Bekentenis helpt politie uit haar lijden
Een 24-jarige man schiet een 44-jarige fietser dood. Er zijn veel getuigen; zelfs de naam van de dader valt enkele malen. Toch krijgt de politie de zaak na ruim acht jaar rond als de dader zich meldt. Ondanks zijn spijtbetuigenis eist justitie twaalf jaar cel...
Een drukke koopavond, acht jaar en drie weken geleden, op het Kruisplein in de Rotterdamse binnenstad. Een fietser schampt een jongeman. Er ontstaat een woordenwisseling waarbij de fietser af stapt. De twee staan tegenover elkaar, beiden gaan met een hand naar de rug. De jongeman haalt een pistool tevoorschijn en vuurt tweemaal. Later blijkt het 44-jarige slachtoffer ongewapend te zijn. Er zijn veel getuigen van het incident . Toch staat de politie twee jaar lang voor een raadsel . Pas in 2000 wordt de zaak heropend, samen met andere zogenoemde cold cases. Vrijdag stond dan eindelijk een bekennende verdachte voor de rechter. Een succes, vrucht van volhardend en goed speurwerk? Nauwelijks, zo bleek tijdens de zitting. 'Mijn cliënt had gewoon last van zijn geweten', zegt zijn advocate Van Leur. 'Hij heeft zich gemeld toen hij door kreeg dat de politie belangstelling voor hem had. Toen heeft hij meteen alles bekend. Had hij dat niet gedaan dan hadden ze de zaak nooit rond gekregen.' Het lijkt niet slechts de gewone bluf van een advocaat. Uit het requisitoir van officier van justitie Lambrichts komt vrijdagmiddag een onthutsend beeld naar voren van een aaneenschakeling van gemiste kansen. De naam van de toen 24-jarige E.R. wordt al in 1995 en 1996 genoemd door meerdere betrokkenen. De duidelijkste verklaring is die van een man die weleens drugs van hem betrok. R. was op de avond 23 september 1994 bij hem langs gekomen. Hij zei een man te hebben neergeschoten na een ruzie op het Kruisplein, aldus de man. De informatie wordt niet doorgegeven aan het rechercheteam. 'Hoe vreemd dat ook mag klinken', aldus de officier van justitie, 'dit is pas ontdekt bij de heropening van het onderzoek in 2000, door te spitten in het bedrijfsprocessensysteem van de politie.' Tussendoor, in 1998 heeft zich al een andere crimineel aangediend die zegt de dader van de Kruisplein-moord te kunnen aanwijzen. Hij wil daarvoor echter strafvermindering. Justitie weigert. Na de heropening in 2000 loopt het onderzoek nog steeds niet vlekkeloos. Strategie van het nieuwe politieteam, zegt Lambrichts: 'van binnen naar buiten werken om zo informatie te vergaren vanuit de omgeving van de verdachte om hem uiteindelijk via een telefoontap gecontroleerd te krijgen.' 'Wat dachten ze te bereiken?', vraagt advocate Van Leur. 'Misschien dachten ze dat hij via zijn mobieltje over die acht jaar oude zaak zou gaan praten.' Na het afluisteren van ettelijke telefoons blijkt R. helemaal geen gsm te hebben. De rechercheurs luisteren naar gesprekken van mensen van wie R. ooit de telefoon even heeft gebruikt. Een van hen vertelt R. dat de politie naar hem op zoek is. 'Ik was opgelucht', aldus R. 'Ik heb een afspraak gemaakt op het politiebureau en het hele verhaal verteld.' Lambrichts: 'Ik wil u best ontboezemen dat dat tot ieders verbazing was.' Hij eist niettemin twaalf jaar voor moord.