Bedscènes**
Effectbejag en ongeloofwaardig gestoei in een gedateerd stuk.
theater
Bedscènes, van Alan Ayckbourn, door DeLaMar Producties, regie Antoine Uitdehaag
22/6 DeLaMar Theater, Amsterdam.
delamar.nl
Drie bedden op het toneel. Daar omheen acht personages. Relatieproblemen. Gedoe met overspel en sleetsheid in het huwelijk. Je man met een ander zien zoenen. In- en uitlopen bij elkaar. Deuren die dichtklappen. Gekibbel. Uit bed donderen en weer opklauteren.
Een klucht? Nee, een komedie van Alan Ayckbourn: Bedroom Farce uit 1975, maar in deze nieuwe Nederlandse versie opgeleukt tot klucht. Onder de titel Bedscènes is het stuk nu te zien als zomerproductie van het DeLaMar Theater in Amsterdam. De derde in de reeks zomerzotheden waarin Tjitske Reidinga als moderne comédienne en kassamagneet de kar moet trekken.
Overigens is haar aandeel in Bedscènes nogal bescheiden: zij is het minst op het toneel, maar trekt wel de meeste aandacht. Vooral door het ongegeneerd over de top spelen van een vrouw in de war. Schokschouderend hysterisch, verlopen, uitgezakt en met een huilgezicht van-heb-ik-jou-daar. Knap gedaan en soms hilarisch grappig, met lange uithalen van opgefokte wanhoop. Maar regisseur Antoine Uitdehaag kiest hiermee ondubbelzinnig voor effectbejag en kluchtig komediespel, niet voor de subtiele eigenzinnigheid die de relatiekomedies van Alan Ayckbourn doorgaans hebben.
Hoewel, Bedscènes is wel erg gedateerd en belegen: de vrouwen horen achter het aanrecht en hebben louter te zorgen voor een gezellig nestje. En als het dan toch moet, doen ze in bed net alsof het fijn is met manlief. Intussen hebben ze de touwtjes in handen en zijn de mannen ietwat sukkelige wezens. Misschien was het allemaal zo, in 1975, maar in de bewerking van Uitdehaag is het stuk naar nu gehaald (er wordt gesproken over mobiele telefoons en sms'jes) maar nog steeds zijn de man-vrouwverhoudingen intens ouderwets.
Bedscènes gaat indirect over het ongelukkige stel: neuroot Johanna (Tjitske Reidinga) en Bernard (Dick van den Toorn), een ongelooflijke oetlul en Jan Jurk van een man. Zijn ouders (Loes Luca en Peter Bolhuis), zijn ex en haar nieuwe man (Lies Visschedijk en Guy Clemens) en een bevriend stel (Tina de Bruin en Xander van Vledder) bemoeien zich hier op hun beurt tegenaan, met wisselend succes. De ene ongeloofwaardige stoeipartij volgt de andere echtelijke ruzie op. En dat allemaal op standje full speed ahead.
Een set prima komediespelers maakt nog geen goede voorstelling. Daarvoor is meer nodig dan wat geduw en getrek rond drie echtelijke sponden. Daarom is het een zegen dat Loes Luca en Peter Bolhuis van het oudere koppel zo'n toonbeeld van verfijnd komediespel neerzetten. Iedere zin is raak, elke wending geloofwaardig, wat een zalige rust in deze herrie.
Uiteindelijk is het personage Niek (Guy Clemens) het grappigst. Hij ligt de hele voorstelling door in bed, geveld door rugpijn. Hij is voortdurend chagrijnig, boos, geagiteerd en opstandig. Het heeft er alle schijn van dat dit de juiste houding is om deze voorstelling door te komen.
undefined