Bedrijven moeten zich actief inzetten voor scholing werknemers

Van onze verslaggever

Gijs Herderschêe

AMSTERDAM

Dit schrijven vakbeweging en werkgevers in hun concept-akkoord over scholing. Het akkoord wordt op 4 december met het kabinet besproken en formeel vastgesteld. Het is de bedoeling dat het akkoord in de komende cao-onderhandelingen in de praktijk wordt uitgewerkt. In veel cao's zijn scholingsafspraken opgenomen. Op de scholingsfondsen wordt echter te weinig een beroep gedaan.

Over de vraag wie de scholing moet betalen, doen vakcentrales en werkgevers geen uitspraak. Het gaat om de financiering van de cursus en de vraag of het in de baas zijn tijd gebeurt of in de vrije tijd van de werknemer. Deze kwestie moet in het cao-overleg of in individueel overleg tussen werknemer en werkgever aan de orde komen, zo vinden de vakcentrales FNV, CNV en MHP en de werkgeversorganisaties VNO-NCW, LTO Nederland en MKB Nederland.

De scholing hoeft niet beperkt te blijven tot het huidige vak van de werknemer. Door brede scholing verbetert de werknemer zijn kansen op de arbeidsmarkt. Dat is zowel in het belang van de werknemer als de werkgever. Nu richten de meeste cao-afspraken zich nog op bijscholing in het eigen vak.

Aan de hand van scholingsafspraken in cao's moeten bedrijven, in samenspraak met de ondernemingsraad, een scholingsplan voor hun werknemers opstellen. In dat opleidingsplan moeten alle cursussen duidelijk staan omschreven. Daarnaast moet in het plan zijn opgenomen gedurende welke periode welke groep werknemers een bepaalde cursus moet doorlopen.

Scholing van werknemers kan in kleine bedrijven problemen geven. Als scholing in bedrijfstijd gebeurt, is een werknemer niet beschikbaar voor de productie. Voor vervanging zou per sector een 'pool' van werknemers kunnen zorgen. In de land- en tuinbouw bestaat al zo'n pool met bedrijfsverzorgingsdiensten.

Scholingsadviseurs moeten kleine bedrijven helpen bij het opstellen van scholingsplannen. Nu worden vooral werknemers van grote bedrijven bijgeschoold. De cao-afspraken vinden in het kleinbedrijf nauwelijks gehoor.

Ook part-timers, werknemers met een flexibel contract, laagopgeleiden en oudere werknemers moeten in de scholingsplannen worden betrokken. Nu wordt scholing vaak toegewezen aan jongeren en aan werknemers met beter betaalde functies. Uitzendkrachten zijn nu nog uitgesloten van de scholingsfondsen. In de uitzendcao is dit voorjaar een eigen scholingsfonds afgesproken. Het is de bedoeling dat uitzendkrachten ook gebruik kunnen maken van het fonds van de sector waarin zij tijdelijk werken.