Baanbrekende uitspraak: buitenlandse truckers krijgen Nederlands loon

De Hongaarse chauffeurs, die onder contract stonden van een Hongaarse zusterbedrijf maar opereerden vanuit Nederland, kregen jarenlang ten onrechte veel lagere Hongaarse lonen uitbetaald. Ze claimen ruim een miljoen euro aan achterstallige betalingen. De rechtbank moet zich in een latere zitting nog uitspreken over de precieze loonvordering.

De rechterlijke uitspraak kan als baanbrekend worden beschouwd. Volgens de vakbond FNV Bondgenoten bezondigen zich veel meer transportbedrijven aan 'sociale uitbuiting' door de inzet van goedkope chauffeurs uit Oost-Europa. 'Met dit vonnis in de hand gaan we zeker meer transportbedrijven aanspreken', zegt FNV-bestuurder Edwin Atema. 'Alleen de laatste maanden al hebben we 86 dossiers van soortgelijk opererende bedrijven aangelegd.'

FNV Bondgenoten voert al jaren een juridische strijd tegen Van den Bosch, één van de grootste bulkvervoerders van Nederland met grote klanten als DSM, Unilever en Cargill. Het bedrijf betrok de chauffeurs van het Hongaarse zusterbedrijf Silo-Tank. Ze werden met prijsvechter Wizz Air ingevlogen op Eindhoven Airport, waarna ze in Erp op de vrachtwagen stapten en drie weken onderweg waren, zowel in binnen- als buitenland.

2 euro per uur

Volgens de vakbond is Silo-Tank een brievenbusfirma, waardoor Van den Bosch veel lagere Hongaarse lonen kon uitbetalen. Door die 'schijnconstructie' kregen sommige chauffeurs zelfs minder dan 2 euro per uur betaald.

Opvallend genoeg weerspreekt de rechtbank dat sprake is van een schijnconstructie. Volgens de rechter is Silo-Tank een serieus bedrijf in Hongarije, met thans wel 60 werknemers, en zeker geen brievenbusmaatschappij. Maar dat neemt niet weg dat de chauffeurs van Silo-Tank die in Erp op de vrachtwagen stapten, geen Hongaarse maar Nederlandse lonen moesten krijgen, aldus de rechter.

Kern van de uitspraak is de Europese detacheringsrichtlijn. Volgens Van den Bosch waren de transporten binnen Nederland minimaal, waardoor de chauffeurs niet volgens de Nederlandse cao betaald hoefden te worden. Maar de rechter veegt die argumentatie van tafel. 'De detacheringsrichtlijn is ook van toepassing wanneer de transportwerkzaamheden vanuit een lidstaat worden verricht, ook al vindt het transport maar voor een gering deel op het Nederlands grondgebied plaats', aldus het vonnis.

'Eén van de duurste landen'

In een reactie zegt Van den Bosch het daarmee niet eens te zijn en in hoger beroep te gaan. 'Waarom zou een buitenlandse chauffeur in dienst van een buitenlands bedrijf dat internationale transporten verricht, onder de Nederlandse cao moeten vallen?, stelt operationeel directeur Marcel Wouterse. 'De kernvraag is: hoe moet je in de internationale transportsector werknemers betalen? Nederland is één van de duurste landen. Als je deze lijn doortrekt, kun je eigenlijk geen bedrijf meer vanuit Nederland draaien.'

Hij is tevreden dat de rechter heeft aangegeven dat Silo-Tank een gewoon bedrijf is in Hongarije, en geen brievenbusfirma zoals FNV Bondgenoten stelt. 'Ik ben blij dat we uit de zone van de schimmigheid zijn gehaald', aldus Wouterse.

Volgens FNV Bondgenoten doet dat echter niets af aan de constatering dat de rechter korte metten maakt met de onderbetaling van Oost-Europese chauffeurs in Nederland. 'Ook bedrijven met onderaannemingscontracten moeten de Nederlandse cao toepassen', aldus bestuurder Atema. 'We hopen dat de nette bedrijven licht zien aan het eind van de tunnel. Dit is een belangrijke stap op weg naar een gezonde transportsector.'

Transport en Logistiek Nederland (TLN), de belangenorganisatie van het wegvervoer, wil niet reageren op de uitspraak tegen 'een individueel transportbedrijf'. Een TLN-woordvoerder waarschuwt echter niet alle transporteurs met dochterbedrijven in Polen of Hongarije over één kam te scheren. 'De bonden zeggen al snel dat er veel fout is. Maar het gaat te ver om te zeggen dat alle bedrijven met vestigingen in het buitenland de regels overtreden', onderstreept hij.

undefined