Bedrijfsleidster drogisterij (57)
RIA DE WIT uit Almere:..
'Nadat mijn echtgenoot met hartproblemen volledig werd afgekeurd, ben ik in 1984, op mijn 42ste, gaan werken. ''Als jij niet meer kunt werken, ga ik het doen'', heb ik toen gezegd.
'Ik werd bedrijfsleidster bij een drogisterijketen. Dat ging goed totdat ik problemen kreeg met mijn linkerarm. Ik liep ermee door, de pijn werd erger, maar ik weigerde mijn kwaal te accepteren en werd overspannen. In december 1990 meldde ik me uiteindelijk ziek.
'Dat duurde anderhalf jaar. In die tijd heb ik voortdurend gesprekken gehad met mijn werkgever omdat ik nog wel wat wilde doen. We kwamen overeen dat ik nog voor 60 procent kon werken en voor 40 procent werd afgekeurd.
'In 1992 ben ik opnieuw begonnen bij mijn werkgever als administratief medewerker. Na enige tijd vervielen er allerlei functies bij het bedrijf door interne reorganisaties en automatiseringen. Omdat ik toch wilde blijven, ging ik op mijn tenen lopen. De problemen met de arm verergerden. Ik kreeg steeds kleine ongelukken en uiteindelijk was dat desastreus.
'Toen ik voor de tweede keer uitviel, heb ik van personeelszaken niets meer gehoord. Ik werd afgeschreven omdat ik over een paar jaar toch zou stoppen. Maar geloof me, zo leuk is het niet als je in het ziekencircuit terechtkomt. Over mijn Arbo-arts heb ik niet te klagen. Iemand die mijn situatie helemaal begreep. Ik voelde mij bij hem echt op mijn plaats. Hij schatte mijn handicap goed in.
'De discussie over de WAO doet me pijn. Ik heb altijd graag willen werken, om mijn handicap heb ik niet gevraagd. Dat er nu weer gesproken wordt over het verscherpen van het WAO-beleid vind ik heel vervelend. Je moet dat allemaal maar slikken.
'Ik denk dat veel ouderen in de WAO belanden omdat ze opzij worden gezet door jongeren. Die willen te vlug carrière maken en drukken oudere werknemers naar de zijlijn. Om toch mee te blijven doen, ga je op je tenen lopen. Bij mij pakte dat zo slecht uit dat ik voor 70 procent ben afgekeurd.'
Om reden van privacy is de naam Ria de Wit gefingeerd.
Peter van den Berg