Architecten mijden 'provinciestadjes' voortaan
Wie gefrustreerde architecten en stedebouwkundigen wil aanschouwen, moet dezer dagen eens aanlopen bij een van de vijf Nederlandse architectenbureaus die meededen aan de prijsvraag van de gemeente Breda voor de invulling van het inmiddels bijna beruchte Chasséterrein....
Van onze verslaggever
Frank Poorthuis
BREDA
'Als er nog eens een provinciestadje is dat zichzelf op de kaart wil zetten met een ambitieus plan, gebeurt dat zonder ons. Wij doen daar dus niet meer aan mee', zegt J. Thomas van Koolhaas' Office for Metropolitan Architecture (OMA) in Rotterdam. Ver voorbij de grens van 'gepikeerd' is men daar. 'Die hele competitie, het was een belachelijke verspilling van energie, geld en intelligentie.'
OMA staat niet alleen. Eerder deze maand waarschuwde de Bond van Nederlandse Architecten (BNA) tegen ontwerpwedstrijden. De Maastrichtse architect Jo Coenen richtte een actiegroep op van vakgenoten naar aanleiding van de zijns inziens 'schandelijke procedure' rond het nieuwe Limburgs Museum in Venlo. En in Amsterdam heerst commotie over de uitbreiding van het Stedelijk Museum. Daarvoor was ook een wedstrijd uitgeschreven, maar de winnaar kwam uiteindelijk van buiten de kring van mededingers.
In Breda gebeurde dat niet. Men kent er vooralsnog alleen verliezers. Begin vorig jaar schreef de gemeente een wedstrijd uit voor het dertien hectare grote Chasséterrein. Er moesten minimaal zeshonderd huizen, een onderkomen voor het museum, een parkeergarage en een kunstig ingevulde openbare ruimte komen.
Vijf projectontwikkelaars kregen de uitnodiging een plan in te dienen en mee te dingen naar de hoofdprijs: de uitvoering ervan. Meedoen leverde een ontwikkelaar 75 duizend gulden honorarium op. Dat lijkt heel wat, maar volgens insiders heeft elk van hen zo'n acht ton uitgegeven aan de competitie, waarvoor (landschaps-)architecten, kunstenaars en stedebouwkundigen van naam uit binnen- en buitenland werden ingeschakeld.
De gemeente schakelde voor de beoordeling van de plannen een 'commissie van drie' in: onafhankelijke deskundigen, onder wie de Delftse hoogleraar C. Steenbergen. De commissie oordeelde dat het plan van Rem Koolhaas (ontwikkelaar Geerlings-Wilma) de voorkeur verdiende. Het college van B en W was het daarmee echter oneens en droeg het plan van Bhalotra (ontwikkelaar Proper-Stok) voor.
'Tja', zegt Steenbergen laconiek, 'het is jammer dat ze ons advies niet hebben gevolgd. Wij hebben de plannen inhoudelijk bekeken. Zo'n gemeentebestuur heeft andere motieven.' Die lagen in de financiële sfeer. Het plan van Koolhaas kon de gemeente zo'n tien miljoen gulden gaan kosten, terwijl Bhalotra mogelijk nog wat opleverde.
De keus van B en W kreeg geen steun in de gemeenteraad. Omdat de situatie in een impasse dreigde te raken, vroeg het gemeentebestuur beide ontwikkelaars hun plannen nog iets uitvoeriger uit te werken. Dat weigerden ze verontwaardigd, waarop nieuw gekissebis in de raad volgde.
B en W hakten de knoop door: er werd helemaal geen winnaar aangewezen.
Breda gaat nu, zo laat woordvoerder I. van Geest weten, 'waarschijnlijk een heel nieuw plan laten ontwikkelen' voor het Chasséterrein. 'Maar we gaan eerst dit netjes afhandelen.' Ondanks alle misère wil de gemeente toch al in 1996 bouwen op het Chasséterein. Het is niet onwaarschijnlijk dat de gemeente een of meer van de vijf ontwikkelaars alsnog zal benaderen, om (een deel van) hun plannen te verwezenlijken.
Bij OMA in Rotterdam wil men aan die optie nog even niet denken. 'Tenzij het dus op onze voorwaarden gaat', zegt Thomas, 'zodat we niet meer in de politieke draaimolen terechtkomen.' Geleerd heeft men wel van 'Breda'. Aan prijsvragen als deze doet men niet meer mee. Liever zag men dat Nederlandse gemeenten zo te werk gingen als onlangs het Franse Lille.
Thomas: 'Zeven architecten werden uitgenodigd op het stadhuis. Ze hoefden alleen hun potlood mee te nemen. Een half uur praten en tekenen op het stadhuis. Daarna bleven er drie over. Die moesten weer terugkomen voor een halve dag. En toen is de keuze gemaakt. Dat is het wel. Je kiest tenslotte voor een architect, niet voor een plan. Dat kun je samen maken.'