reconstructieSimon Vinkenoog en Cas Oorthuys op Cape Kennedy
Astronauten onder elkaar: Simon Vinkenoog zwaaide Apollo 11 uit
Zou een voor marihuanagebruik gearresteerde schrijver nu ook vrij mogen rondlopen op het lanceerplatform van Nasa? Waarschijnlijk niet. Biograaf Joep Bremmers reconstrueerde Simon Vinkenoogs reportagereis naar Cape Kennedy.
De lancering van de Apollo 11, vandaag vijftig jaar geleden, was de grande finale van een wedloop tussen Rusland en de Verenigde Staten om de eerste mens op de maan te zetten. Een persleger van 3.500 journalisten van over de hele wereld had zich bij het Kennedy Space Center in Florida verzameld om getuige te zijn van een bij voorbaat historische gebeurtenis. Bij de lancering van de raket die de eerste mensen naar de maan bracht, waren hooguit een handjevol Nederlanders aanwezig. Misschien zelfs maar twee: schrijver en journalist Simon Vinkenoog (1928-2009) en fotograaf Cas Oorthuys (1908-1975).
Wilt u dit verhaal liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.
Simon Vinkenoog had in de jaren vijftig naam gemaakt als een van de dichters van de Vijftigers en zijn journalistieke sporen verdiend als assistent van de hoofdredactie van de Haagse Post. In de jaren zestig groeide Vinkenoog uit tot Nederlandse Beat-dichter en begenadigd performer, en was hij tevens een warm pleitbezorger van psychedelica.
Door het vooruitstrevende ontwerpbureau Total Design waren Vinkenoog en Oorthuys gevraagd een boek te maken over ‘de toekomst’. Het was een opdracht voor de Steenkolen Handelsvereniging, een belangrijke klant van Total Design. Als er één ding over de toekomst te zeggen was, dan was het wel dat ruimtereizen in het verschiet lagen. En zo was het een logische stap om af te reizen naar Florida en de lancering van de Apollo 11 bij te wonen.
Vinkenoog en Oorthuys vertrokken voor drie weken naar de Verenigde Staten. De trip werd geheel betaald door de Steenkolen Handelsvereniging. Het was een uitgelezen kans voor Vinkenoog, die zich mateloos in de Verenigde Staten interesseerde en er zelfs over dacht er definitief te gaan wonen. In Florida werden ze door de Nasa getrakteerd op een waar mediacircus.
In tegenstelling tot de Russen, die een ruimtesucces hooguit achteraf wereldkundig maakten, was de Nasa voor openheid. Vinkenoog en Oorthuys hadden een vol programma voor de boeg. In de dagen voor de lancering kregen ze ruimschoots de tijd rond te kijken op het Kennedy Space Center. Ze kregen een rondleiding door de torenhoge assemblagehal waar de Apollo 11 was gebouwd en waar inmiddels alweer hard werd gewerkt aan de Apollo 12. Van dichtbij mochten ze het lanceerplatform zien waarop de Apollo 11 stond opgesteld en ze mochten zelfs een kijkje nemen in het controlecentrum van waaruit de lancering zou worden geleid.
Zowel fotograaf Oorthuys als Vinkenoog klikten er vrolijk op los: ‘Hij met de duurste Leica, ik met het goedkoopste amateur-boxje.’ In de huidige tijd is het ondenkbaar dat een vrijbuiter als Vinkenoog, die toen al een gevangenisstraf had uitgezeten voor marihuanabezit, voor zo’n gebeurtenis zou worden geaccrediteerd, laat staan dat hij in de onmiddellijke nabijheid van een ruimteschip zou mogen komen.
Eerste rang
Twee dagen voor de lancering waren ze aanwezig bij een Nasa-persconferentie met onder meer Wernher von Braun, V2-raketbouwer voor Hitler en na de Tweede Wereldoorlog de grote man achter het ruimtevaartprogramma van de VS. Vinkenoog herinnerde zich: ‘Von Braun verschijnt op de persconferentie, honderden camera’s op hem gericht, zegt hij: ‘U daar, u hebt vergeten uw dopje van de lens te halen.’’
