Arme Piet
Vlak voordat Piet Velthuizen, de doelman van Vitesse, de bal zaterdagavond voor een aanstormende PSV-spits wilde wegschieten, het veld in, waar tot dan toe nog een kampioenschap te winnen was, tikte hij die met de voet van zijn standbeen voor zijn schietende voet weg, en kon Locadia zo makkelijk scoren dat hij niet eens wilde juichen.
Het zag er niet goed uit. Ongetwijfeld zal het ook een beetje zeer hebben gedaan - het maaiende been, dat geen bal heeft geraakt, trekt het beenkopje bijna los uit het heupgewricht. Geestelijk was de schade echter het grootst.
Als iemand van het paard valt, zet je die er gelijk weer op, anders krijgt de angst kans zijn territorium te vergroten, maar na zijn misser schoten zijn verdedigers de bal liever uit dan terug naar hem. Piet Velthuizen. Doelman. Sluitpost met korte mouwen. Zere ellebogen doen hem niets, maar dit moest hij even verwerken.
Missers worden meestal eerder verwekt dan geboren. Terwijl de bal al op hem af rolde, keek Velthuizen daaroverheen en wees hij een medespeler waar die naartoe moest lopen om straks de bal te kunnen ontvangen. Je moet nooit twee dingen tegelijk doen, zeker niet in penibele situaties. Waarom deed hij twee dingen tegelijk?
Een miskleun kan iedereen overkomen, maar het overkwam hem, op dit moment van de wedstrijd en de competitie. Soms heeft een spits een kampioenschap voor zijn voeten, hier tikte Velthuizen vermoedelijk de laatste kans op het kampioenschap van Vitesse voor zijn eigen voeten weg.
De wedstrijd ging verder, Velthuizen stapte in een wolk van leeg falen rond. De maag kaal, de gezichtshuid dun, de ogen ongelovig en getergd. Er zouden nog veel speelminuten volgen, maar er was er maar één die in het inwendige plakboek kwam.
Later kreeg PSV ook nog een onterechte penalty, die onder betwiste omstandigheden werd benut. Met opengesperde mond en de grote, gehandschoende handen open naast de heupen stormde Velthuizen op de grensrechter af. Even was je bang dat hij, profiterend van het terechte protest en heerlijk geestelijke afvalstoffen lozend, de grensrechter omver zou protesteren, maar na de langgerekte oerschreeuw bleef hij alsnog beleefd, wat hem nog eens extra voor me innam.
In de slotfase - het stond intussen 1-2 - ging de arme sluitpost nog een paar keer mee naar voren, de ogen nog steeds groot. Hoe graag had hij niet de gelijkmaker ingekopt, liefst in de laatste seconde, zodat alles weer goedgemaakt was, ongedaan en uitgewist, en de weg naar de landstitel voor Vitesse weer open lag.
Het mocht niet zo zijn, het bleef 1-2 voor PSV. Velthuizen vluchtte niet onmiddellijk van het veld, de anonimiteit van de catacomben in, maar bleef nog lang voor zijn strafschopgebied heen en weer banjeren, ijsberen eigenlijk, alsof in hem nog steeds een beetje hoop resteerde, met achter zich een spandoek aan de hekken, waarop in grote letters een terechte tekst geschreven stond: 'Piet heeft een geel-zwart hart'.
Reageren? p.middendorp@volkskrant.nl
undefined