Arbeidsmarkt is nog lang niet flexibel genoeg

Werkloosheid is een permanent verschijnsel. Volgens Pieter Boot biedt geen enkele beleidsvariant uitzicht op volledige werkgelegenheid. Robert Went meent dat de lidstaten van de Europese Unie de kwaal met de verkeerde medicijnen bestrijden....

PIETER BOOT

Wie beweert dat er binnen vijf jaar volledige werkgelegenheid zal zijn, heeft heel wat uit te leggen. Wat wel denkbaar en nastrevenswaardig is, is dat we een aantal jaren van historisch hoge werkgelegenheidsgroei tegemoet gaan. Ik zal dat met twee voorbeelden verduidelijken.

Laten we eens veronderstellen dat volledige werkgelegenheid in ieder geval inhoudt dat iedereen tussen de 35 en 44 jaar twaalf uur of meer per week werkt. Deze groep zal weinig mensen tellen die een dagtaak hebben aan een studie, laat staan veel mensen die volledig arbeidsongeschikt zijn.

Nochtans werken van de 2,3 miljoen mensen waaruit deze groep bestaat er nu bijna 600.000 niet (en iedereen die al meer dan twaalf uur werkt telt mee!). En dit is dan de sterkste leeftijdsgroep op de arbeidsmarkt. Ik had ook kunnen melden dat van de 1,4 miljoen 55-64 jarigen er één miljoen niet of nauwelijks werken. Nog maar dertig jaar geleden maakten in elk geval de mannen uit deze leeftijdscategorie gewoon deel uit van de arbeidsmarkt.

We kunnen echter ook een veel zonniger beeld schetsen. Er staan 430.000 mensen als werkloos bij de arbeidsbureaus ingeschreven. Dat getal daalt nu al twee jaar met jaarlijks 25.000. Met wat extra economische groei kan de werkloosheid nog verder omlaag.

Een beetje werkloosheid is er altijd. Het gaat dan om een aantal werklozen dat gelijk is aan het aantal vacatures, en dat zijn er bij een groeiende economie 150.000 - 200.000. Nog vijf jaar flink volhouden, en we komen in de buurt.

Kortom: je kunt het verhaal vertellen dat je wílt vertellen, en er zijn altijd wel cijfers bij te vinden. Het gaat natuurlijk om iets anders.

Allereerst hebben we in Nederland nog steeds relatief veel mensen met een uitkering ten opzichte van het aantal werkenden. Zonder de gepensioneerden zijn er zo'n veertig uitkeringsgerechtigden op honderd werkenden. In Denemarken, ook een net land, zijn dat er 35 op de honderd. Zolang we dat niveau niet hebben bereikt, is er geen reden voor tevredenheid.

Ten tweede is werkloosheid op zich niet per se erg. Als de huidige 6-7 procent werkloosheid netjes over alle categorieën was verdeeld, hadden we er allemaal wat vakantie bij. In werkelijkheid is bijvoorbeeld nu al tien jaar vrij constant 20 procent van de allochtonen werkloos, en zien we ook geen enkele beweging in het aantal mensen dat zeer langdurig werkloos is. Op z'n best hebben alle maatregelen hier erger voorkomen.

Waar draait het om? Zonder flinke economische groei gaat het de verkeerde kant op. Kennelijk hebben we minimaal 2 procent groei nodig om op andere punten vooruitgang te kunnen boeken. In het optimistische scenario van het Centraal Planbureau met hoge economische groei komen er in de periode 1996 - 2000 meer dan 450.000 banen bij, in het scenario met een lage groei 300.000 (evenveel als de afgelopen vijf jaar). Afgezet tegen de omvang van de werkloosheid, gaat het om 50.000 tot 100.000 werklozen meer of minder op een totaal van 500.000. Een heel belangrijk aantal dus, maar zeker geen volledige werkgelegenheid.

Wat helpt verder? De economische theorie is daar vrij duidelijk over. Geen uitkeringen zonder voorwaarden (scholing, vrijwilligerswerk), en alles inzetten op het tegengaan van langdurige werkloosheid (anders is het te laat). Werkgelegenheidssubsidies voor zwakkere groepen op de arbeidsmarkt is best, een uniforme vermindering van arbeidsduur of nog meer vervroegde uittreding is erg dom. Maassen van den Brink (Forum, 28 september) heeft gelijk dat flexibiliteit geen doel op zich kan zijn. In een markt waar alles onzeker is, is het moeilijk investeren. Maar van zulk een flexibiliteit zijn we nog ver verwijderd. Vooralsnog zijn het, zoals Van Praag in dezelfde krant terecht stelt, vooral de rigiditeiten die ons parten spelen. Een collectieve 36-urige werkweek is dubbel verkeerd: het remt de economische groei, en verhoogt wat in de theorie heet de evenwichtswerkloosheid. Veel beter is het te zoeken naar meer differentiatie. Zowel een hogere arbeidsproductiviteit als meer mogelijkheden voor minder productief werk zijn nodig, het heeft geen zin de kaarten op slechts een daarvan te zetten. Collectieve arrangementen die keuzes in dat opzicht bemoeilijken zijn dan ongewenst. Verstandig of dom beleid van kabinet en maatschappelijke organisaties maken voor onze toekomst een groot verschil. Wie de komende jaren volledige werkgelegenheid belooft, zou ik een fantast willen noemen. Pieter Boot is redactielid van het Tijdschrift voor Politieke Economie en werkzaam bij het ministerie van Economische Zaken. Hij maakt tevens deel uit van het Economenpanel. Het eerste debat van het Economenpanel heeft als thema volledige werkgelegenheid, en vindt plaats op zondag 6 oktober om 14.30 uur in De Balie te Amsterdam. Reserveren bij De Balie tussen 14 en 20 uur: tel 020-6232904.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden