Arrogante Spanjaarden met de schrik vrij tegen Tunesië
Spanje is verzekerd van een plaats in de achtste finales. De favoriet in groep H rekende na Oekraïne (met 4-0) ook af met Tunesië, al duurde het lang: 3-1....
De Spanjaarden maakten kennis met een oude wet in de sport: succes is verslavend. Maar op het ene moment is het een opwekkend middel, op het andere een verdovend. Tegen Tunesië was de euforie van de zege op Oekraïne het laatste. Spanje, thuis al richting wereldtitel geschreven, kon zich niet voorstellen dat de Noord-Afrikanen een obstakel konden vormen.
Toch was dat zo, zeker na de oppepper van een vroeg doelpunt. Zied Jaziri, de enige echte spits, dolde op rechts wat met Carles Puyol en bereikte in het centrum zomaar de opkomende Jaouhar Mnari. De nieuweling in de ploeg van bondscoach Roger Lemerre verschalkte doelman Iker Casillas in tweede instantie, 0-1.
Spanje reageerde met ongeloof, in plaats van met een overdosis inzet en technisch vernuft. De favoriet was plotseling niet meer tot snel combinatievoetbal in staat en miste diepgang. Fernando Torres en David Villa konden niet aantonen waarom zij voorin stonden.
Gevaar was er voor de 40-jarige doelman Ali Boumnijel alleen bij vrije trappen en hoekschoppen. Tunesië leunde tevreden achterover, loerend op een counter.
Bondscoach Luis Aragones nam in de rust geen halve maatregelen. Met Fabregas en Raul voor Garcia en Senna, en even later Joaquin voor Villa, probeerde hij de Tunesische defensie te ontmantelen. Dat lukte 20 minuten voor tijd, toen Raul de bal na een schot van Fabregas kon intikken. Vlak daarna zond Fabregas Torres de diepte, waarna het wonderkind van Atletico subtiel met buitenkant rechts voor de beslissing zorgde. Vlak voor tijd scoorde Torres ook uit een strafschop.