Australië en Nieuw-Zeeland gedenken Gallipoli
Australië en Nieuw-Zeeland herdenken vandaag de meer dan 11.000 militairen die zij hebben verloren in de Slag om het schiereiland Gallipoli in het toenmalige Ottomaanse Rijk. Het is precies honderd jaar geleden dat manschappen van het Australische en Nieuw-Zeelandse Korps (Anzacs) landden op het schiereiland, dat in het huidige Turkije ligt. Sindsdien is 25 april Anzac Day.
Duizenden Australiërs en Nieuw-Zeelanders zijn volgens de BBC naar Gallipoli gereisd om de herdenking bij te wonen. Onder hen zijn de Britse kroonprins Charles en zijn zoon Harry en de premiers van beide landen, Tony Abbott en John Key. Het doel van de Britten, Fransen en hun bondgenoten was om de Ottomaanse hoofdstad Istanbul te veroveren en een zeeroute voor bondgenoot Rusland veilig te stellen. De slag, die tot 9 januari 1916 duurde, liep uit op een grote nederlaag voor de geallieerden. De strijd kostte ongeveer 131.000 militairen het leven: 86.000 Turken en 45.000 geallieerden.
Didgeridoospeler
De herdenking begon voor zonsopkomst met een uitvoering van een Aboriginal didgeridoospeler uit Australië en zangers van de Maori's, de oorspronkelijke bevolking van Nieuw-Zeeland. Prins Charles las teksten voor die twee hoge militairen tijdens de slag hebben geschreven.
Ook in Australië en Nieuw-Zeeland waren er diverse herdenkingen. In de Nieuw-Zeelandse hoofdstad Wellington woonden meer dan 20.000 mensen een plechtigheid bij. Later op de dag leggen koningin Elizabeth, prins Philip en hun kleinzoon prins William een krans bij het monument voor de slag in Whitehall, het regeringscentrum in Londen.