Eerder die dag waren ze tijdens de lunch schrijver Norman Mailer tegen het lijf gelopen, die Vinkenoog in de jaren vijftig al eens op een feestje in Parijs had ontmoet. Mailer zei dat hij het zich nog kon herinneren, hetgeen hij volgens Vinkenoog evengoed uit beleefdheid kan hebben gezegd. Hij geeft Mailer een exemplaar van zijn eerder dat jaar verschenen boek How to Enjoy Reality, een met Jean-Paul Vroom samengestelde collage over marihuana.
Aan de vooravond van de historische lancering neemt Vinkenoog een pilletje mescaline in zijn motelkamer en kijkt wat tv. Het effect was beangstigend. ‘Ik zag alleen maar skeletten en geraamtes. Ik dacht, die gaan kapot morgenochtend.’ Op 16 juli zijn Vinkenoog en Oorthuys al vroeg aanwezig op het Kennedy Space Center. Ze staan dan ook eerste rang wanneer om vijf voor half zeven ’s morgens op slechts enkele meters afstand astronauten Neil Armstrong, Michael Collins en Edwin ‘Buzz’ Aldrin in het busje stappen dat hen naar de raket zal brengen. Daarna begint het grote wachten.
Op zo’n vijfenhalve kilometer afstand van de raket heeft het persleger zich al verzameld in afwachting van het grote moment. Vinkenoog en Oorthuys hebben zich ver voor de pers- en viptribune opgesteld aan de waterkant. Door de Nasa waren grote luidsprekers neergezet zodat het aftellen overal duidelijk te horen was. Dan, om 9.32 uur plaatselijke tijd, is het zover. Met een donderend geraas klimt de Apollo 11 langzaam omhoog tot hij even later uit het zicht is verdwenen. ‘Het was een soort orgasme’, zegt Vinkenoog er later over. ‘Klaarkomen. Cape Kennedy.’
Zwijgzaamheid
De rook van de Apollo was nog maar nauwelijks opgetrokken of Vinkenoog en Oorthuys zaten al in het vliegtuig op weg naar de westkust. Er was immers nog veel meer te ontdekken in Amerika. Ze vlogen allereerst naar Los Angeles, waar Vinkenoog enkele dagen bivakkeerde op de roemruchte hippiecommune The Farm. Hij ontmoette er onder meer John Sebastian, die een maand later geschiedenis zou schrijven met zijn onaangekondigde optreden tijdens het Woodstock Festival.
In L.A. gaat Vinkenoog langs bij zijn oude vrienden van het Nederlands-Engelse kunstenaarscollectief The Fool. Via kranten en televisie blijven Vinkenoog en Oorthuys ondertussen op de hoogte van het vervolg van de maanreis en zo zijn ze getuige van het historisch moment wanneer op 20 juli Neil Armstrong als eerste mens voet op de maan zet.
Vinkenoog en Oorthuys zetten hun reis voort naar Las Vegas en komen uiteindelijk in San Francisco aan. Vinkenoog brengt er een bezoek aan Lawrence Ferlinghetti, dichter en uitgever van City Lights Books, gaat paardrijden met de manager van Grateful Dead en woont samen met Oorthuys een concert van The Doors bij.
Enkele weken na de lancering is Vinkenoog weer thuis en is hij aanwezig bij de presentatie van een langspeelplaat met daarop de gesprekken van de astronauten. Na afloop wordt hij over de opnamen aangesproken door een verslaggever van de Leidse Courant in café Scheltema. ‘Je verwacht op het moment dat de eerste mens over de maan danst, een lyrische uitbarsting van allerlei gevoelens, maar dat kunnen deze mensen niet opbrengen. Het zijn verlengstukken van de grote robot geworden, die precies het lesje opzeggen dat de jongens van de Nasa tevoren hebben geprogrammeerd.’
Vinkenoog heeft misschien wel gelijk, maar de zwijgzaamheid van de astronauten is evenzeer op Vinkenoog van toepassing. Juist over de lancering van de Apollo publiceerde veelschrijver Vinkenoog vrijwel niets, hooguit bij wijze van anekdote. Het boek over de toekomst is er nooit gekomen. De Steenkolen Handelsvereniging vond het project te kostbaar worden. Terugblikkend op de lancering merkte hij op: ‘Ik zou ook dolgraag met een van de volgende Apolloraketten naar de maan gaan. Dat is één groot braakliggend terrein voor dichters.’
Joep Bremmers schrijft de biografie van Vinkenoog voor uitgeverij Nijgh & Van Ditmar en bezorgde eerder zijn verzamelde gedichten.