Arbeiders in VS veranderd in tobbers en piekeraars
DE SOCIOLOGE en psychotherapeute Lillian B. Rubin is ongetwijfeld een van de bekendste feministen in de Verenigde Staten. Haar werk is in de feministische beweging echter niet onomstreden....
Rubin antwoordde dat ze het gezin bestudeerde, omdat het een belangrijk maatschappelijk verschijnsel is. Ze beschuldigde haar opponenten ervan alleen hun ideologische vooroordelen te willen bevestigen. Deze uitspraken typeren haar wetenschappelijke opvattingen; haar onderzoek is sterk empirisch gericht. Toch bevat haar werk een politieke boodschap. Tegenwoordig is dat niet meer de socialistische revolutie die ze in de jaren zeventig nog bepleitte, maar ze blijft voorstander van ingrijpende sociale hervormingen in de VS.
Rubin ontleent haar faam onder meer aan het in 1976 verschenen Worlds of Pain, waarin ze onderzoek doet naar het leven en de toekomstdromen van Amerikaanse arbeiders. Gezinnen op de armoedegrens (Engelse titel: Families on the Fault Line) is een vervolg op dit boek. Opnieuw heeft Rubin interviews afgenomen met arbeiders, hun vrouwen en kinderen - in totaal heeft ze 162 gezinnen ondervraagd - en geprobeerd hun leven in kaart te brengen.
Het blijkt dat zich opmerkelijke veranderingen hebben voorgedaan in het wereldbeeld van de door haar onderzochte groep. De Amerikaanse cultuur is traditioneel doordrenkt van een rotsvast vertrouwen in vooruitgang, van het idee dat met voldoende inzet elk maatschappelijk probleem kan worden opgelost. Pessimisme is dan ook bijna on-Amerikaans. De arbeiders in de studie van Rubin zijn echter in twintig jaar van betrekkelijke optimisten veranderd in tobbers en piekeraars die de toekomst somber inzien.
'Wat is er verdomme met dit land aan de hand', roept een van hen wanhopig uit. De veranderde stemming onder arbeiders is kenmerkend voor de Amerikaanse samenleving als geheel. Het pessimisme heeft zich de afgelopen twintig jaar als een olievlek verspreid. Voor deze omslag zijn allerlei oorzaken aan te wijzen, maar een van de voornaamste is de haperende economie. De reële lonen dalen al gedurende twintig jaar; de belastingen zijn verhoogd en de werkloosheid is scherp gestegen.
Uit de studie van Rubin wordt duidelijk wat de economische crisis teweegbrengt in een land waar de sociale voorzieningen minder ontwikkeld zijn dan in Nederland. Bij ontslag moet in veel gevallen de vaak dure ziektekostenverzekering worden opgezegd. Een van de door Rubin geïnterviewde arbeiders kon het zich daardoor niet veroorloven zijn aan longontsteking lijdende dochtertje in het ziekenhuis te laten opnemen. 'Weet je wat het is om je kind naar adem te horen happen en haar niet naar het ziekenhuis te kunnen brengen, omdat je ziektekostenverzekering is vervallen toen je ontslagen werd?' De psychische effecten van de economische crisis zijn niet minder ernstig: angst om ontslagen te worden, minderwaardigheidsgevoelens, depressies en een toename van geweld als mannen hun onvrede op hun vrouw en kinderen uitleven.
Een andere opvallende verandering sinds Worlds of Pain is dat feministische opvattingen beginnen door te sijpelen in arbeidersgezinnen. Twintig jaar geleden stonden de meeste arbeiders en hun vrouwen ronduit vijandig tegenover de vrouwenbeweging. Van het woord feminisme moeten de meeste vrouwen nog steeds weinig hebben, maar over specifieke kwesties, zoals gelijke beloning en seksuele intimidatie, hebben ze onmiskenbaar feministische opvattingen. Dezelfde vrouwen die twee decennia geleden nog tevreden waren met hun plaats in het gezin, uiten nu openlijk kritiek op de ongelijke verdeling van taken.
De mannen reageren soms vijandig, maar bij de meerderheid is sympathie ontstaan voor de verlangens van hun vrouw en ze nemen dan ook een groter deel van de werkzaamheden in het huishouden voor hun rekening. Dat neemt niet weg dat de opvoeding en het huishouden nog steeds vooral vrouwenwerk zijn. De vrouwen regelen het gezinsleven en nemen de initiatieven; de mannen bieden hoogstens de helpende hand.
Bij etnische minderheden bestaat een ander levenspatroon dan bij blanken. De meeste Aziatische en Spaans-Amerikaanse mannen werken minder in het huishouden dan blanke mannen. Gezien hun slechte reputatie is het verrassend dat de meeste zwarte mannen meer dan hun blanke tegenhangers in het gezin participeren en zich meer betrokken tonen bij de opvoeding. De verklaring zoekt Rubin terecht in de traditioneel grote werkloosheid onder zwarte mannen, terwijl de vrouwen vaak wel werk kunnen krijgen en lange dagen maken. Hieruit ontwikkelt zich een gezinscultuur waarin mannen hun steentje moeten bijdragen in de dagelijkse huishoudelijke beslommeringen.
Dat etnische minderheden nu, in tegenstelling tot twintig jaar geleden, deel uitmaken van Rubins onderzoekspopulatie is geen toeval. Een van de belangrijkste veranderingen in het leven van Amerikaanse arbeiders is het etnisch reveil. Door de toename van de immigratie uit Azië en Latijns Amerika zijn in veel grote steden de blanken in de minderheid geraakt.
Etnische groepen eisen gelijke behandeling bij huisvesting, werk en onderwijs. Door de positieve discriminatie voelen veel blanken zich achtergesteld. Ze hebben het idee dat iedereen mag meeëten uit de staatsruif, behalve zij. Ze worden wel de 'angry white men' genoemd en vormen een reservoir van ressentimenten waaruit conservatieve Republikeinen als Patrick Buchanan met hun xenofobische, tegen immigranten gerichte campagne politieke steun putten.
Vreemdelingenhaat heeft volgens Rubin complexe oorzaken, maar de aanleiding voor de recente golf van racisme is vooral de economische crisis en het gevoel van veel arbeiders dat de politiek geen aandacht heeft voor hun problemen.
Gezinnen op de armoedegrens is een geslaagde poging het leven van een vaak vergeten groep in beeld te brengen. Het is soms aangrijpend, maar niet sentimenteel, meestal levendig, helder en geschreven vanuit een bewonderenswaardige sociale betrokkenheid. Het is volgens Rubin niet moeilijk te bedenken welke politieke maatregelen de klachten van de Amerikaanse arbeiders zouden verlichten: werk met voldoende inkomen, gezondheidszorg voor iedereen en betaalbare huisvesting. Moeilijker zal het zijn hierover daadwerkelijk een debat te laten ontstaan in een politiek systeem waarin retoriek de boventoon voert.
Jos van der Linden
Lillian B. Rubin: Gezinnen op de armoedegrens - De invloed van klasse, ras en sekse op het dagelijks leven.
Ambo; ¿ 49,50.
ISBN 90 263 1339 X.