de man van de warme pleidooien over de grote betekenis van de sport, zich gisteren opnieuw rijk. Namens de nationale sportwereld hamerde hij als vanouds op de wenselijkheid van extra financiële ondersteuning voor de tijd na de komende verkiezingen.

De budgettair weinig verwende sport kan het geld goed gebruiken. En de rijksoverheid zou wel gek zijn, meende Blankert, wanneer het alle kansen die sport biedt om actuele thema's als veiligheid, normen en waarden, gezondheid en sociale cohesie aan te pakken, links laat liggen.

Bij dat advies droeg preses Blankert voor uit een eigen verkiezingsparagraaf dat de titel droeg: Nederland een Sportland, een kwestie van benutten. 'Waarom profiteren we niet meer van datgene dat er al is, de infrastructuur van de sport. Sport kan zoveel betekenen, tegen bewegingsarmoede, voor kinderopvang. Sport bindt in onze maatschappij', zo sprak Blankert.

Als er straks 100 miljoen euro in een nieuw interdepartementaal fonds komt - 50 miljoen is ook goed volgens de vlot calculerende nationale sportkoepel - dan ligt er een kans voor open doel. Dan kan de sport samen met partners buurtwerk en onderwijs 'een significante bijdrage' leveren aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken.

Het nieuwe geld voor locale en regionale initiatieven moet komen van Welzijn, Onderwijs, Grootstedenbeleid en Integratie. Het lijkt de tactiek van de handige handelaar. Als er bij het departement Sport geen geld is voor de stevige eisen van de sportwereld, dan worden andere ministeries aangesproken voor wat redelijke wensen lijken.

De demissionaire staatssecretaris van Sport, Clémence Ross-Van Dorp (CDA), verklaarde in de Haagse vergaderzaal vol Kamerleden, sportwethouders en officials als Anton Geesink dat het bij alle bezuinigingen van Balkenende-I al heel fraai was dat haar sportbegroting van ruim 50 miljoen euro intact was gebleven. En als de economie echt gaat tegenzitten, zo waarschuwde de sportminister alvast, dan kan er besloten worden ook deze post eens nader te beschouwen.

Het kijken naar andere ministeries deed het NOCNSF al in een eerder stadium. Voor het bouwen van grote sportcomplexen als het Omnisportcentrum van Apeldoorn, een project van 114 miljoen euro, werd een bijdrage gevraagd van Economische Zaken. Het geld voor het laatste gat, van 11,4 miljoen euro, moest komen uit ICES, een miljardenregeling ter versterking van de economische infrastructuur.

Staatssecretaris Ross kwam wel met het goede nieuws dat Apeldoorn, als eerste, gaat profiteren van de Regeling Pasort, de nieuwe accommodatie- en evenementenpot. Zij had die middag haar handtekening gezet onder de wettelijke regeling, waaruit Apeldoorn tweemaal vijf miljoen euro gaat incasseren.

Het NOC wil dat daaruit ook de ontbrekende sommen voor het Zwemstadion van Eindhoven en het roeicomplex Bosbaan worden gefinancierd. In het gegoochel met cijfers sprak NOC-voorzitter Blankert ook nog over 17 miljoen euro voor de aanstelling van tienduizend trainers en vijfhonderd verenigingsmanagers en over 15 miljoen extra voor de topsport.