Belangrijke bijrollen komen uit Italië
Wat gaat er schuil achter de namen in de kunst? De Volkskrant stelt wekelijks iets of iemand aan u voor....
Morgenavond zal een Nederlandse actrice op het podium van de Amsterdamse Stadsschouwburg de Colombina 2010 in ontvangst nemen. Omdat zij is verkozen tot ‘Beste actrice in een bijdragende rol’ en de prijs die daarbij hoort is de Colombina. Naast haar zal een acteur staan die net daarvoor de Arlecchino heeft gewonnen, de prijs voor ‘Beste acteur in een bijdragende rol’.
Wie was die Colombina eigenlijk? Een herderinnetje uit een klassieke pastorale? Een vrolijke weduwe uit een komedie van Shakespeare? Of misschien wel een dame van lichte zeden uit een klucht van Bredero?
Nee, Colombina is het ‘snaakse dienstertje’ uit de commedia dell’arte, een Italiaanse vorm van volkstoneel met dikwijls terugkerende personages, uitgedost in kleurrijke kostuums. In Nederland is die theatervorm niet al te bekend, hoewel Erik Vos destijds bij De Appel geregeld een commedia dell’arte opvoerde, en Jan Klaassen er ook zijn oorsprong heeft. Colombina’s kompaan heet Arlecchino (in Nederland harlekijn of paljas genoemd) – de verbaal en atletisch virtuoze knecht die als trait d’union tussen de hoofdpersonen in het stuk heen en weer pendelt. Colombina en Arlecchino zijn vaak degenen die als liefdeskoppelaars optreden, en zo de voortgang van de komedie bepalen.
Belangrijke rollen dus. De Colombina en Arlecchino worden vanaf 1963 jaarlijks toegekend door de VSCD-toneeljury. Zoals morgenavond, tijdens het Gala van het Nederlandse Theater. Joke Tjalsma, Marieke Heebink of Nanette Edens zal dan de Colombina winnen; de Arlecchino gaat naar Stefan de Walle, Paul Hoes of Gillis Biesheuvel.
De meeste aandacht zal evenwel uitgaan naar de Louis d’Or en Theo d’Or – de prijzen voor de beste mannelijke en vrouwelijke hoofdrol die al sinds 1955 worden uitgereikt. Die Louis en Theo hebben overigens niets met de commedia dell’arte te maken, evenmin zijn het twee beroemde toneelbroers. Louis is namelijk een man en Theo een vrouw: broer en zus Bouwmeester, die algemeen gelden als ‘Zeer Grote Tooneelspelers’. Van de Bouwmeestertjes is Louis de bekendste: hij kreeg in 1882 de Gouden Medaille van Verdienste uit handen van Koning Willem III, vooral vanwege zijn fameuze vertolking van de jood Shylock in Shakespeare’s De Koopman van Venetië. Hij speelde de rol meer dan tweeduizend keer, over een periode van 44 jaar. En dat voor een man die liever zeeman wilde worden dan toneelspeler, maar als zesjarige al werd gedwongen zijn kunsten te vertonen in het rondreizende kermistheater van zijn vader. Morgen mogen Mark Rietman, Kees Hulst, Louis van Beek of Ali Ben Horsting zich de winnaar van de Louis d’Or 2010 noemen. Voor de Theo d’Or zijn Antoinette Jelgersma, Maria Kraakman, Wendell Jaspers en Fania Sorel genomineerd.
Vreugde alom bij al deze kandidaten, zou je zeggen. Maar Ko van Dijk weigerde de Louis d’Or in 1957 omdat de jury het had gewaagd een enkele kritische kanttekeningen te plaatsen. Loudi Nijhoff wilde in 1972 om ‘politieke redenen’ geen Theo d’Or; zij vond prijzen voor acteurs in die opstandige tijd ongepast. Daar hebben toneelspelers vandaag de dag geen last meer van: wat prijzen betreft is het altijd bal.
Hein Janssen