Bedrijfsleven verliest nichemarkt Irak
De export naar Irak is stilgevallen. Met het vertrek van de laatste VN'ers stokt het olie-voor-voedselprogramma. Ook Nederlandse bedrijven zijn hiervan de dupe....
Precia-Molen levert al sinds 1977 aan Irak. Het Bredase bedrijf maakt weegschalen, waarmee de lading van vrachtwagens en graansilo's kan worden bepaald.
De laatste jaren was export alleen mogelijk onder het olie-voor-voedselprogramma van de VN. Om te voorkomen dat vele Irakezen van de honger om zouden komen, besloot de VN in 1996 dat Irak weer een beperkte hoeveelheid olie mocht exporteren, maar dat de opbrengst alleen mocht worden gebruikt voor voedsel.
Meedoen aan het programma was niet altijd even makkelijk, vertelt Willem de Vaan, commercieel directeur bij Precia-Molen. 'Bedrijven die willen meedoen, worden grondig onderzocht.' Pas als absoluut zeker was dat de producten niet voor militaire doeleinden kunnen worden gebruikt, verleenden de Verenigde Naties een kredietbrief - een garantie dat de order zou worden betaald met olie-inkomsten.
Daarna kon worden geleverd. 'Maar we kregen ons geld pas, als een VN-inspecteur bij de grens de goederen voorbij heeft zien komen', vertelt De Vaan. 'Als je goederen niet de grens over kwamen, omdat een of andere onverlaat geen stempel wou geven, dan moest je lang op je geld wachten.'
Voor veel bedrijven was dit reden om helemaal van export naar Irak af te zien. Nederland heeft weinig opdrachten aan het programma overgehouden. De Nederlandse export naar Irak bedroeg in 2001 37 miljoen euro, dat is nog geen half procent van het totale budget van het olie-voor-voedselprogramma. 'De Fransen, Duitsers en Russen hebben veel sterker van het VN-programma geprofiteerd', zegt Frans Kortekaas van het ministerie van Economische Zaken. 'Zij hebben van oudsher veel betere contacten in Irak.'
Ondanks alle administratieve rompslomp had Irak ook voordelen, vertelt Bob Visser van Compressor Systems Holland (CSH) uit Vianen. 'Je hebt niet veel concurrentie en Irakezen zijn prettige mensen, met wie je goede afspraken kunt maken.' CSH levert gascompressoren aan de olie-industrie, 40 procent van de omzet komt uit het Midden-Oosten. De laatste tijd is de orderstroom echter helemaal opgedroogd. 'Alles ligt stil, er worden geen beslissingen genomen over nieuwe investeringen.'
Ook Hyva lijdt daaronder. Het bedrijf maakt onderdelen voor de hefinstallatie in vrachtauto's en haalt 25 procent van zijn omzet uit het Midden-Oosten, waarvan 2,5 procent uit Irak. 'Die vrachtwagens worden vooral gebruikt bij de aanleg van wegen door de woestijn', zegt woordvoerder Edgar Visser. 'Maar de bouw ligt stil. In Saudi-Arabië staan nog honderd vrachtwagens te wachten om afgehaald te worden.' Hyva heeft het aantal orders uit het Midden-Oosten de afgelopen maanden met 60 procent zien teruglopen.
Alledrie de bedrijven hebben hun hoop gevestigd op de wederopbouw. 'Als de oorlog weer is afgelopen, zijn wij de eersten die weer in Irak zitten', zegt De Vaan. 'Handel met politiek instabiele landen is een van onze sterke punten. Waar het makkelijk is, kan iedereen terecht.' Bob Visser is minder optimistisch. 'Als de Amerikanen er zitten, wordt het een stuk moeilijker. Die zullen de opdrachten vooral aan hun eigen bedrijven geven.'