Update
Avondklok in Tunesië na hevige protesten tegen werkloosheid
In heel Tunesië is een avondklok ingesteld nadat demonstraties tegen werkloosheid uit de hand zijn gelopen. Het gaat om de grootste sociale onrust sinds de opstand zo'n vijf jaar geleden, die de Arabische Lente inluidde. Van 20.00 uur 's avonds tot 5.00 uur 's ochtends mag niemand meer de straat op.
De demonstraties begonnen zondag, nadat een jonge werkloze man in een hoogspanningsmast was geklommen om te protesteren. Hij was boos omdat hij was afgewezen voor een functie bij de overheid, maar werd tijdens zijn actie geëlektrocuteerd.
De protesten die volgden, sloegen over naar de rest van het land en werden al snel gewelddadiger. Zo kwam een agent in de stad Feriana om het leven toen zijn auto door de groep woedende demonstranten omver werd geworpen.
Donderdagavond werden politiestations in het hele land aangevallen. De politie gebruikte traangas om mensen op afstand te houden die met stenen en molotovcocktails gooiden. In de buitenwijken van de hoofdstad Tunis zijn twee banken aangevallen en hebben groepen jongeren winkels en opslagplaatsen geplunderd. In meerdere steden schreeuwden demonstranten de leus: 'Banen of een nieuwe revolutie'. In het hele land zouden 59 agenten en 40 demonstranten gewond zijn geraakt.
Meerdere jongeren zouden ook een poging hebben gedaan om zichzelf in brand te steken, of op een andere manier zelfmoord te plegen omdat ze geen baan kunnen vinden en wanhopig zijn. Gemiddeld is 15 procent van de Tunesiërs werkloos, maar buiten de hoofdstad ligt dat aantal veel hoger. Zo'n 30 procent van de jongeren zou geen baan kunnen vinden.
Premier eerder terug uit Davos
Premier Habib Essid beloofde voor de Tunesische televisie 'alles' te zullen doen om de crisis onder controle te krijgen. 'Wij zijn ons bewust van de ernstige situatie', zei hij. De premier keert eerder terug uit Davos, waar hij het Word Economic Forum bijwoont.
De huidige protesten begonnen in de westelijke provincie Kasserine, waar in 2010 de Arabische lente ontstond. Toen zette groenteverkoper Mohammed Bouazizi zichzelf in brand uit wanhoop over de omstandigheden waarin hij moest leven. Dit leidde tot massaprotesten die machthebber Zine el Abidine Ben Ali in 2011 ten val brachten en oversloegen naar andere Arabische landen. Tunesië bleef echter het enige land waar democratie werd ingevoerd.
Bevolking tot kalmte gemaand
Verscheidene bewindslieden riepen op tot kalmte. 'We hopen dat de burgers blijk geven van wijsheid, dat ze begrijpen dat het in ons aller belang is Tunesië te behouden', zei minister Kamel Ayadi, die onder meer verantwoordelijk is voor de strijd tegen de corruptie.
De werkloosheid in Tunesië is de laatste tijd nog verder opgelopen doordat het toerisme een klap heeft gehad van aanslagen door jihadisten. In juni openden terroristen het vuur op vakantiegangers in de badplaats Sousse. Daarbij kwamen 38 mensen om, onder wie 30 Britse toeristen. De aanslag leidde meteen tot een uittocht van duizenden toeristen. Drie maanden eerder kwamen 22 toeristen om, toen jihadisten het Bardo museum in Tunis overvielen.
Het is de tweede keer binnen twee maanden dat de Tunesische autoriteiten de avondklok instelden. Eind november werd ook een nachtelijk uitgaansverbod afgekondigd na een aanslag op de presidentiële garde in Tunis, waarbij twaalf agenten om het leven kwamen. Die aanslag werd door de terreurgroep Islamitische Staat opgeëist.
undefined
