Antilliaanse jongeren dupe selectief beleid

Nederland haalt goed opgeleide Antillianen met de fanfare binnen, maar weert met allerlei middelen kansarme rijksgenoten. Als we inwoners van Drente zo selectief en in hun nadeel behandelden, zou de wereld te klein zijn, meent W....

W. Simmons-Jansen

HET Antilliaanse parlement verzet zich terecht tegen het wetsontwerp dat Antilliaanse jongeren die naar Nederland willen verhuizen, dwingt om een inburgeringcursus te volgen. Niemand is tegen inburgeringcursussen op zich. Integendeel, onderwijstrajecten die drop-outs de mogelijkheid bieden om opgelopen taal- en onderwijsachterstanden in te halen, zijn op de Antillen hard nodig.

Nu is het zo dat meer dan de helft van de Antilliaanse leerlingen het onderwijs verlaat zonder einddiploma. Tweedekans-onderwijs is er vrijwel niet en juist dit leidt er, samen met de hoge (jeugd)werkloosheid en de slechte economische situatie, toe dat jongeren naar Nederland komen. Het probleem zit hem in de verplichting om zo'n cursus te volgen, en de daaruit voortvloeiende sancties als men dit niet zou doen.

De Nederlandse overheid volgt al enige jaren een 'ontmoedigingsbeleid'. Men ziet laagopgeleide Antilliaanse jongeren liever niet naar Nederland komen en wil het daarom voor deze jongeren niet al te gemakkelijk maken om zich hier te vestigen. Het gevolg is dat er niet te praten valt over goede opvang.

Toen Suriname onafhankelijk werd kwam een grote stroom Surinamers deze kant op. Deze mensen werden al op Schiphol opgevangen en zij konden terecht in opvanghuizen, waarna ze vrij snel een eigen plek binnen de samenleving konden vinden. Als een Antilliaanse jongere op Schiphol aankomt na zijn/haar laatste geld een ticket te hebben besteed, begint veelal een lijdensweg.

Op het adres waar men in eerste instantie wordt opgevangen, mag men zich vaak niet inschrijven omdat de hoofdbewoner geen problemen wil met de sociale dienst of het recht op huursubsidie. Dit maakt het onmogelijk voor de nieuwkomer om zich in te schrijven voor een huis.

Na verloop van tijd komen er spanningen op het opvangadres. Het huis is te vol en de nieuwkomer kan niet bijdragen in de kosten van levensonderhoud. Het gevolg is dat de nieuwkomer op straat komt te staan en vervolgens vaak voor een heel lange periode van adres naar adres en van stad naar stad zwerft.

In deze periode ontstaan vaak al huizenhoge schulden, die nog jaren op het gezin blijven drukken. De positieve houding waarmee men naar Nederland vertrok, met de wens om via onderwijs en werk een betere maatschappelijke positie te verwerven, komt in deze periode zwaar onder druk te staan. Inderdaad komt het dan voor dat men de problemen op een maatschappelijk minder gewenste manier probeert op te lossen.

Studenten hebben het heel wat gemakkelijker. Voor hen is er wél opvangbeleid. Als zij in Nederland aankomen staat er een mentor voor ze klaar, die al alles voor ze heeft geregeld (huisvesting, studiefinanciering, inschrijving op een onderwijsinstelling, enz). Zij krijgen tevens een introductie waarbij ze de ins en outs van de Nederlandse samenleving leren kennen. Zij vinden deze introductiecursus over het algemeen erg leuk en hoeven bepaald niet gedwongen te worden om die te volgen.

Er is nog een groep die met toeters en bellen wordt ingehaald: de hoger opgeleiden en de mensen met specifieke vakkennis. Er zijn op dit moment op de Antillen bureaus actief die verplegend personeel, bouwvakkers en anderen werven en met mooie beloften naar Nederland halen. Hiertegen onderneemt de Nederlandse overheid niets.

Je kunt je afvragen hoe een dergelijk beleid zich verhoudt met de zo gewenste economische opbouw op de Nederlandse Antillen. Plat gezegd komt het er op neer dat Nederland iedereen die men hier gebruiken kan met veel fanfare binnenhaalt en de Antillen opscheept met de laag opgeleide, moeilijk aan werk te helpen, jongeren.

Overigens: zij zijn producten van een falend Nederlands onderwijssysteem. Men vergeet wel eens dat de Antillianen voor hoger en tweede kans onderwijs volledig op Nederland aangewezen zijn. Als men een dergelijk beleid voor bijvoorbeeld de provincie Drente zou voeren zou de wereld te klein zijn.

Antillianen zijn Nederlanders en de Antillen maken deel uit van het Nederlandse Koninkrijk. De voorgestelde maatregelen zijn beledigend voor de Antilliaanse jongeren tegen wie impliciet wordt gezegd dat ze niet bereid zouden zijn mee te willen werken aan hun eigen toekomst.

Het zou van meer visie getuigen als dit beleid zou worden omgebogen naar een 'opvang en terugkeer' beleid. Geef de jongeren de kans om in Nederland een opleiding te volgen zoals dat ook met de Antilliaanse studenten gebeurt en zorg dat er over een paar jaar voldoende banen op de Antillen zijn geschapen, zodat zij terug kunnen naar hun geboortegrond.

Een goed model daarvoor zou een begeleidingsprogramma op de Antillen kunnen zijn waardoor hiaten in de kennis worden weggewerkt. Tegelijk wordt samen met de jongere een haalbaar plan opgesteld voor verder onderwijs of werk in Nederland. Iedere jongere die bereid is op deze wijze mee te werken aan het slagen van het voorgenomen traject zou moeten worden beloond met tijdelijke huisvesting (doorgangshuizen) en ondersteuning door een mentor in Nederland.

Er zal altijd een deel hier willen blijven. Het lijkt me dat - gezien de huidige economische situatie, het gebrek aan arbeidskrachten en de vergrijzing - dit voor Nederland helemaal geen probleem hoeft te zijn. Goede opvang en begeleiding maakt dat deze jongeren in zowel het Antilliaanse deel van het Koninkrijk als in het Nederlandse deel op termijn een positieve bijdrage kunnen leveren aan de samenleving.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden