Belgacom niet langer lelijk eendje
De fusiegesprekken tussen KPN en Belgacom verkeren in een beslissend stadium. KPN is niet de enige gegadigde. Het Belgische bedrijf is niet langer het lelijke eendje van Europa, al heeft dat voor klanten en werknemers ook keerzijden....
De installateur van Belgacom had zeer beslist het hoofd geschud: nee, uw huisgenoten kunnen uw zakelijke telefoonlijn niet onderbreken. Maar het is direct na zijn vertrek mis. Klik. 'Hallo?'
Hij had tenminste nog zijn best gedaan. Zijn collega was enkele dagen eerder somber uit de kelder opgedoken. Twee analoge lijnen, en ISDN? Jawel, zo was het in de folder beloofd. 'Maar dat zal niet gaan, hè. Salut.'
De ervaring is redelijk recent, en wie ooit met de nationale telefoonmaatschappij in zee is gegaan dist moeiteloos gelijksoortige gebeurtenissen op. Maar het is niet alleen Belgacom dat bezweert dat de tijden van een onwillige en bureaucratische staatsonderneming tot het verleden behoren. Consumentenorganisaties, gebruikersgroepen en ombudsdiensten beginnen hetzelfde te verkondigen.
Met de komst van teleboetieks en callcentres is een alertere firma ontstaan. Een woordvoerder van een belangenvereniging zegt: 'Als je een vergelijking maakt met die andere typische staatsbedrijven in België, zoals De Post en de spoorwegen, moet je vaststellen dat Belgacom van die ondernemingen het verst is gevorderd met moderne bedrijfsvoering.'
Het logge imago mag hardnekkig zijn, voor kenners van de branche behoort Belgacom inmiddels tot de beter geleide ondernemingen. Die opvatting is tamelijk vers. Nog niet zo heel lang geleden werd het bedrijf tot de lelijke eendjes in de sector gerekend. Niet beursgenoteerd, de helft van de aandelen in staatsbezit en nauwelijks activiteiten over de grens - in Nederland een deelname van 35 procent in Ben, en een volle dochter in Frankrijk, Belgacom France, actief in data-communicatie. Suffe club.
Maar na het leeglopen van de hightech-ballon blijkt juist die beperkte avontuurzucht een sterke troef, die Belgacom ineens tot een te paaien bruid heeft gemaakt. Gestaag stijgende omzet (207,4 miljard Belgische frank in 2000) en winst (19,3 miljard), al liepen de resultaten in het eerste halfjaar van 2001 iets terug. Vooral valt de beperkte schuldenlast op, 28 miljard frank, 711 miljoen euro, en dat is zeldzaam laag in telecomland. In de moderne communicatie weert het bedrijf zich duchtig. Proximus - voor 75 procent Belgacom, de rest is Vodafone - is met een aandeel van 60 procent dominant op de mobiele markt. Concurrenten Mobistar en KPN Orange volgen op respectabele afstand. Internet-dochter Skynet is met 35 procent ook marktleider.
Belgacom staat dan ook niet alleen in de belangstelling van KPN, maar weet ook gespierdere partners geïnteresseerd, zoals Deutsche Telekom en Vivendi. Aan de Boulevard E. Jacqmain in Brussel wordt er rekening mee gehouden dat dit lonken zal aanhouden, ongeacht het resultaat van de besprekingen met de Nederlanders.
De gezonde balans van Belgacom wordt voor een belangrijk deel toegeschreven aan het management. John Goossens, gewezen voorman van Alcatel België, begon in 1995 met een reeks ingrijpende hervormingen. Van medewerkers werd voortaan verantwoordelijkheidszin verwacht. In 1998 en 1999 verdwenen 6000 personeelsleden van vijftig jaar en ouder; zij waren, op z'n Vlaams gezegd, op het technische vlak 'niet meer mee'. Eenzelfde aantal medewerkers werd omgeschoold. Onder regie van Goossens is voorts nieuw kapitaal aangetrokken. De helft van de aandelen is nu verdeeld tussen de Amerikaanse telecomoperator SBC (35 procent), Tele Danmark (33), Singapore Telecom (27) en een groep Belgische beleggers (5).
Maar Belgacom had ook geluk. Toen in België de frequenties voor de nieuwe generatie mobiele telefoons werd geveild, hadden zich elders in Europa de fiasco's al voltrokken. Het eerste bod volstond.
Daarbij komt dat het bedrijf er in slaagt monopolieposities uit het verleden vast te houden. De grenzen van de regelgeving worden geregeld getart, en volgens sommigen overschreden. Zo heeft Belgacom nog altijd het beheer over het laatste traject van de telefoonkabels tussen centrales en het woonhuis. Het besef leeft dat dit moet worden opgegeven, maar getracht wordt die periode zo lang mogelijk te rekken. Intussen loopt er een intensieve wervingscampagne om klanten voor internet zogeheten ADSL-breedbandverbindingen aan te bieden. Met succes: nergens anders in Europa haalt ADSL een hogere dichtheid.
De Belgische consumentenorganisatie Testaankoop weet ook waarom de boekhouding op orde is: onderzoeken tonen aan dat ondanks enkele recente dalingen de tarieven tot de hoogste van Europa behoren.
De overgang naar een marktgericht bedrijf heeft meer keerzijden. Om de kosten te drukken wordt het mes in het personeelsbestand gezet. De eerste operatie in 1998 en 1999 verliep redelijk pijnloos. Een nieuwe afslanking zal bij de bonden mogelijk op meer verzet stuiten. Er zouden 3500 tot 7000 banen in het geding zijn.
De directie telt inmiddels vooral de zegeningen. De in Beltug verenigde telecom-grootgebruikers publiceerden dit jaar voor het eerst statistieken over de tevredenheid van de klanten mét Belgacom. Eerder was dat onmogelijk: het aandeel zou het gemiddelde te sterk naar beneden hebben gehaald.