Weblog
Beeldenstrijd in de VS en Zuid-Afrika hebben veel gemeen
Wat is het toch met die monumenten? Als ze er eenmaal staan, krijg je ze niet zomaar weg. Dat werd weer eens schokkend duidelijk in Charlottesville. In Baltimore moesten de werknemers in het holst van de nacht zonder aankondiging gewraakte monumenten in opdracht van de gemeenteraad weghalen. Er is een parallel met Zuid-Afrika, waar je je kunt afvragen wat al die koloniale monumenten nog doen in bijvoorbeeld Kaapstad.
De 1.500 monumenten ter ere van de helden van de Confederatie zijn opgericht in de zuidelijke staten in de periode na hun verlies in de Amerikaanse burgeroorlog. Het verbod op slavernij werd vervangen door allerlei rassenwetten, de 'reconstructie' van de gesegregeerde samenleving was een succes voor blanken die zich boven andere rassen verheven voelen. De standbeelden waren een teken van herwonnen zuidelijke trots, een lange neus naar overwinnaars in het noorden en een waarschuwing voor de zwarte bevolking. Het was de tijd van de Ku Klux Klan en de lynch-partijen.
Vreemd eigenlijk dat al die oude beelden er nog steeds staan. Ze hebben de burgerrechtenbeweging van de jaren zestig en zeventig doorstaan. Ook het Amerika met de zwarte president Obama heeft niet de sfeer gebracht waarin de monumenten in alle rust naar musea of speciale parken konden worden overgebracht.
Racistische groeperingen
Dat Amerikaanse neonazi's en racistische groeperingen de beelden hebben omarmd en willen verdedigen, valt te begrijpen, maar uit opiniepeilingen blijkt ook een grote meerderheid van alle blanken de omstreden beelden te willen houden. Ze zien ze niet als symbolen van slavernij, maar van zuidelijke trots. Dat is witte trots, maar opvallend veel zwarte Amerikanen, de helft in een CNN/ORC-peiling uit 2015, voelt ook niet voor de verwijdering van tekenen van eerbetoon voor hen die vochten voor de Confederatie.
Dan nu de parallel met Zuid-Afrika. Als je door Kaapstad loopt, verwacht je toch eerder een standbeelden van Mandela dan van Cecil Rhodes, maar al staat Mandela bij het parlement, in de rest van de stad blijken de beelden steeds weer te stammen uit de tijden van het Britse koloniale bestuur en de apartheid. En dat terwijl Zuid-Afrika al sinds 1994 een gekozen regering met algemeen kiesrecht heeft, waarbij de vroegere bevrijdingsbeweging ANC de scepter zwaait.
undefined
Two major periods when vast majority of Confederate monuments were dedicated:1900/20s & during Civil Rights Movement https://t.co/veRbh2DWuo pic.twitter.com/J05uLXddTZ
— Ticia Verveer (@ticiaverveer) 19 augustus 2017
Hoe omstreden de beelden van Van Riebeeck, van Rhodes, van Engelse en Afrikaner generaals en politici ook zijn, het verwijderen gaat niet zomaar. Er is protest en verzet tegen verwijdering, in dit geval vanuit een segment van de blanke gemeenschappen, wat leidt tot ellenlange procedures of een moedeloze houding van stads- en regiobesturen: we hebben wel wat beters te doen.
Studentenbeweging
Er was een studentenbeweging voor nodig om de beelden weer tot een kwestie te maken. De studenten kozen een pakkende naam, tevens leus: Rhodes Must Fall. Ze willen niet wachten op de ambtelijke molens, het kwam een paar jaar geleden tot rellen en vernielingen. Er werden (al dan niet versneld) standbeelden verwijderd van universiteitscampussen. De studenten hebben een aandacht verlegd naar hun collegegelden (Fees Must Fall), maar de kwestie van de monumenten en andere verering van een systeem dat nu wordt verworpen staat op de agenda.
In de Verenigde Staten wordt de rol van Rhodes Must Fall gespeeld door de geestverwanten van Black Lives Matter. Het is een side-show van grote kwesties als onevenredige veel politie-geweld tegen verdachten van wetsovertredingen van kleur, tegen de verbijsterend grote aantallen zwarte mannen in gevangenissen en tegen discriminatie op basis van huidskleur en afkomst. Maar juist de kwestie van de symbolen, wordt door de tegenpolen van BLM gretig aangegrepen om zich te profileren.
Steve Bannon, de ex-Breitbart ideoloog die nu president Trump adviseert, zei het in een schaars interview met The American Prospect deze week treffend: 'Hoe langer ze spreken over identiteitspolitiek, I got 'em. Ik wens dat ze het elke dag over racisme hebben.' Hij noemde de rechtse extremisten die naar Charlottesville trokken wel 'een stelletje clowns'.
De opleving van de alt-right en neonazi-groepen in de Verenigde Staten heeft een pendant in Zuid-Afrika, waar White Power randgroepen af en toe van zich laten horen. Die werpen zich op als beschermers van de Afrikaners, de afgelopen jaren doelwit voor 'plaasmoorden' , maar ook van wat zij zien als hun geschiedenis.
Vrees voor conflicten
Voor de gewone burgers met hun gezinnen is een escalatie met de mogelijkheid van geweld geen prettig vooruitzicht. Ze zijn gewend aan die beelden, staan er nauwelijks bij stil, en vinden culturele symbolen geen conflict waard, laat staan een burgeroorlog.
In Zuid-Afrika bleef een massale steun voor Rhodes Must Fall uit. In de Verenigde Staten is er bij politici een brede wil om eindelijk van de symbolen uit een verafschuwde tijd af te komen, maar dat zal veel tijd vergen.
Onder de bevolking is die wens minder, zoals uit de CNN/ORC-peiling blijkt. Het verwijderen van de confederatieve vlag van overheidsgebouwen wordt breed gesteund (zwarten 73 procent, witten 50 procent), het verwijderen van ander fysiek eerbetoon zoals gezegd al minder (witten 21 procent, zwarten 49 procent) maar voor zo iets dichtbij als straatnamen veranderen is de animo gering (witten 71 procent tegen, zwarten 63 procent tegen). Niet moeilijk te raden waar ze bang voor zijn.
Dat geeft de bestuurders en politici de verantwoordelijkheid de verwijdering met zo min mogelijk geweld te laten verlopen. Maar harmonie en overleg zijn een schaars goed geworden. De polariserende woorden van Trump en zijn steun voor extreem-rechtse strijders tegen verwijdering van de standbeelden doen bij voorbaat huiveren voor de komende confrontaties.