Begint in Pretoria de victorie voor VS?
Wat zei Churchill ook alweer over de Amerikanen? ‘Je kunt erop vertrouwen dat ze het juiste zullen doen – nadat ze eerst alles wat verkeerd is hebben uitgeprobeerd.’..
Dat was een mooi staaltje Britse hooghartigheid van een staatsman wiens ticket to fame voor een belangrijk deel door diezelfde Amerikanen is betaald. Ik moest er afgelopen week twee keer aan denken. En nog wel op dezelfde dag. Eerst toen het Amerikaanse nationale voetbalelftal praktisch in de laatste minuut het winnende doelpunt tegen Algerije scoorde en daarmee wist door te dringen tot de achtste finale van het WK. Daarna bij de ontknoping van de rel rond generaal McChrystal, de commandant van de NAVO-troepen in Afghanistan, die in Rolling Stone zijn gal spuwde over zijn politieke bazen (of toestond dat zijn staf dit deed) en dit moest bezuren met zijn ontslag.
First things first: de zege op Algerije in het Loftus Versfeld Stadium in Pretoria. Amerikaanse voetbalfans en sommige commentatoren gingen uit hun dak. Her en der werd geopperd dat dit wel eens de beslissende zet zou kunnen zijn die de voetbalsport in de Verenigde Staten eindelijk naar hetzelfde niveau van populariteit tilt als American Football en honkbal. Want het was niet zo maar een overwinning, het was er een zoals de Amerikanen die het liefst zien. ‘Hier deden Amerikaanse sportlieden iets wat zeer herkenbaar was’, schreef sportcolumnist George Vecsey van The New York Times. ‘Amerikanen houden van winnaars, maar het allermeest houden ze van winnaars die op het laatste moment en in een bijna hopeloze situatie toch nog de winst grijpen’, aldus politicoloog Dan Drezner op de website van het tijdschrift Foreign Policy.
Toch houd ik mijn twijfels. De doorbraak van de voetbalsport in de VS is al zo vaak voorspeld. Na de historische zege op Engeland in 1950. Toen de FIFA het WK van 1994 toekende aan de VS. Tijdens de verkiezingscampagne van 1996, toen Bill Clinton en zijn adviseurs de soccer moms (moeders die hun kinderen naar het voetbalveld rijden) ontdekten als een heuse doelgroep. Bij het succes van de nationale vrouwenploeg.
Maar de doorbraak bleef elke keer uit. Er is een culturele barrière die zich hardnekkig doet gelden. Met de nodige (zelf)spot somde David Letterman vorige week in zijn late night show de top ten reasons op waarom de meeste Amerikanen niet echt van voetbal houden. Reden 5: Te veel spelers met een umlaut in hun naam. Reden 4: Amerikanen hebben het te druk met lezen. Reden 2: Te weinig onderbrekingen voor de tv-kijker om zich te kunnen volproppen met ongezonde snacks. De genoemde politicoloog Drezner heeft zijn eigen redenen om te hopen dat voetbal geen Amerikaanse obsessie wordt. Zoals de bespottelijke neiging van Europese (vooral Franse) filosofen om de prestaties van de nationale voetbalploeg te beschouwen als vingerwijzing voor de stand van het land.
Inderdaad: afgaande op de state of the union zou de Amerikaanse ploeg de achtste finale eigenlijk niet hebben mogen halen. Want de algehele toestand van de VS is allesbehalve rooskleurig. Het ongunstige economische tij. De zorgelijke staatsfinanciën. De scherpe partijpolitieke verdeeldheid in Washington. De tanende macht in de wereld. De olieramp in de Golf van Mexico. En dan afgelopen week ook nog eens de affaire-McChrystal, die niet alleen de trekken had van een vertrouwenscrisis tussen de politieke top en een cruciale militaire bevelhebber, maar ook het volle licht wierp op de penibele situatie in Afghanistan.
President Obama heeft alom lof geoogst voor zijn beheerste en toch resolute optreden in deze kwestie. Terecht. Met de snelle benoeming van generaal Petraeus, de man van de surge in Irak, heeft hij aan vriend en vijand een duidelijk signaal gegeven dat hij gecommitteerd blijft aan de missie en aan de strategie die eind vorig jaar is uitgestippeld. Met verwarring over de koers is niemand en niets gebaat.
Maar daarmee is een onderliggend probleem nog niet opgelost. Dat probleem is dat de surge in Afghanistan vanaf het begin heeft geleden onder een tegenstrijdigheid: nu extra troepen, die echter vanaf medio volgend jaar weer hun biezen moeten pakken. Op zich is het begrijpelijk dat er een begindatum voor terugtrekking wordt aangehouden, want een missie met een open einde valt moeilijk te verkopen. Maar het gevolg is wel dat veel Afghanen – en Pakistanen – afstand bewaren tot de VS en de NAVO, omdat ze betwijfelen of het Westen voldoende doorzettingsvermogen heeft.
Het wegnemen van die twijfel is de grootste uitdaging waarvoor Petraeus komt te staan. Hij valt niet te benijden, maar aan kwalificaties heeft hij in elk geval geen gebrek: hij kent alle belangrijke spelers, is politiek onderlegd en mag erop vertrouwen dat hij bij de president een goed luisterend oor vindt. Zodat het, na de bizarre ontsporing van McChrystal, zelfs aan het weerbarstige Afghaanse front mogelijk wordt dat Churchill nogmaals gelijk krijgt.