Ban kwaad van discriminatie uit, zet lokagent met joodse keppel in

Joden in Nederland verbergen tegenwoordig op straat hun keppel onder een hoed of pet, of zij mijden de wijken waar jongens op straat zijn, vooral de wijken waar veel Marok-kaanse jongens zijn.

Het gezin Sebbag verhuisde naar Amstelveen, nadat de vrouw des huizes voor haar eigen deur in Amsterdam-Zuid bedreigd werd met een schroevendraaier: ‘Vuile Jodin, ik ga je hart uitsteken.’ Ook in Amsterdam-Oost en Amsterdam-West worden zichtbare Joden op straat vernederd en bedreigd. Hoewel dit buitenshuis gebeurt, liggen de daders op de één of andere mysterieuze wijze op het kerkhof. Ook aangevallen homo’s en bespuugde moslima’s kunnen daarover meepraten: op de één of andere vreemde wijze hebben de voorbijgangers er geen oog voor of willen zij het niet melden.

Daardoor is de politie voor arrestatie aangewezen op innovatieve methoden. Vandaar het idee om agressieve antisemieten op te sporen met agenten die keppels dragen, zogenoemde lokjoden.

Gaat dat werken? Reken maar, de politie heeft met lokauto’s deze methode eerder met succes beproefd. Met deze methode kan de politie strafbare feiten daadwerkelijk waarnemen en kan het bewijs dus overtuigend leveren, waardoor de rechter tot veroordeling kan komen.

Maar is zo’n bewijs dan wel wettig? Wel degelijk, de lokmethode is door de Hoge Raad toegestaan bij arrest van 6 oktober 2009, zolang geen sprake is van uitlokking. Het idee alleen al dat agenten met een simpele keppel agressief antisemitisme zouden uitlokken, vinden wij pervers. Hoofdbedekkingen of homosymbolen of korte rokjes kunnen in de verste verte niet betekenen dat de drager ervan geweld uitlokt.

Ook het belang van de opsporing is onomstreden. Discriminatie beschadigt, vernedert en vergiftigt mensen. Er is geen excuus voor, ook niet de conflicten in het Midden-Oosten. Discriminatie tast behalve het individu het fundament aan van de Nederlandse maatschappij. Immers, wie zich verbergen moet in een dubbelleven, kan nauwelijks als actieve burger bijdragen aan onze samenleving.

De overheid moet dus actief en effectief optreden. Vanzelfsprekend hoort daar preventie bij, via opvoeding en onderwijs. Daar zijn veel goedwillende Nederlanders voor nodig die bereid zijn antisemitisme en discriminatie onder ogen te zien en die de moed hebben om hun nek uit te steken. Gelukkig zijn die er, en onder hen juist ook veel Marokkanen.

Wie op 3 juni aanwezig was bij het Joods-Marokkaans Netwerk in Amsterdam, kon dat zelf zien: de Marokkanen waren daar nota bene ruim in de meerderheid. Onder hen waren mannen als Mohamed Mallaouch, die met dertig Marokkaanse Auschwitzgangers heel Amsterdam-West aan het denken zette. Hun waarde kan nauwelijks onderschat worden. Onder hen ook vrouwen als Fatima Sabah die met de vrouwen van haar stichting Nisa voor Nisa (Vrouwen voor Vrouwen) blijft aandringen op de juiste opvoeding. Zij zijn hun gewicht zeven maal in goud waard.

Laten wij allen doen als zij: ons publiekelijk distantiëren van antisemitisme en andere vormen van discriminatie en ervoor zorgen dat de humane omgang de norm is. Gaat ons dat lukken en gaan wij ook zelf actief ingrijpen, melden en getuigen, dan komt er een tijd waarin lokjoden niet meer nodig zijn. Doen we het niet, dan zou het weleens zo ver kunnen komen dat de politie ook lokhomo’s, lokmoslims of lokchristenen moet gaan inzetten.

Het gaat erom het kwaad van discriminatie uit te bannen en op te komen voor elkaar. Want wie de vrijheid van de Jood geweld aandoet, doet de vrijheid van de homo geweld aan. En de vrijheid van de moslim. En de vrijheid van de christen.

Het zijn dezelfde vrijheden: kunnen zijn wie je bent en met je eigen eigenheid bijdragen aan de samenleving. Daar blijven wij ons de komende tijd met hart en ziel voor inzetten.